9 - Fimbulvetr

28 2 1
                                    

Na het feest, het gevecht en de vermoeiende reis naar Nidavellir, viel ik als een blok in slaap. Jammer genoeg kreeg ik weer een droom. Een sissende stem als van een sprekende slang zei: "Miezzerige zzoon van Thor, denk jij Ragnarok te kunnen tegenhouden? Ik zzal je perssoonlijk tegenhouden als dat nodig is. Veel plezzier, nu je nog leeft, en tot binnenkort..." Ik werd wakker. Het was stikdonker, en erg koud. Dat was vreemd, het was toen ik ging slapen nog 26 graden! Ik trok de deken om me heen, en sliep weer in. Toen ik 's morgens wakker werd, was het nog steeds ijskoud. Toen keek ik naar buiten. De fontein op het pleintje was bevroren! Hoe kon dat, in het midden van de zomer? Zeker als het gisteren nog zo warm was... Ik ging kijken of er nog iemand wakker was, nadat ik eerst warme kleren aan had gedaan. Eliza zat aan de eettafel, naar buiten te staren. "Hi. Al gezien dat de fontein bevroren is?" vroeg ik. "Ja... De voorhoede van Ragnarok is gearriveerd. Dit is onnatuurlijk, men noemt het in de Noorse mythologie Fimbulvetr, de lange, koude winter vóór het einde van de wereld." Dus Ragnarok kwam er aan. "Kunnen we dit ongedaan maken? Is er misschien iets dat ons kan helpen?" Het was beangstigend. Ze schudde van nee. Ik besloot dat ik de rest zou wakker maken en zou vertellen wat er aan de hand was. Toen ik bij Jemma's deur kwam en ik klopte, zeiden twee stemmen: "Ik kom al!" Ah, zo zit dat, dacht ik. Andy en Jemma waren weer samen. Toen iedereen aangekleed en wel aan tafel was komen zitten, vertelden Eliza en ik over Fimbulvetr. Erna zat iedereen in stilte te eten, nadenkend over wat we moesten doen. Plots hoorden we geklop op de deur. Lena, die het dichtst erbij zat, deed open. Ze zag wie het was, en knuffelde haar. Ze kwamen snel weer binnen, want het was koud, logisch. De mysterieuze aanklopper was Kaya! Nadat we iedereen hadden voorgesteld, vertelde ze waarom ze hier was: "Ik kom met een dringende boodschap van Zweinstein. We werden vannacht aangevallen door reuzen en we kunnen jullie hulp gebruiken." We besloten snel dat we allemaal meegingen. Olivaris schreef een briefje en plakte dat op de deur. Lena en Kaya namen hun bezems, en vertrokken. De anderen keken mij allemaal verwachtingsvol aan. "Wat? Waarom kijken jullie allemaal zo?" Alex rolde met zijn ogen en zei: "We kijken zo omdat we wachten tot jij met Stormbreaker een scheur maakt, zodat we naar Zweinstein kunnen, dombo." Ik besefte dat ik dat inderdaad kon en deed wat ik moest doen. Even later stonden we voor de deuren van Zweinstein. Er liepen een boel leerlingen om ons heen. Toen zag ik het schoolhoofd. Ze zei: "Oh, gelukkig. Jullie zijn er. Help ons evacueren." "Maar, wat doen we dan met de reuzen? Gaan we ze het kasteel gewoon laten vernietigen?" Ze keek me mistroostig aan en zei dat ze hen niet konden verslaan. Ze waren met te veel en te sterk. Ik wilde het toch proberen."Ik ga het proberen. Wie komt mee?" Niemand antwoordde. Enkel Lena, die zei dat ze nog wel twee heksen wist die zeker wilden helpen. Ze nam me mee naar waar de Ravenklauwen waren verzameld. Toen ze zag wie ze zocht, namelijk twee meisjes die een eeneiïge tweeling waren, ging ze naar hen toe en legde de situatie uit. Ze kwamen mee terug en Lena zei: "Dit zijn Laura en Yana. Tweelingzussen. Ze willen helpen en ze hebben een bezem." Daar gingen we dan. De reuzen bleken van dezelfde soort te zijn als de reus van in het park bij mij thuis. Alleen... ze waren een pak sterker. Ik gooide mijn bijl er meerdere keren naartoe, ik liet bliksem op hen neerregenen, niets werkte. Ondertussen hadden de heksen ook geen succes. Geen enkele spreuk werkte. Een reus sloeg Laura bijna van haar bezem, en op dat moment riep ik dat we moesten terugtrekken. We gingen zo snel weg als we konden, en op de binnenplaats aangekomen, zagen we dat er niemand meer zat, enkel de anderen. Ik maakte snel een scheur naar huis, en we vluchtten. Ik zag nog net dat de reuzen Zweinstein zo goed vernielden als ze maar konden. "Oh nee. Waar moeten we nu naar toe? Waar zouden de andere leerlingen zijn?" Laura en Yana begonnen te panikeren. Toen zei Jemma: "Het is oké. We hebben hen ingelicht dat jullie, als jullie dat willen, met ons mee gaan. En als niet, kunnen jullie naar Brugge vliegen, daar zijn ze naartoe gegaan." De tweeling overlegde even. "In orde. We blijven." We gaven hen in mijn huis even kort een briefing over wat er gebeurd was en wat er ging gebeuren, maar dat schrok hen niet af. Toen we niet meer wisten wat te doen, gingen we een film kijken: The Lion King. Toen die afgelopen was, en iedereen slaperig begon te worden, klonk er plots een luide pieptoon. Er verscheen, toen die gedaan was, een gedaante, genaamd Thor. "Ik voel mij verplicht jullie te laten weten dat we een probleem hebben aan de kust. Of beter gezegd, dat jullie een probleem hebben. Jormungand, de grote Zeeslang, is de zeeën aan het terroriseren. Jullie moeten hem vastzetten opdat hij niemand meer kwaad kan berokkenen." Vlak voor hij verdween, hoorden we nog: "Schatteboutje! Het eten is klaar, vissoep!" en zagen we Thor likkebaarden. Toen we bekomen waren, gingen we toch maar eerst slapen. Slecht uitgerust kan je toch geen zeemonsters aanpakken.

Ragnarok - Het Einde Van WereldenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu