Hoofdstuk 4 ~Arseni~ & ~Onbekende~

839 34 0
                                    

Sorry voor het lange wachten. Het is een kort hoofdstukje, maar ik ga proberen zo snel mogelijk er nog 1 bij op te zetten deze week. Ik ga ook proberen om van af nu wekelijks te updaten. Ik laat je nog weten welke dag dit zal zijn.

Enjoy!! En laat weten wat je er van vind.

Hoofdstuk 4 ~Arseni~

Ik was hier nu al twee dagen en Aleanders geur nam af. Ik had ook al een tijdje niemand gezien of gehoord, buiten de bedienden die me bloed kwamen brengen en ik raakte langzaam gefrustreerd. Ik hoorde mijn deur open gaan en ik rook de geur van bloed. Ik stond binnen de tellen bij de deur en slokte het bloed naar binnen. 'U moet rustiger drinken, mijn prins.' zei de bediende. Ik keek haar kwaad aan en ze kromp zichtbaar ineen. 'Ben je iets te weten gekomen, Mariska?' vroeg ik zacht. 'Nee, niemand heeft hem nog gezien nadat jij hem naar de logeerkamer hebt gebracht, allee toch niemand van het personeel.' zei ze. 'Wat bedoel je daarmee?' vroeg ik. 'Niets, mijn prins.' zei ze en ik voelde aan dat ze het niet durfde vertellen. 'Vertel het me. Ik moet het weten.' fluisterde ik gebroken. 'Er zijn onbekende geuren opgevangen bij de logeerkamer, maar niemand kan uitmaken van wie ze zijn of waar ze naar toe leiden.' 'Dus hij is niet zelf vertrokken? Iemand moet hem hebben, het kan niet anders.' zei ik tegen Mariska maar die was alweer verdwenen. ,,Wie kan hem hebben? Wie zou mij dat willen aandoen?'' vroeg ik mij af. Ik ging aan mijn bureau zitten en nam een pen en papier. Ik begon na te denken over wie het kon doen en ik begon namen op te schrijven. Ik zag dat er al snel een blad vol was. Ik schrok van vier namen op de lijst die er tussen stonden

Seraph

Seran

Raina (mam)

Ryan (pap)

Ik wilde hen doorstrepen, maar dat kon ik niet ik kon mezelf niet overtuigen dat ze niets met de verdwijning van mijn mate te maken hadden. Ik draaide het blad om en ik dacht na over de mensen die ik kon vertrouwen en ik kreeg maar één naam in mijn hoofd ... Solan. Ik vouwde het blad dubbel en verstopte het in mijn vloer - er zat een geheime opening waar ik kostbare stukken verborgen hield. Ik stond net rechtop toen de deur openging en Mariska binnenkwam met een glas bloed. 'Nog iets te weten gekomen?' vroeg ik. Ze schudde haar hoofd en ik merkte dat ik haar niet geloofde. 'Zet het glas daar maar neer.' Ik wees naar mijn nachtkastje. Ze zette het neer en voor ze weer kon verdwijnen had ik haar bij de nek vast en liet haar naar me op kijken. 'Vertel me wat je weet of ik zweer tot God dat je deze kamer niet levend verlaat.' zei ik naar waarheid. 'Seraph en Seran zouden meer weten.' fluisterde ze. Ik schrok, maar ik liet het niet blijken. Ik keek haar diep in de ogen en ik gebruikte mijn hypnose-krachten om haar te doen vergeten dat ze dit aan mij verteld had. 'Dank je wel voor het brengen, Mariska.' 'Graag gedaan, mijn prins.' zei ze en verliet de kamer nietsvermoedend. Ik nam het papier weer te voorschijn en zette een vogeltje voor Seran en Seraph hun namen. 'Ik zal te weten komen wat er met Aleander gebeurt is, al is het het laatste dat ik doe.' zei ik tegen niemand in het bijzonder -maar toch had iemand me gehoord.

~Onbekende ~

'Ik zal te weten komen wat er met Aleander gebeurt is, al is het het laatste dat ik doe.' hoorde ik de prins tegen zichzelf zeggen. Ik sloop weg van mijn verstop plaats en terug naar de kerkers of beter mijn laboratorium. Toen ik daar terug kwam zag ik dat de jongen zijn vingers bewogen en zijn ademhaling oneven was. Ik liep naar hem toe en zette het scherm aan om te zien wat er aan de hand was. Weer zag ik die zelfde beelden, maar ze werden steeds vager. Ik bleef het scherm strak aankijken. Ik schrok pas op wanneer ik een hand rond mijn pols voelden klemmen. 'Wat heb je met me gedaan?' vroeg een raspende beschuldigende stem voor hij zijn tanden in mijn keel zette. Ik nam een spuit met een paarsachtige vloeistof en spoot de inhoud in zijn lichaam. De jongen viel levenloos op de tafel maar niet voor hij 'mam' had gefluisterd.

Zijn pupillen stonden erg verwijdt dat je bijna geen irissen meer zag en hij had een doodsbange blik op zijn gezicht. Ik keek weer naar het scherm en zag telkens opnieuw en op een andere manier hoe hij de kroonprins zou vermoorden. Ik lachte bij mijn doorbraak. 'Waarom sta je hier zo te grijnzen?' vroeg mijn opperbevelhebber. 'Er is een doorbraak.' zei ik en grijnsde nog steeds. De opperbevelhebber keek naar het scherm en kreeg een kwaadaardige glimlach op zijn gezicht. 'Kun je zijn geest manipuleren?' vroeg hij ijzig. 'Ja.' zei ik vol overtuiging, toen wist ik nog niet dat ik mijn ondergang had getekend. 'Doe dat dan.' zei de opperbevelhebber. Ik ging meteen aan het werk. Ik voelde hoe een aanwezigheid zich achter mij bekend maakte en lippen zich op mijn nek drukte. 'Ga aan het werk en als je tijd hebt mag je even naar onze plek komen. Het wordt tijd dat je nog eens beloond wordt.' fluisterde de bevelhebber tegen mijn nek en rillingen van verlangen gingen door me heen. De opperbevelhebber glimlachte tegen mijn nek en gaf daar nog een laatste kus voor hij weer vertrok.

De hoeder van de prinsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu