{001}

90 6 2
                                    

Doodgaan is eigenlijk helemaal zo slecht nog niet.
Veel mensen hebben een beeld bij doodgaan. Sommigen zeggen dat het pijn doet, volgens anderen is het weer pijnloos. Er zijn mensen die zeggen dat je herboren word, maar er zijn ook mensen die zeggen dat je naar de hemel of naar de hel gaat.

Allemaal leuk en aardig, maar ik heb geen. Idee. Waar. Ik. Ben.
Het enige dat ik weet is dat ik dood ben. Ik probeerde een paar mensen aan te spreken, maar ze negeerden me of keken dwars door me heen. Als ze me wel aankeken, hadden ze een verwarde blik in hun ogen. Heel creepy.
Waarom gebeurt er dat met hen, en ben ik nog volledig bij bewustzijn, vraag je je af? Hier heb je je antwoord; Ik. Heb. Geen. Idee. Stop met dingen afvragen waar ik het antwoord niet op weet.
Misschien moeten we maar terug gaan naar het begin, naar het moment waarop ik stierf. Misschien zal ik daar de antwoorden vinden die ik zoek.
Of niet. Maar het is het proberen waard, toch?

Dus mijn beste vriendin, Jazz, en ik zaten bij ons vaste koffietentje koffie te drinken met een broodje erbij. We waren net vrij van school en hadden honger. 
We zijn net druk in gesprek over docenten die we haten en onze cijfers als er een raar beest naar binnen stapte. Het beest had de kop en vleugels van een adelaar, het lichaam van een leeuw, de oren van een paard, en een hanenkam van schubben. Verschrikt keek ik om me heen, maar verder leek niemand het te zien.
'Hey, Alex, luister je wel?' vroeg Jazz.
Met grote angstogen bleef ik naar het beest kijken. 'Zie jij dat beest niet?!' zei ik zacht tegen haar.
Ze draaide zich om en schudde haar hoofd. "Nee, waar heb je het over?"
Het beest keek me recht aan en maakte een raar vogelachtig geluid. Daarna rende hij op me af.
Dus, wat zouden jullie doen als er een of ander raar wezen op je af komt rennen? Precies; zelf rennen!
En wat zou je doen als je nergens heen kunt? Grappig verhaal, ik pakte het botermes dat op tafel lag voor mijn broodje en houd dat voor me.
Terwijl het beest me recht aankeek wist ik de naam weer; een griffioen! Spoiler! Ik ging dan wel bijna dood, maar ik wist in ieder geval de naam van het beest dat me heeft vermoord! Yay!
Dus de griffioen kwam steeds dichterbij en Jazz keek me met een bezorgde blik aan. Hoe zag zij dat enorme beest niet?!
Uiteindelijk sprong het beest bovenop me en probeerde me te bijten. Het kostte me erg veel moeite om zijn snavel bij me uit de buurt te houden. Ik sloeg en trapte, maar hij hield me tegen de bank gedrukt waardoor ik geen kant op kon.
'Jazz... Help dan!' Schreeuwde ik. Ik was uitgeput.
Ik probeerde hem nog te steken met het mes, maar dat beest woog makkelijk een paar honderd kilo.
Toen was het al te laat. Hij zette zijn klauw in mijn schouderblad en bij mijn hart.
Hij slaakte een vreugdekreet, altans, daar leek het op, en was daardoor even afgeleid.
Ik zou niet weten hoe ik nog leefde, maar ik stak hem met het botermes in zijn hart - even serieus, hoe kwam dat mes door die vacht heen?! - en wenste gewoon dat hij dood zou gaan. Zonde, het was een mooi beest.
De vreugdekreet veranderde in pijnlijk gejammer en het beest viel opgerold op de grond. Daarna loste hij op. Hij loste gewoon op.
Ik hapte nog een paar keer naar adem en voelde hoe Jazz me bij mijn schouders door elkaar schudde terwijl er meer mensen omheen kwamen staan.
Nadat een traan van de pijn mijn ooghoek verliet, werd alles zwart.

Niet veel later werd ik wakker in een soort rare grot. Daar zag ik de rare mensen/zielen voor het eerst. Al die lege blikken... Gewoon om depressief van te worden.
Ik volgde de stroming maar gewoon. Geen idee waar ik heen moest, of heen ging. Niemand die me kon helpen, of de uitgang aanwijzen. Of misschien een goede pizzatent. Ja, ik had vlak daarvoor gegeten, maar van doodgaan krijg je honger.
Ik herinnerde me de wonden op mijn schouderblad en keek omlaag. Er zat geen eens meer een schammetje.
Eigenlijk leken alle littekens en zo opeens te zijn verdwenen. Raar, maar prima.
Verderop langs het pad zag ik een enorme hond staan. Nee, wacht... Drie honden. Nee... Er is maar één lichaam, en drie koppen... Wacht, wát?!
De drie-koppige hond keek grommend toe.
Zo ver mogelijk aan de andere kant van het pad liep ik hem voorbij. De hond zag me, honderd procent zeker, maar hij deed niks. Hij volgde me alleen maar met zijn drie blikken.
Kijk, dat is nou ook eens een zin die je niet elke dag zegt.
Uiteindelijk viel de rij steeds meer uiteen en begon iedereen maar jammerend rond te zwerven. Sommige zielen zag ik een andere kant op gaan, of een rivier in duiken. Ik begreep er niks van.
Een paar zielen aan proberen te spreken later zijn we weer hier. In het heden.
Dus vertel, hebben jullie enig idee wat er aan de hand is? Laat het me weten. Mijn telefoonnumer is... Laat maar, we hebben geen bereik hier. Natuurlijk niet.
Oke, dan zal ik er maar zelf achter moeten komen.
Ik begin rond te lopen totdat ik een enorm kasteel zie. Het is vooral zwart. Verder is bijna alles hier rood, dus het past opzich wel goed bij elkaar.
Misschien zal ik daar mijn antwoorden vinden. Ik loop in een vlot tempo door, klaar om iedereen die me tegenzit te vermoorden.
Of, nou ja, vermoorden..? Ze zijn al dood, dus dat zal niet zo veel zin meer hebben.
Ongemakkelijk loop ik langs nog meer zielen die me verward en bang aankijken.
'Hallo,' zeg ik zacht met een neppe glimlach. De zielen draaien zich om en dwalen weer verder.
'Onbeleefd...' mompel ik.
Het is een best wel grote afstand naar het kasteel en elke stap lijkt zwaarder te worden. Ook heb ik enorme honger en dorst. Ik vraag me af hoelang ik al dood ben en wat er in de "levende" wereld allemaal gebeurd.
Mijn arme familie en vrienden... Wat nou als ze echt denken dat ik dood ben, en wat nou als ik ze nooit meer zie?
Tuurlijk, ze kunnen soms op mijn zenuwen werken, maar mijn moeder heeft me alleen opgevoed. Verder heb ik geen broers of zussen, mijn vader heb ik niet gekend. Ze heeft alleen mij. Dat kan ik haar niet aandoen.
Na wat voelt als een uur lopen ben ik eindelijk bij de enorme deuren van het kasteel. Ik klop voorzichtig aan en de deuren zwaaien gelijk open.
'Ah, Alexandra, ik verwachtte je al.'

A/N: dusss dit is mijn nieuwe verhaal waar ik het over had! Helaas geen reacties gehad over of ik het wel of niet moest posten, maar ach ja, waarom niet? Haha, maar goed, ik hoop dat jullie dit deel leuk vonden! Gelijk lekker veel actie hehe! Vertel me wat jullie ervan vonden en of jullie het volgende deel willen!
- xjust_a_writerx

De dochter van de HelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu