Deel 3

5 1 0
                                    

We liepen naar onze fietsen die we hadden geparkeerd aan de zijkant van het restaurant. We deden onze fietsen nooit op slot omdat er bijna niemand kwam en ze buiten het zicht van andere mensen stonden. We sprongen op onze fiets en beslisten terug naar huis te gaan. We reden terug door de straat met allemaal kleinere zijstraatjes. Het was veel drukker geworden op de baan.
Er waren enkele auto's aan het toeteren op een vrachtwagen omdat deze geen voorrang gaf aan de andere auto's.
Ik reed er snel voorbij en sloeg af, hier was het rustig en terug stil. Ik keek achterom om te kijken waar Mats was gebleven. Ik kon hem nog niet zien dus vertraagde ik en keek nog een achterom. Ik stopte en zette mijn fiets aan de kant. Misschien zat hij vast tussen de auto's dus wachtte ik nog 2 minuten. Ik bleef naar het einde van de straat staren, maar hij kwam maar niet om de hoek gereden. Ik stapte snel weer op mijn fiets en reed terug de straat in. Hier was hij ook niet te zien. Ik reed terug heel de straat door terug tot aan het restaurant. Misschien was hij hier iets vergeten en snel terug gereden. Ik vroeg aan Pieter of hij nog terug gekomen was maar hij had niemand meer gezien.
Ik nam mijn gsm uit mijn jaszak en drukte op zijn naam.
Ik hoorde direct zijn voicemail en veronderstelde dat zijn gsm plat was. Wat ik raar vond want zijn gsm was altijd opgeladen als hij wegging en anders had hij er wel iets over gezegd. Ik belde ook even naar Kristel om te vragen of hij thuis was gekomen. Maar dat was niet het geval. Ik reed naar huis zodat Kristel en ik de buurt met de auto konden afgaan om hem te zoeken. Ik heb hem nog wel zeker 20 keer proberen te bellen maar ik kwam direct op voicemail.
We doorzochten de hele buurt maar tevergeefs. Er was geen enkel spoor van hem of zijn fiets te bespeuren. We hadden bij mensen aangeklopt om te vragen of ze hem hadden gezien. Dat leverde ook niets op. Hij was gewoon van de aardbol verdwenen.
'Ok we gaan er alles aan doen om hem te vinden': zei de agent aan de andere kant van de wittel tafel die in een klein kantoortje stond. De muren waren wit en er was een groot raam aan de rechterzijde van ons. Het was buiten al donker geworden. Hij had kort donker haar en een brede snor. Voor hem lag een notitieboekje waarop hij enkele dingen had gekrabbeld. Hij zei alleen maar dat we moesten afwachten en dat als hij terug thuis komt we hem moeten bellen. Hij gaf ons een kaartje met zijn naam en telefoonnummer. We stapten beiden terug in de auto. Het was de hele rit stil en ik zag aan Kristel's gezicht dat ze zich zorgen maakte en dat deed ik ook.

Toen werd alles andersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu