Opbiechten

490 22 1
                                    

Hazel werd heel vroeg in de ochtend wakker van een zacht gesnik. Het kwam recht onder haar vandaan. Ze stapte uit haar bed en ging op onderzoek uit. Een verdieping lager hoorde ze het wat luider, gesmoorde snikken. Vanuit de stallen, waar Amira sliep. Voorzichtig opende ze de deur. Ze zag nog net dat Amira snel haar tranen wegveegde.

"Gaat het?" vroeg Hazel.

"Ja. Ja hoor, het is goed." antwoordde ze net iets te opgewekt.

"Heb je dromen?"

"Ja...  Hoe weet je dat?"

"Iedere halfgod heeft dromen. Ze betekenen altijd iets. Wat je ziet gebeurd meestal op het moment dat je het ziet of een herrinering uit het verleden."

"Volgens mij had ik het allebei tegelijk." zei ze en ze haalde haar neus op.

"Wil je me vertellen waar het over ging?" vroeg Hazel. Amira trok een onzeker gezicht.

"Dat kan ik denk ik beter tegen iedereen teglijk zeggen." ze durfde Hazel niet aan te kijken.

"Oke." fluisterde Hazel. Ze gaf Amira een aai over haar hoofd, al was het meisje ouder dan Hazal, en ze vertrok.

Toen ze met z'n zevenen aan de eettafel zaten zag Amira er wat neveus uit. Coach Hedge stond op de uitkijk en iedereen at vrolijk van zijn ontbijt. Om een of andere reden hadden Percy en Annabeth blauwe muffins.

"Hey jongens..." begon Amira zachtjes. Iedereen keek op.

"Ik moet jullie wat vertellen." ze keek naar haar lege bord alsof haar ogen eraan vastgelijmd waren.

"Ja, dat heb je zeker!" onderbrak Leo haar, "Ik bedoel, wie ben je? Waar kom je vandaan? En serieus, je weet niet eens wie je vader of moeder is!"

"Leo!" Piper keek boos, "Laat haar eens uitpraten. Vertel maar , Amira."

"Eigenlijk, weet ik wèl wie mijn vader is." zei ze scherp met haar blik op Leo gericht. "Of moet ik zeggen, vaders!"

Iedereen keek verward, waar leidde dit verhaal in godensnaam heen?

De dochter van De Grote Drie(griekse goden van percy jackson)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu