proloog :

153 20 5
                                    

Al jarenlang wisten we dat deze aanval zou komen. Maar geen mens had verwacht dat die nu zou zijn.

 

Proloog:

 

Lieve papa,

Ik weet niet of je deze brief ooit ontvangt. Maar als je hem ooit krijgt, onthoud dan, dat ik van je hou.

Laat ik maar met de deur in huis vallen; we zijn er slecht aan toe. En met wij bedoel ik alle kinderen van 12 tot 20. Mam ben ik kwijtgeraakt, onderweg naar hier. Al weet ik niet waar hier is. Na haar verdwijning heb ik dagenlang gezocht, maar tevergeefs. Iedereen hier is zijn ouders kwijt, en als je vragen stelt gaan de elfen lachen, of je krijgt een klap in je gezicht.

Ik weet niet hoe ik het hier uit kan houden pap, ik mis je. Ik ben bang.

 

“Volgende” de stem van een van de elfen, ik geloof de leider, snijd dwars door de stilte. Vlak daarna vult de duisternis zich met een gekraak,  het lijkt alsof er roestige scharnieren over elkaar heen wrijven. Mijn ogen zijn al een klein beetje gewend aan de zwarte mist waar ik in zit. Mijn blik ficeert zich op een muur. Uit het niets verschijnt er een deur in. Er stappen twee elfen uit die met hun ogen de ruimte af scannen. De blik van de blonde elf blijft op mij hangen. Hij stoot de ander aan en nog voor ik met mijn ogen kan knipperen, ben ik stevig aan mijn arm vastgegrepen en wordt ik meegesleurd richting de opening in de grot. Van schrik laat ik mijn pen en papier uit mijn handen vallen. Het blaadje fladdert heen en weer op een klein briesje, dat hem meeneemt naar  de andere kant van de ruimte, die oneindig lijkt.

Ik moet ingrijpen, nu het nog kan. Met een kreet probeer ik me los te rukken uit de ijzeren greep van de elf. “Nee,” krijs ik, en met mijn vuisten stomp ik tegen hem aan. Hij kijkt me raar aan en sleurt me dan mee naar de deur. Het gevoel van machteloosheid is ondragelijk. Ik zie nog net een glimp van mensen die me meelevend aankijken, dan valt de deur piepend, op het slot.

JaneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu