The outsiders

Hulp

Sem werd wakker op een houten tafel. Boven hem was een klein lichtje dat de halve kamer verlichtte sem probeerde rechtop te zitten maar de wond deed nog veel pijn. Waar ben ik? Dacht sem. Hij pakte een stok dat naast hem stond en probeerde dit keer wel overeind te komen. Het was erg koud en de houten planken van de tafel waren ruw ineens vloog de deur open en een enorme windvlaag met sneeuw stootte naar binnen. een vreemde man liep de hut in hij had een lange mantel en een kap die zn gezicht bedekte. Hij deed zijn kap af en zei "ohw ik zie dat je bijgekomen bent." Sem knikte hij wist nog niet zo goed wat hij van hem moest vinden "ik ben edwart." Zei de man "welkom in het hol van de jagers" sem stond op met grote ogen keek hij edwart aan. "Geen zorgen" zei edwart "we doen je geen pijn we willen je helpen, als je nu mee wilt komen er is iemand die je wil spreken.."