-hoofdstuk 5-

3.1K 117 10
                                    



-Malia- een week later

Het is een week sinds het rare gebeuren met die wolven. Een week sinds dat raphael langskwam, en nog zes dagen tot het bal. Ik heb nog nooit zoveel zin gehad in iets.

Ik veeg het pad van de poort naar het huis. Heel eerlijk mis ik mensen om me heen. Ik had gehoopt dat Raphael nog langs zou komen, maar dat is niet gebeurd. Ik voel me niet eenzaam, maar ik wil gewoon genieten van het leven inplaats van de hele tijd bang te zijn dat er iets gaat gebeuren.

Ik stop met vegen en pak even kort mijn ketting vast. Ik kijk naar de groene smaragd ik wrijf erover heen, en ik hoor een klik. Fronsend bekijk ik het sieraad en haal het van mijn nek. De ketting klapt open en er valt een briefje uit. Dat ik dit nu pas heb opgemerkt. Ik pak het briefje en een glimlach ontstaat op mijn gezicht.

Ik hoop dat je je cadeautjes leuk vind, dit is nog maar het begin.
Ik kan niet wachten op het bal.
En vergeet niet dingen zijn nog steeds niet zoals ze lijken.

Groetjes A

Ik frons even. Weer dat zinnetje. Dingen zijn niet zoals ze lijken. Ik vraag me af wat hij ermee bedoelt, en ik zal het hem vragen wanneer hij me komt ophalen voor het bal. Mijn hart gaat tekeer wanneer ik denk aan dansen met hem. En aan zijn prachtige woorden op papier. Ik ben alleen bang dat hij teveel van mij verwacht. Ik zie hem als vriend niets meer, niets minder.

Ik kijk op van het briefje. Een pakket staat voor de poort. Ik loop er nieuwsgierig naartoe en wanneer ik er een briefje op zie zitten weet ik bijna zeker van wie het afkomstig is. Ik open de poort, en lees het briefje.

Voor jou.

Groetjes A

Ik open de doos en zie heel veel voedsel. Ik heb de helft van het vorige pakket nog niet eens op. Ik sleep de doos met moeite naar binnen en sluit de poort weer. Ik sleep de doos naar binnen en pak hem uit. Ik zie weer een klein doosje. En natuurlijk zit er weer een sneeuwbol in. Dit keer één van mijn huis. Op de onderkant staat: voor je verzameling liefs A. Ik schud lachend mijn hoofd. Als hij zo doorgaat kan ik inderdaad een verzameling beginnen. Wat een charmeur.

Ik zet de sneeuwbol bij de andere en ga verder met het uitpakken van de doos. Er zit zoveel voedsel in dat ik bijna denk dat hij me vet wil mesten. Er zit ook nog een nieuw potje zalf in, die ik gelukkig niet meer nodig ga hebben. Maar het is altijd handig om te hebben. De wonden op mijn polsen zijn bijna genezen. Je ziet alleen nog de korstjes.

Ik ga glimlachend weer naar buiten en ga verder waar ik gebleven was. Ik merk dat het steeds sneller donkerder word, en met het donker ben ik eerlijk gezegd liever niet buiten. Ik loop snel naar binnen en maak mijn eten klaar. Aardappelen en iets wat ik nog nooit gezien of gegeten heb. Er hangt een kaartje aan met broccoli. Wel een vreemde naam hoor. Het lijkt net een kleine groene boom.

Ik maak neuriënd mijn eten klaar, en geniet van het voedsel dat in mijn lege maag beland. Als ik mijn eten klaar heb ga ik afwassen en ik besluit alles nog even extra goed schoon te maken. Ik schrob de pannen en borden stevig schoon totdat ik mijn eigen spiegelbeeld zie. Ik maak gekke bekken wanneer ik mijn eigen spiegelbeeld zie waardoor ik hard moet lachen om mezelf. Je kunt beter plezier uit dingen halen dan alles stom of vervelend vinden.

Ik berg al het keukengerei weer netjes op en loop naar boven. Boven heb ik al mijn kleding liggen. Ik verwissel mijn lichtblauwe jurk voor een witte japon. Ik kijk kort door het raam naar buiten en ik zie een schaduw snel bewegen. Even lijkt mijn hart te stoppen met kloppen, maar ik probeer mezelf wijs te maken dat het gewoon de bomen waren. Ik loop snel naar beneden en kijk nog een keer door het raam. Vooral om mezelf gerust te stellen dat er niemand is.

Het helpt niet er is niks buiten te zien, maar toch stelt het me niet gerust. Ik besluit mijn boek te gaan lezen. Pride and prejudice van Jane Austen. Ik merk dat ik langzaam rustiger word hoe verder ik in mijn boek kom. Ik word moe en leg mijn boek aan de kant. Ik wil net de vlam in de lantaarn op de tafel doven, als ik iets hoor.

Ik begin nu echt bang te worden. Weer hoor ik het geluid. Er loopt iets of iemand. Ik hoor voetstappen op de sneeuw. Ik probeer niet te gaan hyperventileren en heb mijn ademhaling net onder controle als ik ogen naar me voel staren. Ik kijk razendsnel naar het raam en zie iets wegduiken. Dit keer weet ik zeker dat dit geen boom was.

Ik pak snel een koekenpan van het aanrecht. Trillend pak ik de lantaarn vast. Ik haal diep adem en loop de kamer uit. Ik sta nu in de kleine hal. Trillend pak ik de deurknop vast. Ik durf hem niet om te draaien. Ik wil nog niet dood. Ik ben er nog niet klaar voor. Ik ben nog te jong. Wil nog veel te veel doen. En bovendien ik kan het niet maken om het bal te missen. Mijn eerste bal nog wel. Ik wil nog jong zijn. Verliefd worden. Ik adem trillend uit en open de deur. Ik stap niet meteen naar buiten maar kijk eerst of er iemand staat.

Ik stap naar buiten en haal beverig adem. Ik knijp zo hard in de koekenpan dat ik verbaasd ben dat hij niet breekt. Ik stap naar buiten en kijk snel om me heen. Gevaarlijk wijs ik met mijn koekenpan naar de punten waar ik naar kijk. Als er dan toch iemand is kan ik diegene meteen slaan.

Mijn lantaarn hou ik voor me uit zodat ik kan zien wat er voor me is. En eventueel wie er voor me is. Ik loop door en kom aan bij al het puin. Ik heb al een groot deel opgeruimd maar ik wou dat ik alles meteen had opgeruimd. De berg puin lijkt net op een gigantisch monster. Ik durf er niet voorbij te gaan. Ik voel me te zwak als ik van twee kanten niet kan zien wat er is.

Ik bid zachtjes op een goede afloop. Ik blijf even staan om mezelf te kalmeren maar vooral ook te bedenken wat ik ga doen. Verschillende stemmetjes in mijn hoofd vertellen me wat te doen. En ik kan er één ding uit wijs maken. Dat het verschrikkelijk dom zou zijn om er omheen te lopen. Behalve als ik dood wil.

Plotseling zie ik iets bewegen. "Ga weg van mijn terrein!" Ik probeer zelfverzekerd te klinken wat natuurlijk totaal mislukt. De schaduw is van een man dat zie ik meteen. Hij rent op me af en springt over me heen. Van de schrik laat ik mijn lantaarn vallen. De lantaarn valt op de berg puin kapot waardoor alles meteen in de brand vliegt. Ik kijk verschrikt naar het vuur, en word verstikt door de rook. Langzaam word het donkerder voor mijn ogen.

Zal dit het einde zijn?

Sorry voor het late hoofdstuk. Ik ga proberen hem morgen eerder online te zetten! Ik kan niets beloven helaas! Maar ik hoop dat jullie dot leuk vonden! En vooral ook benieuwd zijn hoe dit af gaat lopen, en wie degene is die zomaar op Malia's terrein liep😏. Tot morgen!

Groetjes mij!

Escaping from me ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu