Tzaar wou iemand slaan. De juf, bij voorkeur, of één van die oudere leerlingen die zijn vriend Bonus gepest hadden. Hij hield zichzelf tegen en dat kostte hem alle concentratie die hij kon opbrengen. Slaan was slecht. Slaan was agressief. Slaan deed pijn. En het loste nooit iets op, integendeel. Hij was al te vaak op het matje geroepen. Deze keer zou hij niet slaan.
En verliezen. Als hij niet sloeg, verloor hij het spel. Maar dat was alleen maar een spel, alleen maar zijn spel. In de omgang met andere spel-geesten golden andere regels. Want Tzaar was een spel-geest, in de gedaante van een zwaarlijvige man met zandkleurige kledij en een hoed met twee gouden cirkels op. Als mensen zijn spel speelden, zou hij inspireren. Als hij kon en mocht, want hij moest nog veel leren.
"Tzaar! Wat heb ik zonet gezegd?"
"Niet slaan," zei hij, want dat was het enige waaraan hij nog gedacht had.
"Je let niet op."
Hij moest op zijn knieën, met het achterwerk naar boven. De leerkracht sloeg hem met een houten stok. Eén, twee, drie keer. Dat gebeurde er met leerlingen die niet opletten.
Waarom mocht zij wel slaan? Was dat dan niet slecht of agressief? Pijnlijk was het in elk geval. Hij mocht terug naar zijn plaats, zitten op zijn pijnlijke billen en met zijn handen boven tafel.
De les ging verder, maar Tzaar kon nog steeds niet opletten. Het zou beter gaan als hij iemand sloeg, dat wist hij zeker.
JE LEEST
Eerst de aanval (Spellenland 2)
FanfictionDe spel-geest Tzaar moet nog veel leren. Economie, zelfbeheersing, en het moeilijkste van allemaal: de eigen spelregels overtreden. Het lukt hem niet en hij wil weg, naar een plaats waar slaan gebeurt door plaatsinneming in plaats van pijn te doen.