"Archeologie?" vroeg Nathan met een lichte verbazing in zijn stem. Igone's arm deed nog steeds een beetje pijn van de gigantische spuit die zich nog geen kwartier geleden in haar rechterarm geboord had. Een klein vrouwtje met een appelrond gezicht had haar verzekerd dat het nodig was, om besmettelijke ziektes te vermijden, maar het meisje was bijna flauwgevallen. Waarschijnlijk was niet enkel de dikke naald, maar ook het plotse dichtdraaien van haar adrenalinekraan daar schuldig aan. Ze was al blij dat ze niet weer had moeten kotsen.
Het tweetal stak net een drukke straat over. Een chaos aan fietsen, motors en kleine stadsautootjes bedekte bijna elke centimeter van het wegoppervlak. Geamuseerd bedacht het meisje zich hoe ironisch het was dat zelfs een geavanceerde samenleving, zoals Aeropolis, deze universele en eeuwige frustratie niet kon vermijden.
"Jup," reageerde ze, "geschiedenis en aardrijkskunde waren in het middelbaar altijd al mijn lievelingsvakken, dus waarom ook niet? Mijn examens in januari waren misschien niet allemaal top, maar mijn meter vertelde me dat dat vrij normaal is in het eerste jaar."
"Meter?"
Geschrokken sprong Igone opzij toen een gigantische motorfiets luid naar haar toeterde, maar Nathan leek het niet eens op te merken. Woest gedrag op de weg leek geen uitzondering hier en het meisje vroeg zich af of het concept van politie deze stad misschien onbekend was. Ze moest meteen denken aan Emirs onorthodoxe rijstijl. Het knaagde aan haar dat hij er zo plots en zonder afscheid vandoor was gegaan. Ja, ze kenden elkaar natuurlijk niet echt en strikt genomen was hij gewoon haar taxichauffeur geweest. Hij was haar niets verschuldigd, maar toch...
"Je weet wel," reageerde ze op Nathans opmerking, "die ene ouderejaarsstudent, die een groentje, zoals ik, toegewezen krijgt om voor te zorgen. Meestal ook lid van de studentenkring."
Ze keek haar vader aan en kon de woorden bijna in zijn hoofd zien malen. Automatisch krulden haar lippen in een glimlach. Het bleef een vreemde gedachte dat deze man de persoon was waar ze al zo lang naar op zoek was. Tijdens hun ietwat ongemakkelijke, maar toch aandoenlijke ontmoeting had ook de tweede aanwezige, die Herbert bleek te heten, zich van het toneel verwijderd. Daarop had Nathan haar voorgesteld een kleine wandeling te maken door de stad, zodat Igone al een eerste indruk kon krijgen. Later zou ze nog wel tijd hebben elk hoekje en kantje te ontdekken, had hij gezegd, al zou hij waarschijnlijk niet degene zijn, die haar alles zou kunnen tonen. Werk, het eeuwige excuus van elke ouder, bleek daar verantwoordelijk voor te zijn. Blijkbaar lagen er enkele belangrijke dossiers op hem te wachten en meer van dat soort onzin. Igone kon niet ontkennen dat ze stiekem ontzettend teleurgesteld was, want tijd doorbrengen met Nathan was tenslotte de reden dat ze de reis überhaupt gemaakt had. Maar ze liet er niets van merken, want ergens had ze de bui al voelen hangen. Haar vader was tenslotte minister. Hij had geprobeerd haar gerust te stellen met de belofte aan allerlei soorten leuke dingen, die ze samen nog konden doen. Het meisje wist niet zeker of ze hem wel wilde vertellen dat ze niet van plan was om heel erg lang te blijven. Diep vanbinnen zat de situatie met haar moeder haar nog steeds behoorlijk dwars. De afgelopen uren had ze wanhopig elke voorstelling Clarisse uit haar hoofd proberen te bannen. Intussen moest ze het briefje al wel gevonden hebben en het veel te realistische beeld van haar wanhopige reactie daarop spookte onophoudelijk door Igone's hoofd. Ze nam zich voor om Emir te vragen haar de volgende dag weer naar huis te brengen. Tenminste, als ze hem intussen nog zou zien. Tot die tijd nam ze maar al te graag Nathans voorstel aan. Ze verdiende dit.
Intussen leidde Nathan haar door smalle, schattige straatjes, die er allemaal heel netjes bijlagen. Je zou er bijna letterlijk van de grond kunnen eten. Na drie kronkelige bochten was haar oriëntatiegevoel al helemaal de weg kwijt, maar toch was het overduidelijk dat er een bepaalde regelmaat in het stadsplan zat. Ze was er alleen nog niet achter wat dat dan wel mocht zijn. De verschillende soorten huizen, die ze vanuit de lucht al had gezien, bleek van dichtbij enkel nog spectaculairder te zijn. Glanzende, hypermoderne villa's, schattige Scandinavische huisjes, smalle gebouwen uit natuursteen versierd met Hindoeïstische motieven en neoklassieke appartementsblokken volgden elkaar willekeurig op. Hoewel ze zich in de kern van de stad bevonden, was er aan groen geen gebrek. Naast de struiken en bomen, die netjes op een rij tussen de straatstenen gepland waren, hielden de inwoners er blijkbaar ook van om zelf bloemen en planten op hun vensterbanken te zetten. Maar het meest bizarre van al was de schijnbaar willekeurige aanwezigheid van allerlei dieren. Af en toe hoorde ze een koe loeien, bracht een briesje een vlaag van mestgeur in haar neus of betrapte ze de spiedende ogen van een kip op een balkon boven haar. Ze werd er een beetje ongemakkelijk van, maar niet enkel het vee staarde. De mensen deden dat ook. Het onbehaaglijke gevoel van prikkende blikken overal om haar heen maakte haar onzeker, maar ze keken niet echt naar haar. Het slachtoffer van alle aandacht bleek Nathan te zijn. Een klein meisje rukte aan de zoom van haar moeders pastelgele bloemenjurk en wees enthousiast naar de befaamde voorbijganger. Twee tienerjongen op een bankje onderbraken hun innige zoen om met grote ogen en veel gefluister naar de man te kijken. Een ouder vrouwtje bood hem zelfs een zelfgebakken wafel aan, die hij met een grote glimlach aannam. Het mens viel bijna van haar stokje en moest door een jongere man met gelijkaardige gelaatstrekken gekalmeerd worden. Pas op dat moment herinnerde ze zich Emirs opmerking.
Hij is zo immens populair. Het volk hangt zo'n beetje aan zijn lippen.
"Ik wist niet dat politici hier van zo'n status genoten", merkte Igone pseudo-ongeïnteresseerd op, "Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat je een filmster was."
Haar vader grinnikte.
"Die jongen heeft zijn mond niet kunnen houden, zie ik", grijnsde hij.
"Misschien maar beter ook", reageerde het meisje. Met opzet schonk ze een overdreven stralende glimlach naar een kalende man, die het tweetal zonder gêne met open mond aanstaarde. Toen hij Igone in de gaten kreeg, transformeerde zijn hoofd in een rijpe tomaat en ging hij verwoed verder met het vegen van de stoep.
"Als ik het niet had geweten, was ik helemaal niet voorbereid op deze gekte."
Nathan keek haar geamuseerd aan, met iets van trotsheid in zijn blik, die Igone bijna deed overstromen van geluk.
"Oh, ik denk dat jij je prima redt, hoor", zei hij. Het meisje reageerde niet, haar aandacht alweer op iets anders gericht.
"Is heel de stad zo... bruisend?" vroeg ze met een half oog op een groepje straatmuzikanten. Ze speelden niet slecht, maar Igone's geoefende oren bespeurden hier en daar toch een ferme valse noot. Toch wisten ze een gezellig sfeertje te creëren, dus ze probeerde er niet al te veel op te letten. Rond hen had zich een kleine menigte verzameld en het meisje was blij dat ze te erg in beslag genomen waren door de muziek om haar vader op te merken. Het was echter bijna onmogelijk om zich een weg te kunnen banen tussen de mensen. Niet voor het eerst viel het haar op hoe ontzettend druk het was in de smalle straatjes.
"Ja," knikte Nathan met een lichte grimmige ondertoon in zijn stem, "overbevolking is een van de grootste problemen van deze stad. We hebben dringend meer ruimte nodig, maar daar wordt voor gezorgd."
Igone vroeg zich af wat hij daarmee bedoelde, maar besloot dat ze zich niet te veel wilde mengen in de politieke wereld van de stad. Ze was hier tenslotte om haar vader te leren kennen, niet om alles te weten te komen over het bestuur. Dat was wel het laatste wat ze wilde. Nathan gebaarde haar hem te volgen, blijkbaar plots verlost van zijn beleidsmatige kopzorgen. Zelfzeker stapte hij op de massa af, die automatisch, als de Rode Zee voor Mozes, voor hem week. Met een lichte blos volgde het meisje zijn spoor, niet zeker of ze al die aandacht wel zo leuk vond. Ze was niet verlegen en het was ook niet voor haar, maar toch. Na een tussenstop gemaakt te hebben om een aanzienlijke duit in de openliggende vioolkoffer te gooien, zette hij onder goedkeurend oog van het publiek zijn tocht verder.
"Ik begrijp het", mompelde Igone, meer tegen zichzelf dan tegen iemand anders, "Imagebuilding."
Haar vader schonk haar een schuldige grijns.
"Sorry, misschien moeten we een rustigere plek opzoeken. Ik had er niet bij stilgestaan dat dit misschien een beetje een vreemde ervaring voor je is."
"Oh, nee, ik ben het wel een klein beetje gewend, hoor."
Als dochter van een grote naam in de operawereld, gebeurde het meer dan eens dat muziekliefhebbers haar moeder zonder pardon aanspraken op straat. Clarisse had geen last van stormlopen of extreem gestaar, zoals bij Nathan het geval was, maar het gebeurde toch vaak genoeg om Igone als 'dochter van' te bestempelen. Ooit was Dimonia zelfs enkele keren op nationale televisie gekomen met een van de grootste voorstellingen in de Belgische geschiedenis. Hoewel het meisje toen pas dertien jaar was geweest, kon ze zich nog levendig herinneren hoe de telefoon roodgloeiend stond en hoe plots elk kind van haar klas in de muziekschool bevriend met haar wilde zijn. Clarisse kon vervelende mensen steeds op een charmante manier afwimpelen, maar dat talent had Igone jammer genoeg niet geërfd. De gedachte aan haar moeder maakte haar hart zwaar. Nathan keek haar aan met een meelevende glimlach, alsof hij haar gedachten kon lezen, maar zei niets. Dat vond ze maar best zo. Ze was nog niet klaar om te stoppen met het negeren van de olifant in de kamer.
"Waar gaan we heen?" vroeg ze daarom snel.
"Ik wilde je graag het Ronde Plein tonen voor we naar huis gaan", zei hij en staarde naar het streepje lichtroze lucht tussen de gebouwen, "Het zal niet heel lang meer licht blijven en ik vind dat je het toch wel echt gezien moet hebben."
Igone vroeg zich af of hij daarmee doelde op haar plannen om snel weer naar huis te keren, maar ze zweeg. Ook zij richtte haar blik omhoog. Het was een lange dag geweest, ondanks het feit dat het op haar huidige plaats zo'n twee uur later was dan in Leuven. Ze was moe, maar ze wilde toch nog zo veel mogelijk van de stad gezien hebben. Ze knikte.
JE LEEST
Luchthoog
Science FictionDe negentienjarige Igone Dumont groeide op als enig kind van een alleenstaande operazangeres. Wanneer ze na een avondje stappen plots wordt aangesproken door de mysterieuze Emir, komt er eensklaps een einde aan haar vaderloze bestaan. Igone blijkt d...