~Hoofdstuk 7~

10 2 0
                                    

Ik kijk op de borden en schrik als ik zie welke afdeling er is op verdieping vier....

...op verdieping vier is de afdeling oncologie. Ik loop stil en verward achter mijn moeder aan naar de lift. Oncologie, de afdeling voor mensen met kanker. Ik zucht diep, dit kan toch niet waar zijn? Ik kan toch geen kanker hebben?! Het is vast een foutje maak ik mezelf wijs. Ze hebben vast het bloed van iemand anders verward met mijn bloed, misschien wel een vrouw met de zelfde naam als mij. Maar een stemmetjes diep vanbinnen vertelt me iets heel anders. We gaan zitten op een stoel in de wachtruimte. Ik pak een blad van een stapel tijdschriften op de tafel voor me. Ik sla het open en probeer een stukje te lezen. Het lukt niet. Ik kan me gewoon niet concentreren. De hele tijd schiet er een stemmetje door mijn hoofd dat zegt "je hebt kanker". Ik doe het tijdschrift dicht en kijk naar de mensen in de wachtruimte. Er zit een de man de vriendelijk naar me knikt, ik knik terug. Ook zit er een jongen van een jaar of 20, zou hij ook kanker hebben? Als hij de pet die hij o heeft afdoet zie ik dat hij stekels heeft niet veel maar toch, waarschijnlijk heeft hij dus kanker gehad en is hij hier nu alleen voor controle. Ika kijk verder, naast een vrouw van een jaar of 30 zit een meisje. Ik gok zo dat ze 8 is, ze heeft een dik hoofd en is kaal. Ik slik zou ik ook kaal worden en een dik hoofd krijgen? Opeens schiet me die keerbdat we een meisje uit lachte te binnen ze had ook een dik hoofd en was ook kaal, als ik eraan terug denk schaam ik me diep. Opeens stoot mijn moeder me aan en schrik ik op uit mijn gedachten. "Kom we zijn aan de beurt". Ik sta op en leg het tijdschrift terug. Voor de deur van een spreekkamer staat een man van ongeveer 50 jaar. Hij geeft me een had en stelt zich voor als dokter Petersen. Oke van die achternaam had ik nog nooit gehoord. Maar goed. We gaan zitten aan zijn bureau zitten. "Nou ehmm" hij rommelt in wat papieren en lijkt dan eindelijk mijn naam te hebben gevonden. Wel dom eigenlijk aangezien ik mijn naam net nog heb gezegd toen ik hem een hand gaf. "Nou Ellen, ik heb helaas slecht nieuws voor je" zegt hij terwijl hij me aankijkt. "Je hebt kanker, leukemie om precies te zijn". Bam! Die komt binnen. Ik trek wit weg en denk bij mezelf wat kan die man dingen slecht verwoorden! Ik bedoel dat zeg je toch niet op zo'n manier? Of ligt dat aan mij? "Ellen?". Ik schrik op en kijk mijn moeder aan die met een wit gezicht een zakdoek aan het zoeken is in aan haar tas. "Als je leukemie hebt moet je chemokeuren ondergaan. Ik neem aan dat je weet wat chemokuren zijn?". Ik knik. "Oke fijn. Omdat je nog jong bent en dus meestal goed te behandelen bent willen we graag snel beginnen met de chemokuren. Want hoe eerder we beginnen hoe makkelijker behandelbaar je bent en hoe meer resultaat we hebben. Snap je dat?". Weer knik ik. "We moeten voor het geven van chemokuren wel de toestemming van jouw en één van je ouders hebben. Hebben we dat?" Vraagt dokter Petersen terwijl hij mij en mijn moeder aankijkt. "Ja" zegt mijn moeder.  En ik knik, ik kan namelijk niks anders dan knikken op dit moment. Na nog veel uitleg en nadat we folders met informatie hebben meegekregen mogen we naar huis. Maandag heb ik weer een afspraak dan met een verpleegkundige die me allemaal dingen gaat uitleggen over wat er gaat gebeuren. En zeer waarschijnlijk krijg ik dan donderdag mijn eerste kuur al. Veel vragen spoken door mijn hoofd.  Nog steeds kan ik het gewoon niet geloven. Op de terugrit naar huis is het stil in de auto beiden zeggen we niets we zitten allebei met onze eigen gedachten. Als we thuis zijn hang ik mijn jas aan de kapstok en loop naar boven. Als ik op mijn kamer ben laat ik me huilend op mijn bed vallen.

I'm a fighterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu