Hoofdstuk 4

1 0 0
                                    

Om exact 23 minuten over drie scheurde een zwarte Grand Cherokee het Voerviaduct op. Omwille van het heerlijke, bijna zomerse weertje was er minder verkeer dan anders, maar toch was de weg niet geheel autovrij. De N264 leidde namelijk onherroepelijk naar de E314.
"Gaan we naar Zaventem?" vroeg Igone. Ze wist dat als je links bleef aanhouden na de oprit, je op de E40 richting Brussel terecht zou komen. Emir grijnsde.
"Ik vrees dat ons traject via een minder publieke luchthaven zal moeten gebeuren. Vergeet niet dat Aardlingen over het algemeen niet echt op de hoogte zijn van ons bestaan."
"Waarom eigenlijk niet?"
"Lang verhaal."
"Vertel het me toch maar, ik heb tijd."
Haar handen trilden van de spanning nu ze eenmaal vertrokken waren. De adrenaline, die eerst nog wild door haar bloed had gestroomd, was nu verdwenen, en de gedachte aan haar onherroepelijke keuze deed haar bijna hyperventileren. Ze had dringend afleiding nodig.
"Wel," zuchtte Emir, "Aeropolis is gesticht na de Tweede Wereldoorlog. Een groepje extreem intellectuele mensen, die intussen al twee mondiale conflicten hadden overleefd, hadden genoeg van al dat geweld en vonden dat de wereldleiders de boel volledig verziekt hadden. Daarom besloten ze een nieuwe samenleving op te richten, hoog in de lucht, weg van alle bullshit beneden."
De combinatie van elitaire woorden zoals 'mondiaal conflict' met 'bullshit' klonk haar vreemd in de oren. Het leek wel alsof ze een geschiedenisles kreeg van die ene leerkracht, die wanhopig graag cool wilde zijn.
"Jezus," stamelde Igone, "hoe kan het zijn dat niemand ooit over zoiets belangrijks gehoord heeft? Ik bedoel, het is toch ongelooflijk dat dit geen algemene kennis is?"
"Ja, dat is inderdaad niet te geloven. De meeste presidenten en ministers wisten het dan ook wel, maar ze konden het niet riskeren om de mensheid hiervan op de hoogte te brengen. Er was nood aan herstel, niet aan nog meer geweld en opstanden."
Beduusd schudde het meisje haar hoofd. Het bestaan van een onzichtbare stad in de wolken was één ding. Het feit dat die het gevolg was van een van de meest radicale gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis was nog iets anders. Heel even was ze stil en staarde wezenloos voor zich uit. Ondanks de snelheidslimiet van 70 km/u zigzagde Emir toch vlotjes tussen de andere auto's door aan 97km/u. Instinctief wilde haar rechtervoet zich in een denkbeeldige rem planten, maar ze negeerde het. Het laatste wat ze wilde, was overkomen als een angsthaas.
"Waarom moest de stad zo nodig een geheim blijven?" vroeg Igone, "Ik bedoel, zou je niet denken dat ze het nieuws net wilden verspreiden en zoveel mogelijk mensen wilden opnemen in hun nieuwe samenleving?"
De jongen vertraagde een beetje en stuurde de auto in een eindeloze bocht de E314 op. Hij reed zo snel dat het meisje zich moest vasthouden aan het portier om niet tegen hem aan te vallen.
"Je moet je voorstellen dat het toen enorm chaotische tijden waren", zei hij, alsof er niets aan de hand was, "Ja, de oorlog was inderdaad voorbij en dat zorgde voor optimisme, maar ik kan me heel goed voorstellen dat iedereen het geweld wel moe was. Mensen wisten dat er van vrede voorlopig niet veel in huis zou komen, aangezien de Koude Oorlog op dat punt onvermijdelijk was. Iedereen zou dus om een of andere reden wel gekozen hebben voor een uitweg, maar Aeropolis kon zoveel plaats niet bieden. Het is al heel impressionant dat de stichters een stad hebben kunnen bouwen, die bijna even groot is als New York, maar meer zat er op dat moment nog niet in."
"Meen je dat? Even groot als New York?"
"Iets kleiner, maar de schaal is wel vergelijkbaar, ja. Er waren wel nog enkele technische onzekerheden, dus uiteindelijk konden er zo'n 65.000 mensen vertrekken."
De auto reed eindelijk de snelweg op en Igone kon het portier weer loslaten. Zoals ze al had verwacht, bleef Emir links rijden, om zo de E40 richting Brussel te nemen.
"Technische problemen?"
Blijven ademen! Blijf afleiding zoeken.
"Ja, het had iets te maken met de balans en het gewicht. Maar om eerlijk te zijn, weet ik niet zoveel van de technische kant van de stad. Het is in ieder geval opgelost. Nu kan de stad in theorie drie keer het inwonersaantal van New York dragen, maar dat zouden we liever niet testen."
Igone was even stil, probeerde haar trillende handen in bedwang te houden. Haar ademhaling mocht dan wel bijna weer normaal zijn, maar haar maag strikte zich onmiskenbaar in een knoop van schuldgevoelens. De geschiedenispraatjes deden het niet echt voor haar. Integendeel, het leek allemaal zo fantastisch en bizar, dat het haar alleen nog maar meer deed rillen.
"Is er iets?" hoorde ze Emir vragen. Hij loodste de auto doorheen de draaiende oprit van de E40 aan een duizelingwekkende snelheid. Eenmaal op de snelweg gaf hij plankgas.
"Jezus Christus, Emir", riep Igone uit, "Jij met je roekeloze rijgedrag! Wil je dat we straks tegen een boom vliegen en letterlijk tot moes geslagen worden?"
De jongen bulderde van het lachen.
"Roekeloos rijgedrag? Wat ben jij avontuurlijk, zeg."
Bazig kruiste ze haar armen voor haar borst.
"Oh ja? Wel, ik ken niet meteen een andere beschrijving voor over de weg sjezen tegen 170 per uur. Jij wel soms?"
"Legaal in Duitsland?" grijnsde hij. Als Igone op dat moment geen doodsangsten had uitgestaan, had ze hem vast en zeker een mep verkocht. Woest keek ze hem aan, maar de kans om hem uit te schelden, kreeg ze niet.
"Relax, we zijn er bijna hoor. Nog maar een minuut of tien."
"Ja, als je aan dit tempo door blijft vlammen, is Zaventem inderdaad niet ver meer."
Igone wist niet goed waarom, maar de rijstijl van de jongen irriteerde haar mateloos. Kon hij nu niet gewoon normaal doen en haar leven niet in gevaar brengen? Ze was geen bangerik, maar de snelheid was zo duizelingwekkend, dat haar maag ervan kriebelde. Het feit dat die al behoorlijk in de knoop zat, hielp ook niet echt.
"Ik heb je toch al gezegd dat we daar niet heen gaan", mopperde Emir, terwijl hij bruusk remde en toeterde naar een Porsche Cayenne voor hem.
"Naar waar dan wel?"
Het meisje voelde dat ze stilaan haar geduld begon te verliezen. Wie dacht die omhooggevallen pummel wel niet dat hij is? Hij leek er in ieder geval niets van te merken.
"Dat zal je zo wel zien", grijnsde hij met een knipoog en verder liet hij geen woord meer los. Igone slaakte een diepe zucht en draaide haar rug naar hem toe, naar het voorbijflitsende landschap starend. Ze besloot dat het beter was om heel even haar mond te houden en tot tien te tellen, voor ze in een driftbui allerlei beledigingen naar zijn hoofd zou gooien. Achter zich hoorde ze hoe hij zachtjes de radio iets luider zette en op een gedempte toon mee begon te neuriën. Het lied kwam haar niet bekend voor, maar ze herkende de stem van de naar haar mening beste zanger op aarde, Alex Turner. Nieuwsgierig draaide ze zich om en probeerde naar het schermpje op het dashboard te gluren om de titel van het liedje te ontdekken.
"Aviation, The Last Shadow Puppets", antwoordde Emir, alsof hij haar gedachten kon lezen. Bijna voelde ze zich betrapt. Waarom leek het net alsof hij haar constant in de gaten hield?
"Hoe kan het dat je bekend bent met muziek van hier?" vroeg Igone, de rode blos op haar wangen negerend, "Was jullie stad niet volledig afgesloten van de buitenwereld?"
"Oh nee, hoor", grijnsde de jongen mysterieus "Jullie Aardlingen weten dan misschien niets over ons, maar wij kennen jullie beter dan je zou denken."
Hij keek haar aan met een gezicht dat duidelijk maakte dat hij niet van plan was meer te vertellen als ze er niet zelf achter vroeg. Zijn gebrek aan uitleg deed meteen weer een vurige ongeduldigheid in haar opflakkeren, maar Igone dwong zichzelf om kalm te blijven.
