4

812 33 2
                                    

Het was bijna zover het was nu ongeveer half acht. De vier jongens liepen door de gangen opweg naar de whomping willow, de geheime ingang naar de shrieking shack. Het was al redelijk stil in de gangen. Alle leerlingen zaten in hun common rooms. Ze waren helemaal alleen, en een beetje nerveus. Vooral Sirius liep er maar slapjes bij. Hij deed heel veel moeite om de tranen te bedwingen zodat de anderen,en vooral Remus, het niet zouden merken. Alles ging goed, ze liepen ongemerkt door de gangen tot opeens Lupes: ah dag jongens, wat doen jullie hier nog zo laat in de gangen?    James en Sirius voelden hun drang om hem een klap te geven maar hielden zich in. Er mag niets fout gaan deze nacht. James: ten eerste zijn dat jouw zaken niet maar als je het toch zo graag wilt weten professor Dumbledore wou ons spreken. Dus laat ons nu maar gewoon met rust. Daahaag.   Lupes: *glimlacht overdreven* ho ho sorry ik probeerde gewoon vriendelijk te doen hoor, maar oke. Nog een fijne avond en de groeten van mij aan Dumbledore. Hij liep door. Maar de jongens zagen niet dat hij ze achtervolgde en alles zag wat er nu ging gebeuren.

Ze kwamen aan de whomping willow. James: tot morgen moony. Peter: ja, tot morgen. Ze gaven hem een schouderklopje en vertrokken al naar binnen. Sirius en Remus keken elkaar aan, sirius stak zijn hand uit naar Remus en Remus nam hem aan ze schudde elkaar de hand, ze bleven in elkaars ogen kijken en alsof ze elkaars gedachten konden lezen trokken ze elkaar op dezelfde moment in een omhelzing. Sirius: tot morgen moons.      James: *vanuit de verte* kom je, pads? Sirius en Remus kwamen los uit de omhelzing, gaven elkaar nog een knikje. Sirius ging naar binnen en Remus ging door de geheime doorgang.
Lupes had alles gezien en gehoord. Hij bleef nog even staan en na een paar minuten hoorde hij zacht het gehuil van een wolf.

Toen de drie andere jongens de volgende ochtend wakker werden was Lupes al weg. Sirius: zo te zien is onze macho een vroege vogel. Trouwens, ik zal Remus wel gaan halen. Ze hadden met Dumbledore afgesproken dat zij voor Remus gingen zorgen, aangezien de andere leerkrachten niks wisten over zijn geheim. James: moeten we niet mee?    Sirius: nee, het lukt ons wel.    James: oke dan. Sirius vertrok alleen naar de shrieking shack. Toen hij binnenkwam zag hij Remus op de grond liggen. Of hij bewusteloos was of dat hij sliep was moeilijk te zeggen. Hij ging naar hem toe en knielde naast hem neer. Hij had wat watjes en  een zalfje bij dat ze van Dumbledore gekregen hadden, want Remus zat weer onder de nieuwe littekens. Toen hij alle open wonden zag kwamen er tranen in zijn ogen. Op dat moment werd Remus wakker. Sirius veegde snel zijn tranen weg.  Remus probeerde moeizaam om recht te staan. Maar Sirius hield hem tegen. Sirius: wacht, blijf zitten Moony, laat me eerst de wonden verzorgen.     Remus: het gaat best hoor pads, ik kan het wel aan. Sirius voelde de tranen weer komen. Sirius: moony, kom op je moet je niet sterk houden, ik weet best dat het veel pijn doet. Hij gaf zichzelf over en bleef zitten. Sirius pakte een watje en deed er wat zalf op. Hij pakte Remus' hand vast en er ging een rilling door Remus heen. Kon ik hem maar vertellen wat ik echt voor hem voel, dacht Remus. Sirius dacht precies hetzelfde. Ondertussen waren alle wonden op zijn armen geheeld zodat er enkel een dun wit lijntje overbleef. Nu begon sirius aan de wonden op zijn gezicht. Hij heelde alle wonden. De laatste was de grootste op zijn voorhoofd. Hij veegde een pluk haar aan de kant en opeens ontmoetten hun ogen elkaar. Zo bleven ze, wat voor hun een eewigheid leek, in elkaars ogen staren. Tot opeens Remus een beetje voorover leunde, en alsof het een kettingreactie was kwam Sirius ook wat dichterbij. Remus voelde Sirius' zachte adem. Hij wilde net de laatste centimeters dat zich tussen hun bevonden vullen toen ze buiten een stem hoorden. James: moony...pads... zijn jullie daar nog! Ze ontwaakten uit hun trance en sirius heelde snel de laatste wond. Sirius: ik euh...denk dat we best naar buiten gaan. Hij probeerde een glimlach te verbergen. Remus: ik denk het ook. Hetzelfde gold voor hem. Ze bloosde allebei. Dan stond Sirius recht en hielp Remus overeind. Ze liepen naar buiten waar ze James ontmoetten en samen terug naar hun common room.

a wolfstar story: until the very end (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu