Hoofdstuk 7

212 5 3
                                    

Het is donker. Anne ziet niks. De kar hobbelt al uren over een hobbelige weg. Als de kar ineens met volle snelheid over een drempel rijdt, moet Anne haar inhouden om niet te kotsen. Ze is zo misselijk, moe en kapot van alles. Het had haar een paar jaar geleden meer gescheeld of ze ter dood gebracht werd dan nu. Nog liever is ze dood dan dit allemaal meemaken. Maar ze zal vechten om in leven te blijven. 
Het is rumoerig in de kar. Kinderen huilen, vrouwen klagen. Anne heeft geen idee waar haar familie is. Ze heeft geen zin om langs alle huilende, kotsende en chagrijnige mensen haar ouders te zoeken. Ze ziet toch geen steek. 

Naar Annes inschatting hebben ze nu ongeveer vijf uur gereden en het lijkt er nu toch echt op dat de kar tot stilstand komt. Anne weet niet of ze  blij moet zijn. Er gaat een klep open en Anne wordt verblind door het felste licht dat ze ooit gezien heeft. Ze ziet haar vader zitten, helemaal achterin de kar. Haar moeder en Margot ergens in het midden. Anne stapt uit en wil haar vader, haar moeder en zelfs Margot een knuffel geven. "Daar zijn jullie!" roept ze blij. Haar gezin reageert overigens niet erg blij. 
"Hè, wat is er nou. We zijn tenminste weer bij elkaar", probeert Anne, maar ook zij weet dat er geen reden voor positiviteit is. 
Een man staat te wachten op de families die uitstappen. Hij verwijst alle gezinnen naar een andere plek.  "Du musst in die Strafbaracke, weil du dich für uns versteckt hast", zegt de man tegen Annes vader. Anne kan wel een paar woordjes Duits verstaan, maar van deze zin begrijpt ze niets. "Wat zei hij?" fluistert Anne. "We moeten direct naar een strafbarak", reageert Annes vader, 'omdat we ondergedoken hebben gezeten."
"En wat houdt dat in?" vraagt Anne.
"Anne, we zien het allemaal wel..." 
"Ach, Otto!" bemoeit Annes moeder zich ermee. "Ze gaat het toch wel zien. Waarom zou je haar voorliegen? Anne, een strafbarak is een barak voor de 'ergste misdadigers', de onderduikers, zoals wij. Het is daar nog erger dan in de normale barakken."

Anne wil huilen. Echt keihard. Maar ze moeten. Ze zullen niet opgeven. Echte Franken geven niet op. 

-------------------------------------------------------------------

Dat was het weerrrrrrrrr tot de volgende keer

Anne FrankWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu