♥22

648 49 6
                                    

“Hé Bibelot, geeft die sleutel is aan?”

Met een zucht kijk ik op van mijn Frans boek. “Welke” vraag ik aan Jolie. “Die bij je voet” Jolie komt uit het busje, ons busje. Ik schuif de sleutel naar haar toe. Ik pak mijn Frans boek weer op. Het is maandag avond, en morgen gaat de bus naar de spuiter. “Zit ut nou nog niet in je kop?” vraagt Jolie met een schuin lachje. “Jij kunt makkelijk praten” zucht ik. “Jij spreekt de taal al.” Ze glimlacht schuin. “Ik ga chocomel halen, jij ook eentje?” vraag ik terwijl ik op sta. “Lekker!” komt er uit ons Barreltje. Ons Barreltje is de nieuwe bijnaam voor ons busje. Ik loop naar de koffieautomaat die in de hoek van de garage staat. De garage is een grote ruimte waar al Jim’s taxi’s staan. Verder is er een hoek waar de taxi’s, en ons Barreltje, gemaakt kunnen worden. Vroeger was deze ruimte een koeienstal. De enige koeien die er nu nog rond lopen zijn de taxichauffeurs.

Ik zet een bekertje onder de automaat en druk op ‘chocomel’. Ik leun tegen de muur en staar door het raam naar buiten terwijl de automaat het bekertje vult. De bosjes ritselen wat en de lamp die de ingang naast het raam verlicht knippert even. Het is een typische herfst. Ze wind waait hard, Sinterklaas is in het land en chocomel met bueno, natuurlijk. We zijn nog lang niet door die sponsor voorraad heen. Ik staar het duister in en glimlach vredig, maar die verdwijnt al snel. Er schiet een schim langs het raam. De schim. Het duurt een paar seconden voordat ik het realiseer, maar dan begin ik te rennen. Ik ren de garage uit. Ik hoor Jolie nog roepen: “Waar ga je heen?” maar ik trek me er niets van aan. Die stomme schim, of wie het ook wezen mag, krijg ik wel. Ik sla de deur open en kijk wild rond.

“Wie of wat je ook bent” schreeuw ik. “Kom nu maar tevoorschijn, anders kom ik je halen”

De bosjes ritselen. Mijn adem stokt. Daarna is het stil. Het enige wat ik hoor is mijn hart. “Kom dan!” schreeuw ik. “Kom maar op!” De bosjes ritselen weer. Langzaam komt een gestalte omhoog. “Sorry!” piept het. “Ik-“

“Sophie?” vraag ik aan het meisje dat achter de bosjes verscholen zit. “Ja” snik ze. “Ik, Ik w-w-wilde niet-“ stottert ze er achter aan. Ik loop naar de bosjes toe en help het huilende meisje uit de struiken. “Wat is er aan de hand?” vraag ik. Er volgde heel wat “Ik-jij” gestotter. “Kom maar even binnen, dan kan je alles uitleggen”

Sophie bleek heel erg gepest te worden op school. Ze was al niet populair, zoals ze zelf zei. Maar nadat ze vertelde dat ze naast mij woont, waren de poppen aan het dansen. Sophie zit op een andere school dan wij. Omdat wij nooit op tv gezegd hebben hoe het dorp heet waar we wonen had Sophie geen enkel bewijs dat ik ook echt naast haar woon. Het pesten werd met de dag erger. Ze wilde al een poosje aan me vragen of ik iets voor haar kon doen, maar durfde niet. Vandaag wilde ze weer weg lopen, maar ik hield haar tegen.

Jolie en ik besloten om haar te helpen. We hebben de eerste twee uur, waaronder de frans repetitie, gespijbeld. We zijn met de bus naar Sophie’s school gegaan. Sophie zit in de stad op school, dus in fietsen hadden we niet zo’n zin. We zijn rustig de klas in gelopen. Ik ben naast Sophie gaan zitten en Jolie in de bank erachter. We hebben zelfs onze boeken nog uit onze tas gehaald. Je had die hoofden van die brugpiepers moeten zien, echt geweldig. Toen de leerkracht met een verbaasd hoofd vroeg wie we waren antwoorde Jolie heel droog: “Jolie Landrieu en Bibelot Jansen, gitarist en bassist van The Flying Angels. Present.”

Het was eigenlijk wel bitterzoet. Je helpt iemand van gepest af, maar nu doen ze alleen maar aardig om verkeerde redenen. Toen we dit aan Jaylinn vertelde begon ze te lachen. Eerst snapte ik het niet, want het is totaal niet grappig. Maar later legde ze het uit. Bij het woord bitterzoet moest ze denken aan het nummer Bittersweet van Panic! At The Disco, wat betekende dat we ons nummer voor de tweede liveshow gevonden hadden!”

Licht Uit Spot AanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu