The pain

4 1 0
                                    

POV. Percy

Ik hoor veel lawaai om me heen, geschreeuw, gekreun van pijn en ik hoor iets op de grond vallen. Ik open mijn ogen, he licht is zo vel dat het pijn doet, ik doe zuchtend weer mijn ogen dcht. Ik hoor iemand mijn naam roepen, ik hoor weer een kreun vol pijn. Opeens voel ik een hand op mijn schouder, weer hoor ik mijn naam alleen nu dichter bij, ik probeer mijn ogen weer te openen, het lukt, het licht is nog steeds vel, maar het is minder heftig. Ik laat mijn hoofd opzij vallen, ik zie Allison. Ik wordt helemaal warm van binnen, ik probeer te glimlachen. Haar wangen zijn nat van de tranen, ik probeer te vragen wat er is, maar er komt geen geluid uit mijn mond. Ze kijkt me aan, haar mond glimlacht, maar in haar ogen zie ik alleen maar onrust en verdriet. Ze aait over mijn hoofd. Ik sluit mijn ogen weer en val in een diepe, duistere slaap.

POV. Allison

 Er rollen tranen over mijn wangen ALLES gaat fout. Ik hoor de deur open en dicht gaan, waarschijnlijk gaat Mark Melissa naar buiten brengen en ergens begraven ofzo. Voetstappen komen mijn kant op, er wordt een hand op mijn schouder gelegd, 'Gaat het?' het is Rosa ik zucht 'Ik weet precies hoe je je voelt.' zegt ze. Mijn wenkbrouwen schieten omhoog, pijlsnel draai ik me om 'JE HEB GEEN ENKEL IDEE HOE IK ME VOEL.' krijs ik, haar gezicht vertrekt, boos kijkt ze me aan 'Alleen al het feit dat je dat denkt is egoistisch.' sist ze. Nu pas dringt het tot me door 'Je vindt hem leuk' ik klink verbaasd, mijn verbaasdheid slaat om in withete woede 'JE VINDT HEM LEUK?!' ik kijk haar minachtend aan 'We hebben gezoend.' zegt ze, ze klink vals. Ik schud mijn hoofd, ik moet het niet geloven, ik moet me niet op laten jutten. Ik draai me weer om naar Percy. Ik pak zijn hand vast en geef er een kneepje in, hij knijpt terug. Ik krijg een warm gevoel van binnen. Zodra hij wakker wordt gaan we terug naar Nederland. Ik hoor voetstappen bij me vandaan gaan, de deur gaat open en slaat weer dicht. 

Ik zit op een stoel naast Percy's bed. Slaperig open ik mijn ogen, ik rek me uit. Ik kan me niet eens meer herinneren dat ik hier ben gaan zitten. Ik kijk de kamer rond, Percy en ik zijn alleen, ik glimlach en sta op van de stoel. Ik aai met mijn hand over zijn wang. Ik voel weer tranen op komen, ik ben bang dat hij misschien helemaal niet meer wakker wordt, alweer. Ondanks dat hij vanmiddag even bij bewustzijn is geweest, in deze toestand kan elke minuut voor hem de laatste zijn. Ik hoor een gorgelend geluid, ik zie Percy's borst op en neer gaan, heel snel en gejaagd, hij kneunt. Ik sping geschrokken achteruit. Percy klauwt in zijn denkens, zijn open gaan open, hij kijkt me recht aan, zijn ogen zijn hel rood. 'Percy,' fluister ik 'gaat het goed?' hij antwoord niet, hij kijkt me alleen aandachrig aan, bijna alsof hij me bestudeert. Ik knipper met mijn ogen en opeens staat hij voor me. Hij grijpt mijn rechter pols vast en brengt hem naar zijn mond, ik hoor hem murmelen 'Honger, zo'n honger.' met een kreetje sping ik achteruit, blijkbaar schrikt hij van mijn onverwachtse beweging, mijn pols schiet los uit zijn handen. Het enige wat nu nog in mijn hoofd omgaat is de gedachte VLUCHT, ik ren naar de deur en open hem, gelukkig heeft niemand hem op slot gedaan. Ik ren naar de balie, er zit een verveelde zuster achten, ze kijkt me met opgetrokken wenkbrauw aan, ik ren snel door, ik hoor slepende voetstappen uit de gang komen, ik ren naar een deur en trek hem open, ik ren naar binnen en doe de deur op slot. Ik ga tegen de muur staan die het verst van de deur af staat en laat me er tegen aan zakken. Er stomen tranen over mijn wangen, ik ben hem kwijt. Dit had ik kunnen verwachten, hij is nu helemaal getransformeerd, hij zal nooit meer hetzelfde zijn. 

Ik zit nu, voor mijn gevoel, al uren tegen de muur aan, ineen gedoken. Ik weet niet wat ik moet doen, ik weet niet of hij voor de deur op me staat te wachten, of dat hij misschien gewoon een ander slachtoffer heeft gekozen. Plots hoor ik zacht geklop aan mijn deur, ik krimp ineen 'Alli?' hoor ik een jongensstem zeggen, het is Mark, denk ik. Langzaam schuifel ik naar de deur, ik leg mijn oor tegen de deur 'Mark? Ben jij dat?' ik fluister het, stel dat het niet Mark is, dan weet Percy waar ik zit, gelukkig is het Mark die antwoord 'Ja, kom naar buiten, we moeten hier weg.' hij kinkt dringen, serieus. Alsof hij vaker gebouwen heeft ontruimd. Langzaam haal ik de deur van het slot en open de deur. Als ik Mark zie vlieg ik hem gelijk om de hals, 'Ik was zo bang!' ik begin te huilen, 'Het is goed Alli. Alles komt goed.' sust hij me, hij aait langzaam en liefkozend over mijn rug. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder. Dan hoor ik een hpoge angstige gil, 'MARK! HIJ KOMT ERAAN!' het is Rosa, ze komt slippend de hoek om, Mark knikt en duwt me van zich af. 'Kom we moeten gaan.' zegt hij, ik knik. Hij pakt mijn hand vast en trekt me mee naar de uitgang, ook Rosa rent met ons mee, ik zie dat ze strompelt en er loopt een stroompje bloed over haar been, ik huiver, zou Percy dat gedaan hebben? Ik wil er niet overna denken, dan schiet me iets te binnen 'Wat gaat er nu eigenlijk met Percy gebeuren?' vraag ik, Mark kijkt me verdrietig aan, al zie ik oo keen glimp van boosheid en teleurstellig. Hij denkt lang na over zijn antwoord, maar het enige wat hij uiteindelijk antwoord is 'Ik zal hem moeten vermoorden Ali.'.

Keep reading and don't forget to be awesome xx

BittersweetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu