Hoofdstuk 3

38 1 0
                                    

Het onmogelijke is mij overkomen. Ik heb iemand ontmoet. Een echt iemand, een mens, zoals ik. Iemand waar ik ook echt een gesprek mee kan voeren. En dat hebben we gedaan ook. Het was een lang, diepgaand en fijn gesprek. Zo'n gesprek waarvan je denkt: zo een wil ik er nog wel een keer hebben. Van een tweede is het jammer genoeg niet gekomen, we zijn beide in slaap gevallen. Hij ziet er grappig uit als hij slaapt. Zijn neusvleugels deinen op en neer en hij brabbelt wat onverstaanbare woorden. Ik grinnik zachtjes en ga weer liggen.

Ik droom, over dingen waar ik nog nooit van gehoord heb, die ik nog nooit gezien heb. Het is raar, maar het voelt verlichtend. Het voelt alsof alle bakstenen in mijn buik plots verdwenen  zijn. Ik voel me vrij, en het voelt geweldig.

"He" hoor ik zachtjes. "He, wakker worden". Langzaam doe ik mijn ogen open. Na een tijdje wordt alles scherp, de grijze muren, de andere kinderen en dan langzaam de jongen. De jongen, ik weet nog niet eens hoe hij heet. Anders om ook niet geloof ik. "he" zeg ik zachtjes, "ik ben wakker hoor". Hij lacht, en gaat naast me zitten. Ik vraag zijn naam, en hij blijkt Bryan te heten. Het past bij hem. Ik vertel hem mijn naam, Joan. Hij herhaalt hem een paar keer en glimlacht dan naar me.

Bryan en ik hebben samen onze theorieen uitgewisseld, over de andere kinderen. Hij denkt dat ze zijn gehersenspoelt, en daarom niets meer weten. Ook zei hij dat de hersenspoeling bij ons dan mislukt zou zijn. Ik heb er over nagedacht, en ik vind dat het toch een stuk logischer klinkt dan mijn verhaal over de gek geworden mensen. Daar was hij het mee eens.

 

Het paradijs zonder engelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu