Hoofdstuk 4

36 1 0
                                    

Het voelt fijn. Om te weten waarom de anderen niets zeggen. Of nou ja niet weten, maar er in ieder geval wel een betere oorzaak voor te hebben. Bryan en ik kennen elkaar nu al een tijdje. We zingen samen, dansen samen, doen spelletjes en sporten samen. Het dansen is niet omdat we in liefde zijn hoor, het is meer om de tijd te doden. Wat trouwens veel makkelijker gaat nu ik iemand heb gevonden. Soms vraag ik me af hoe ik het heb uitgehouden, hier in mijn eentje.

Wij, - Bryan en ik - denken al een tijdje na over de volgende kwestie: waarom we niet hoeven te eten. Hoe ons lichaam overleeft zonder eten, of drinken. En ook over het feit dat we weten, dat we voedsel en vocht nodig hebben om te overleven. Het is allemaal een grote warboel in mijn hoofd op dit moment. Ik ga afleiding zoeken, en opper het idee voor een renwedstrijdje. Hij stemt in, en we lopen naar gang nummer drie. Een erg lange gang, precies goed. 

De eerste paar keer win ik, maar ik word moe. Mijn snelheid is dan wel hoger, maar mijn uithoudingsvermogen kan niet tippen aan dat van Bryan. Na 8 keer op en neer rennen, staat het gelijk. We lassen een pauze in en leunen uitgeput tegen een muur. 

"Zullen we weer?" vraagt Bryan. " alleen nog het winnende punt" zeg ik nog altijd buiten adem. Hij knikt. We gaan klaarstaan en we tellen af. " 3, 2, 1, GO ". Ik ren zo hard ik kan, maar mijn benen willen niet meewerken. Mijn pas vertraagt, maar Bryan daar in tegen heeft de snelheid van een jachtluipaart. Ik probeer nog harder te gaan, ik moet en zal dit potje winnen. We zijn op de helft. Op driekwart. Nog een paar meter, en dan gebeurt het.

Ik struikel over mijn eigen voet, en daarna weet ik niet meer wat er gebeurt, alles gaat zo snel. Plotseling voel ik pijnscheuten mijn lichaam indringen, en overnemen. Ik hoor een gil, alles wordt wazig. En dan zie ik helemaal niets meer.

Het paradijs zonder engelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu