4

7 0 2
                                    


Met mijn ogen nog half dichtgeknepen, kwam ik weer bij. Ik keek omlaag, en zag dat ik was vastgebonden aan een stoel. Het ruwe touw maakte sneeën in mijn huid. Ik keek rond, en probeerde mijn ogen aan het donker te wennen. Van links kwam een man aangelopen, hij was helemaal in het zwart gekleed, en ik kon zijn gezicht niet zien. Hij kwam langzaamaan naar voor gelopen, en vlak voor mijn stoel stopte hij en reek hij zijn hand uit. Ik wilde mijn hand niet uitsteken, maar hij had iets vast. Met trillende handen pakte ik het papiertje vast en probeerde het open te krijgen met alleen het onderste deel van mijn arm. De man maakte een schijnbeweging en ging voor mij staan. Ik was nog steeds aan het prutsen met het papiertje terwijl hij heel voorzichtig met zijn vingers knipte.

Ik lag weer op straat. Niet dat ik dat vaker doe, maar ik lag er dit keer wel. Ik was niet meer vastgebonden op een stoel in een donkere kamer, en de zon deed me goeds. Ik kneep mijn ogen als een chinees bij elkaar, en bekeek mijn omgeving. De kartonnen, uitgevouwen doos die op de grond lag, gaf me bescherming tegen een zompige ondergrond. Ik stond op terwijl ik me aan de muur vast hield. Het regende niet meer, maar je zag duidelijk dat dat het wel had gedaan. Ik keek naar mijn kleding. Een zwarte broek, en een spijkerjas met daaronder een wit T-shirt. Ik keek op de vloer, en merkte een kleine rugzak op. Terwijl ik de rits open probeerde te prutsen, merkte ik op dat ik een hele droge keel had. Ik keerde de tas ondersteboven, en alle spullen kwamen uit de tas gerold. "Is het dit maar?" zei ik tegen mezelf. Ik ging heel de tas nog een tweede keer na, en in het grootste vak vond ik iets kleins. Het scheurde een klein sneetje in mijn vinger, en meteen trok ik hem weg. Ik graaide nog een keer, en dit keer kwam er een klein vierkant opgevouwen papiertje uit. Ik herkende het ergens van. Mijn hoofd begon meteen te draaien, en ik liet me op de grond vallen. Met mijn rug tegen de muur opende ik het papiertje. Er stond een adres op. Ik keek rond, op zoek naar straatnamen, huisnummers, of bekende plekken. Veel was er niet te zien, ik lag in een zijstraatje. Ik kon het zo 1, 2, 3 niet herkennen. Ik propte alle spullen terug in de tas, en bekeek ze goed. Een touw, een telefoon, een bakje haarpinnen en een deksel van waarschijnlijk een brooddoos. Ik zette de telefoon aan, en meteen begon het ligt van de GSM te schijnen. Ik moest een poosje wachten, maar in die tijd kon ik alles in de rugzak doen. Toen de telefoon zo ver was, probeerde ik wat codes. Het eerste wat in me op kwam was 0000. Redelijk duidelijk en prettig kort. Ik kon al bijna bedenken dat dit het niet zou zijn, en dus sloot de telefoon zichzelf af. Ik zette hem opnieuw aan en begon random nummers die in me opkwamen, te typen. Een 4... en een 7. 2 zou ook nog wel kunnen, maar daar was ik niet helemaal zeker van. Daarna kwam de 9 en als laatst de 3. Ik was heel erg verbaast toen ik erachter kwam dat dit ook nog werkte. Ik pakte het takje dat het dichts bij mij lag, en begon de code in zijn herhaal in het zand te kerven. Ik begon te duizelen, en steken schoten door mijn hoofd. Alsof iemand in zijn vingers knipte, werd het allemaal helder. Iemand had deze telefoon ingesteld op mijn wachtwoord. Opeens kwam het allemaal binnengevallen. In de winkel, de jongen die ik niet ken.... Het was duidelijk. Iemand zocht mij, en diegene wist waar ik woonde, en wat mijn zwakste punten waren.

Helaas werd niet alles helemaal helder. Nog steeds wist ik niet wie de jongen in de winkel was, en waar ik hem van kende. Ik kende mezelf niet eens. Ik stond op en gebruikte mijn schoen om het zand weg te vegen. Ik tilde de tas aan de kant zodat ik een overzicht had op wat ik allemaal had. Mijn oog viel op het rolletje geld, en daarna op de telefoon die open en bloot op de grond lag. Ik zuchtte diep, en keek rond. Ik pakte het geld en deed het in mijn broekzak. De telefoon gaf aan dat ik een nieuw bericht had, en een voicemail. Ik opende het bericht. Een link. Gewoon een link. Ik keek opnieuw rond, niets nieuws wat er daarvoor nog niet was. Terwijl ik mijn adem inhield, klikte ik op de link. Google opende en na een paar seconde kwam er een site tevoorschijn. Ik schrok van het geluid terwijl ik probeerde het zachter te krijgen. Ik dacht dat heel de buurt het onderhand had gehoord. Ik wenste zo hard dat niemand ineens zijn raam opendeed en schreeuwde "Hey! Zet dat eens wat zachter joh!" Ik keek naar boven, naar de grote huizen. Ik keek weer omlaag en wat me opviel was dat het batterij percentage van 30 naar 3 was gezakt. Mijn hart begon sneller te kloppen toen ik al de bewegende cijfers en letters zag. Heel het scherm stond vol, en het begon groen licht te geven. Ik drukte op de home-knop maar niets gebeurde. Ik werd heel zenuwachtig en ik begon op alle knopjes te drukken. Ik werd zo panisch dat het van drukken, rammen werd. Ik probeerde de telefoon uit te zetten, ook dat lukte niet. Het begon weer te kloppen achter mijn oor, en meteen liet ik de telefoon vallen. Met een klap belandde het op de grond, en brak het scherm. De telefoon schakelde zichzelf uit, en ik knielde naast de telefoon. Ik drukte op de home-knop. Gelukkig ging hij dit keer wel aan. Binnen in mij juichte ik heel hard. Zo snel als ik kon opende ik de voicemail. Meteen begon de vrouw achter de telefoon te spreken. Ik zette de telefoon wat harder, en zette hem tegen mijn oor. "Een nieuw bericht, vandaag ontvangen om......" De telefoon stopte met praten. Ik haalde de telefoon van mijn oor en bekeek het scherm. Het was uitgevallen, en ik kon de reflectie van mijn gezicht op het gebroken scherm zien. Ik schrok, ik zag er niet uit! Ik lette niet meer op de vrouw achter de telefoon die alweer aan het praten was. Ik kon niet geloven dat ouders zo iets wilde opvoeden. Mijn haar zat in de war, en ik had wallen onder mijn ogen. Nu realiseerde ik me weer, hoe veel slaap ik nodig had. Ik was dan wel wakker geworden hier, maar dat betekende niet dat ik in die tijd hiervoor aan het slapen was.... Ik viel stil, en zette de telefoon weer tegen mijn oor. Ik hoorde een iemand diep ademen. Ik luisterde heel aandachtig, maar er kwam geen boodschap meer. De mevrouw stopte het bericht, en vroeg of ik het wilde opslaan. Ik sloeg het op, en meteen daarna begon de vrouw nog door te ratelen. "Nieuw bericht, vandaag ontvangen om.... Dertien uur veertien" Het leek alsof een mes door mijn hart werd gestoken. Ik wist niet wat er was, maar het voelde niet goed. Ik streek met mijn vinger naar onder, om de tijd te lezen. Ik werd duizelig. Heel duizelig. De tijd gaf 13:13 aan. Ik keek om me heen. Er was niemand. Ze zei toch heel duidelijk 'vandaag'? In het bericht hoorde ik dat er een geweer werd geladen, en daarna nog meer gehijg. De telefoon stopte, en ik drukte op het scherm om de conversatie te sluiten. Ineens hoorde ik een geweer laden. Met mijn hart nog in 'paniek' mode, kreeg ik nog een hartaanval. Ik keek rechts van me. 3 jongens kwamen op me aflopen. Een had een shot gun, en de andere 2 hadden gewone handgeweren. Mijn hersenen begonnen overbodige adrenaline te maken. Mijn pupillen werden groten, en ik begon heel heftig te ademen. Ik keek naar links, om daar ook nog 4 mensen aan te zien komen lopen. Mijn hart ging zo snel als windkracht 7.

PsychopathWhere stories live. Discover now