"Wat betekent dat nu weer?" vroeg ze, in een poging om zo ongeïnteresseerd mogelijk te klinken. Zijn plagerige bui maakte haar nerveus iets in haar wilde koste wat het kost hard to get spelen. Het was ronduit belachelijk, want ze had helemaal niets met die jongen. Hij was hooguit haar taxi naar haar vader. En dat ene moment in de deuropening van haar slaapkamer, waarbij ze oh zo cliché heel de wereld vergeten was, terwijl ze hem aanstaarde? Dat veel te melige ogenblik, dat je enkel tegenkomt in slechte romcoms en afgezaagde romantische scenes in boeken? Dat waren details en bovendien had ze het zich vast ingebeeld.
"Bloos je nu?" merkte Emir vol verbazing op. Zo snel en onopvallend mogelijk probeerde Igone haar gloeiende wangen achter haar al even rode haren te verbergen.
"Nee! En antwoord nu maar gewoon op mijn vraag!"
Ze kon hem niet zien, maar ze stelde zich maar al te levendig voor hoe hij geamuseerd grijnsde, terwijl hij de gigantische auto tussen de andere voertuigen op de snelweg naar de afrit dirigeerde. Sterrebeek? Hun eindbestemming was haar een raadsel, maar intussen had ze dat soort vragen al opgegeven. Emir zou toch weigeren om er antwoord op te geven.
"Wel ja, jij bent ook snel op je teentjes getrapt. En stop nu eens met dat gewiebel! Ik word echt zenuwachtig van je."
De jongen grinnikte, en Igone moest haar uiterste best doen om niet uit de auto te springen van ergernis. Ergens had hij natuurlijk wel gelijk. Normaal gezien dat ze helemaal niet zo snel op haar paard. Integendeel, ze vond van zichzelf dat ze best wel tegen een stootje kon op dat vlak. Met haar grote mond had ze altijd wel een weerwoord klaar om vervelende mensen te doen zwijgen, maar nu was het anders. Hoewel ze ervan overtuigd was dat ze de juiste beslissing gemaakt had, ging ze zowat dood vanbinnen. Ze mocht er niet aan denken wat er zou gebeuren als haar moeder het onhandig gekrabbelde briefje op de keukentafel ze vinden. Haar maag keerde zich om. Wat had ze toch gedaan? Ze had wel eens gehoord dat je naar buiten moest kijken als je ziek werd in de auto. Vastberaden staarde ze naar de voorbijflitsende bomen, maar die maakten het misselijke gevoel enkel erger. De duizelingwekkende snelheid deed er trouwens ook geen goed aan. In gedachten sprak ze zichzelf streng toe.
Kom op, meid, beheers jezelf! Je gaat NIET kotsen in deze auto. Je waagt het NIET!
Ze beet op haar tanden en dwong zichzelf beheerst diep in en uit te ademen. De drukkende geur van de leren zetels en PVC autotapijten deden haar bijna kokhalzen.
"Stop even!" mompelde ze tussen haar tanden door.
"Waarom?" vroeg Emir, zich van geen kwaad bewust, "Moet je naar de wc? Hou dan nog even in, want we zijn er bijna."
"Nee, stop nu! Ik moet kotsen!"
Verschrikt vlogen zijn ogen naar Igone en toen hij haar lijkbleke gezicht zag, smeet hij zijn auto aan de zijkant van de weg. Hij vloekte binnensmonds. Het meisje had nog net de tijd om half naar buiten te vallen en de darmen uit haar lijf te braken. Enkele voorbijgangers staarden wantrouwig naar het vreemde tafereel. Een misselijk meisje en een jongen in een veel te dure auto, verdacht dicht in de buurt van de snelweg naar de luchthaven... Maar Igone besteedde er geen aandacht aan. Welgeteld zes minuten later zat ze opnieuw in de auto, met trillende benen en een zakdoek die rook naar overgeefsel.
"Alles oké?" vroeg Emir onhandig, terwijl hij haar onzeker een flesje water aanbood. Dankbaar nam ze het ding aan en goot de inhoud in een teug naar binnen. De vieze smaak in haar mond bleef hardnekkig plakken, maar ze voelde zich wel al stukken beter.
"Ja, het gaat wel weer", mompelde ze zwakjes. Ze schaamde zich dood, maar probeerde zich een houding te geven door haar rug te rechten en van onderwerp te veranderen.
"Zijn we er bijna?"
De jongen kon een grijns niet onderdrukken.

LuchthoogWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu