Opgesloten

83 2 0
                                    

De volgende morgen word ik gewekt door het stralende ochtendlicht. Als ik opsta gooi ik de balkondeuren open en adem de frisse ochtendlucht in.

Opa moet het heerlijk gevonden hebben om hier te wonen. Ik vind het in ieder geval nu al geweldig. Ik kan altijd met de trein naar vriendinnen toe en papa zou vandaag alle ongemakken oplossen zodat ik vanavond fatsoenlijk licht heb en gewoon normaal in bad kan.

Dus ja, wat is nou eigenlijk het probleem? Gewoon helemaal niets.

En het allermooiste is de vrijheid die ik hier heb. Een prachtig bos voor mij en mijn ouders helemaal alleen. Het is gewoon geweldig.

Nadat ik me aangekleed heb ga ik naar beneden om te ontbijten. Het is inmiddels al half 10. Als ik in de keuken kom zie ik dat mijn moeder ook aan het ontbijten is. 'Goedemorgen lieverd.' Zegt ze. 'Goedemorgen. Waar is papa?' Vraag ik.

'Die is even lampen halen en even met mensen praten zodat je sneller warm water hebt.'

Zwijgend zitten we met zijn tweeën aan het ontbijt.

'Mam?

Ja lieverd?

Ik denk dat ik zometeen de omgeving en het huis ga verkennen.

Natuurlijk, is goed lieverd doe jij maar lekker wat je moet doen dan regelen wij alles hier wel.

Oké dan ga ik nu.

Veel plezier lieverd!'

 Waar zal ik eens beginnen? Ik denk dat ik buiten maar begin, want ik geloof dat het vanmiddag zou gaan onweren dus dat lijkt me wel het handigst. 

Nadat ik warme kleding heb aangetrokken, het is inmiddels namelijk al begin november, ga ik naar buiten. 

Wat is de herfst toch mooi bedenk ik me ineens. Overal liggen allerlei kleuren bladeren op de grond. En overal zie ik prachtige paddestoelen.

Na een tijdje door het bos te hebben gewandeld, blijft mijn voet ineens achter een boomstronk haken. Ik gil en val heel hard op mijn neus. De tranen rollen van mijn wangen als ik besef dat mijn neus waarschijnlijk gebroken is.

Maar wat ik dan zie, trekt veel meer mijn aandacht dan mijn neus. 

Ik lig voor een groot gapend gat. Gelukkig kan ik er niet in vallen, want er staat een boom overheen. Heel raar, net alsof die boom wil verhinderen dat er iets uit of in het gat kan. 

De wortels van de boom zijn er als een soort tralies overheen gegroeid.

Zou het misschien een hol zijn van een vos of zo? Nee, dat kan toch niet? Die komt daar niet in. Een opslagplaats voor eten van een eekhoorn dan?

Maar als ik opsta en in het gat kijk zie ik iets wat ik wel heel apart vind. Dit kan geen toeval zijn. Iemand heeft dit zo gewild. Dat kan niet anders. Maar ja, ik wil wel graag weten wat het precies is.

Misschien kan ik in de schuur een zaag vinden.

 Na vijf minuten lang te hebben gerend kom ik bij het kleine schuurtje aan. 

Wel grappig zo'n klein schuurtje bij zo'n groot huis. Even moet ik lachen.

Maar dan bedenk ik waarvoor ik hier ook alweer was en loop naar de schuur om een zaag te zoeken.

Alleen als ik aan het deurtje van de schuur trek gaat hij niet open. 'Wat is dit nou weer?' Zeg ik.

Ik probeer het nog eens en nog eens, maar hij geeft maar niet mee.  

Oké dit wordt de laatste keer proberen dan. Ik trek met al mijn kracht aan het deurtje en opeens vliegt hij open. Ik ben zo verast dat ik naar achteren vlieg en omval.

RaadselsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu