dinsdag 6 september

30 5 0
                                    

"Let goed op jezelf hè," Zeg ik tegen Luca. "Lieve Noa, ik ga alleen maar op mijn scooter naar de snackbar voor mijn baantje, er gebeurt echt niks hoor," zegt hij terwijl hij me een kusje op mijn neus geeft. Ik sla mijn ogen neer," weet ik wel, maar ik blijf het toch zeggen." Grijnzend kijk ik in zijn chocolade bruine ogen. "Noa toch!" Lachend strijkt hij een haarlok uit mijn gezicht. "Ik moet nu echt gaan." Hij trekt een gezicht alsof hij er totaal geen zin in heeft, hij staat op en loopt naar de deur, hij kijkt nog een keer om,"doei, we bellen nog!" "Isgoed" zeg ik blij. Ik loop naar het raam van mijn kamer dat uitkijkt op de straat. Na een paar minuten komt Luca naar buiten. Het is zomer en hij heeft korte mouwen shirt aan dat zich strak om zijn gespierde lijf spant. Ik blijf net zolang kijken tot hij de straat uit is. Ik loop terug naar mijn bed en plof neer, kijkend om me heen fantaseer ik over deze middag. Het was zo gezellig! Plotseling zie ik zijn tas tegen de muur bij mijn bureau staan. "Shit, misschien moet ik hem nog even naar hem toebrengen," denk ik.

Even later zit ik op de fiets en rij ik de straat uit. Als ik de straat van de snackbar in wil fietsen wordt ik gehinderd door een menigte mensen. In de verte hoor ik het geluid van een naderende ambulance. Ik stap af en langzaam wring ik me door de menigte heen. Er wordt iemand op een brancard geladen en er staat een kapotte auto, ergens op de stoep ligt een scooter. Plotseling stokt mijn adem. Die scooter ken ik! Ik smijt mijn fiets neer en ren naar de brancard. Ik zie een jongens gezicht dat me heel bekend voorkomt. Over zijn verdere lichaam ligt een wit laken. Huilend probeer ik naar hem toe te gaan maar een van de ambulancebroeders houdt me tegen. "Luca!" Schreeuw ik. "Rustig maar meisje," zegt een vrouw sussend tegen me. "Ken je hem?" Ik kijk de vrouw aan ze is van middelbare leeftijd en ze heeft een uniform met het logo van de politie aan. Ik antwoordt niet, " is hij dood?" Vraag ik gesmoord. Ik kijk haar doordringend aan. Op haar gezicht komt medelijden. "Het spijt me zo!" Zegt de vrouw. Huilend stort ik in elkaar op de straat. "Luca..." mompel ik. Waarom? Waarom moest het Luca zijn?

Fake (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu