Chapitre une

271 23 3
                                    

Drie dagen. Drie dagen ben ik al wakker. Drie dagen heeft de jongen met het roze haar - Michael heet hij - naast mijn bed gezeten. Hij heeft me verteld over mijn leven voor het ongeluk. Blijkbaar ben ik geschept door een auto toen ik kwaad Michael’s huis uitliep. Ik heb vijf maanden in coma gelegen voor ik drie dagen geleden wakker werd. Michael heeft dag en nacht aan mijn bed gezeten. Ik kan me amper nog iets herinneren; mijn veertiende verjaardag is het laatste dat ik nog weet, tot groot verdriet van Michael. Hij heeft me nog niet verteld waar we elkaar van kennen.

“Luke,” Ik draai langzaam mijn hoofd naar de deur, waar een dokter staat, met een stapel papier in zijn handen. “Je mag naar huis. Als je geheugen niet binnen vier maanden terug is komt het waarschijnlijk nooit meer terug. Het spijt me.” Mijn ogen worden groot. Nooit meer? M-maar ik had een heel leven hiervoor! Ik kan dat toch niet allemaal achter me laten? Mijn hele leven is weg! Ik laat een zucht over mijn lippen rollen en knik. Er is toch niks dat ik eraan kan doen. Ik wil mijn geheugen weer terug. Ik wil weten wat er allemaal gebeurd is sinds mijn veertiende verjaardag. Ik wil weten waar ik Michael van ken en waarom hij zo gehecht aan me is. Ik bedoel, als we geen hele goede band hebben gehad had hij echt niet elke dag aan mijn bed gezeten. Hij had gewoon verder gegaan met zijn leven zonder zich druk te maken om mij. Maar nee, hij bleef. Nu zit hij er nog. Al de hele tijd houd hij mijn hand vast en ik moet zeggen dat ik het helemaal niet erg vindt. Het voelt vertrouwd, alsof het altijd al zo geweest is. Misschien is het dat ook wel maar weet ik het zelf niet. Misschien… misschien waren we wel samen voor het ongeluk. Misschien waren we al heel lang samen, ik heb geen flauw idee. Ik weet echt helemaal niks meer en ik word er gek van. Ik weet alleen dat Michael me bekend voor komt, maar dat is ook het enige. Ik kan hem overal van kennen. Ik wil het weten.

“Michael?” De jongen die naast me zit kijkt op en glimlacht. Hij is zo mooi. Zijn groene ogen. Zijn roze haar. De piercing in zijn wenkbrauw. Zijn superschattige lach. God, ik lijk wel een verliefd tienermeisje. “Waar kennen we elkaar van?” Michael bijt op zijn lip en kijkt uit het raam. Het is begin december en het sneeuwt zachtjes. “We, uhm, we zaten samen in een band; 5 Seconds Of Summer, met nog twee jongens. Ashton en Calum.” Ik knik langzaam. Een band. Dat is best heel cool. “Waren we beroemd ofzo?” Nu knikt Michael. Een glimlach verschijnt op zijn gezicht. “We zijn op tour geweest met One Direction, en we hebben een eigen album en volgend jaar gaan… uhm, gingen we op tour.” One Direction. Waarom weet ik niet wie ze zijn? Waarom kan ik me niks meer herinneren? Waarom ik? Uit al die zeven miljard mensen op aarde, ben ik het. Wat een kutleven heb ik. Jezus. Ik wil mijn oude leven weer terug. Hoewel ik niet eens weet hoe mijn oude leven was, weet ik heel zeker dat het tien keer beter was dan nu. Ik sluit mijn ogen. Een zwarte leegte. Dat zie je meestal als je je ogen dicht doet. Ik zie ook een podium. Een drumstel met een onbekende jongen erachter. Drie jongens die gitaar spelen. Een enorme massa gillende meisjes. Alle jongens hebben een enorme glimlach op hun gezicht staan. De jongen met het blonde haar is aan het zingen. Ik word er vrolijk van. Die jongens hadden blijkbaar heel erg veel plezier in wat ze deden. Er is een jongen met roze haar. Wacht eens even. Het zou wel heel toevallig zijn als Michael dat was, of niet? En de jongen met het blonde haar ben ik dan, en die andere twee Ashton en Calum. Zou dat dan 5 Seconds Of Summer zijn? Dat zal dan wel. “Michael?” Vraag ik nog een keer. Een zachte ‘hmm’ komt er van zijn kant. “De laatste keer dat we speelden, had je toen een Rolling Stones shirt aan?” Ik merk dat hij opkijkt en een ‘what the fuck’ gezicht trekt. “Hoe weet jij dat?” Dus toch. Dat is 5 Seconds Of Summer. Ik… ik kan het me herinneren. Ik weet het weer. Wauw. Stel je voor dat de rest van mijn geheugen dan ook nog terug komt. “Ik herinner me het.” En dat was het moment dat ik Michael blijer dan ooit zag. Zijn hele gezicht lichtte op en hij sprong van zijn stoel af. Zijn ogen groot en met een enorme glimlach sprong hij op en neer voor hij zich op mij stortte. Hij sloeg zijn sterke armen om me heen en drukte me tegen zich aan. Dat was ook het moment dat ik weer eventjes gelukkig was. Gelukkig omdat er dus nog hoop is. Gelukkig, omdat ik me misschien weer alles kan gaan herinneren.

Amnesia - Dutch Muke Clemmings (DISCONTINUED)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu