7 - Wanneer de rivier paars kleurt

20 3 1
                                    

Ik was een beetje geïntimideerd door de grote jongen, en ik begon meteen te praten. Ondertussen waren Andy en Jemma, die gisteren samen door Kamp Mars waren gaan wandelen om nog wat bij te praten, een gesprek aan het voeren over hun tijd als koppel. "Ik denk dat ik nog steeds van je hou, Jemma. Maar als jij door het vergeetding niet meer op mij bent, begrijp ik dat." zei Andy. Jemma keek een tijdje verlegen en nadenkend naar de grond. "Andy, ik herinner me alles weer. Waarom zou ik niet van je houden?" Ze glimlachte. Terug naar Olivaris en mij. Hij geloofde mijn verhaal, net als Mala. Ze moesten even overleggen, dus trokken ze zich terug. We wachtten af. Tien minuten later kwamen ze terug en vertelden ze dat ze het aan de Romeinen gingen vertellen. Mala blies op de grote hoorn die er stond. Binnen vijf minuten stonden alle inwoners van het kamp op het plein bij het praetorgebouw. Olivaris begon te spreken, door een of ander iets werd zijn stem versterkt zonder dat hij moest roepen, opdat alle halfgoden hem zouden horen. "Jullie zijn hier vandaag om het nieuws te horen dat deze vijf hebben meegebracht. Ragnarok, het einde van de wereld, nadert. Deze mensen zullen het proberen tegen te houden, maar tot dan zullen er alleen maar meer monsters zijn. Hou je dus op elk moment klaar om het kamp te verdedigen. Jullie zijn --" Er weerklonk een enorme dreun in de grot. Toen kwam een uitkijk aan lopen. "Er is een monster in de Schelde! Het is de gebouwen aan het vernietigen!" Ik deed de rune rond mijn nek veranderen in mijn wapen, en vloog omhoog, door de liftschacht, wat al veel beter ging. Ik zag dat de Schelde hier verdacht genoeg paars was. Ik dacht aan de eerste regel van de voorspelling. Dat moest hier over gaan! Intussen waren alle Romeinen verzameld en aan het oprukken naar de zwerm van monsters die opeens uit de Schelde glibberden. Aan de andere kant van de rivier zag ik een troep mensen die kwamen aanlopen. Ik hield ze in de gaten, en zag daarna dat ze zwaarden en speren droegen. Het waren de Grieken! Ook zij vielen aan. De Romeinen, met aan hoofd Olivaris, liepen op de vijand af en schreeuwden. Ik zag dat de praetor een opmerkelijk zwaard droeg. Het lichtte op toen hij het trok en als hij er mee zwaaide, schoten er flitsen vuur uit. Ik bedacht dat ik ook iets moest doen. Ik stak mijn bijl de lucht in en liet bliksem op de horde los. Het hielp niet, er bleven bijkomen! Toen zag ik een reusachtige zeeslang uit het water komen. Ik liet de flitsen op het beest neerknallen, en zag dat Eliza en Lena op de bezem rond het hoofd van het monster vlogen. Ze probeerden het duizelig te maken, zoals bij de reus thuis. Het hielp een klein beetje, maar niet veel. Toen kwam Olivaris op een pegasus, een paard net naar de keel van het beest vliegen, zonder dat die het door had. Hij stak zijn zwaard in de keel, althans, dat probeerde hij. De huid was bedekt met schubben en die waren staalhard. Hij probeerde snel nog twee keer opnieuw, maar zijn zwaard kon het niet meer aan. Bij de vierde poging brak het. Olivaris zag het in stukken breken en probeerde ze te vangen. Dat mislukte, en de stukken vielen een voor een in de rivier. Op dat moment, terwijl ik nog steeds bliksem afschoot, besloot het monster terug te keren naar van waar het kwam. Alle andere monsters gingen mee. Iedereen stond verbaasd te kijken. Ik keek over het strijdveld. Er lagen jammer genoeg wel wat gewonden, zelfs een paar doden.  Ik daalde af en liep rond, en probeerde te helpen. Verassend genoeg waren het allemaal halfgoden. Plots zag ik Jemma liggen. Ze was zwaargewond geraakt toen ze probeerde te vechten, maar ze had geen echt wapen, buiten een lange stok. Ik droeg haar, snel maar voorzichtig, naar het kamp terug. Ze verzorgden haar zo als ze konden. De kinderen van Apollo die hielpen, waren van beide kampen. De leiders ban het Griekse kamp waren nu met praetor Mala aan het praten. Olivaris was nergens te bespeuren. Ik ging eens kijken of hij niet bij de kade zat, op de plek waar zijn wapen was gebroken. En ja, daar was hij. "Je was er erg aan gehecht, neem ik aan?" Hij keek op. "Ja, dat was zo. Ik kreeg het van Mars, mijn vader. En hoe kan ik nog een aanvoerder van een legioen zijn als ik geen passend wapen heb?" Hij zweeg even en vervolgde: "De monsters zullen terugkomen. Waarom Scylla en haar bende wegging, vraag ik me ook af." Ik reageerde met de vraag wie Scylla überhaupt was. Het bleek een zeemonster te zijn uit de mythologie. Het kwam uit de Odyssee, waar het samen met Charybdis een smalle doorgang bewaakte. Ik bedacht iets. "Wat als we een nieuw wapen voor je laten maken?" Ik dacht aan wat ik had gelezen in de handleiding over Nidavellir. "Dan halen we ook meteen een wapen voor Jemma." Hij knikte en kwam met me mee. Ik vroeg wie er mee ging, dat werden Andy, Eliza, Olivaris en ik. Ik probeerde wat in de handleiding stond, en het lukte al bij de tweede poging. Er verscheen een zichtbare scheur met erachter een zwarte leegte. Ik stapte erdoor, met in mijn kielzog de anderen.

Ragnarok - Het Einde Van WereldenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu