De KPB en de vloek van de maan

piraten

Noah loopt een paar rondjes op het schip, maar als hij 10 minuten bezig is begint hij honger te krijgen. hij besluit om te gaan eten hij kijkt nog even extra door het ruim en merkt dan dat er eigenlijk niks eetbaars is op het schip, eigenlijk alleen maar verrot fruit. met een sip gezicht loopt Noah naar het dek en gaat daar op de reling van het schip zitten zijn voeten houd hij een klein beestje in het water, het voeld heerlijk om de zachte zee te voelen. Noah zit nog een tijdje te kijken naar de kalme zee, de zon schijnt op zijn gezicht. als hij zelfs stopt met kijken naar de zee ziet hij dat er een vissers bootje langs komt varen, Noah kijkt naar de boot en krijgt dan een idee. Noah begint te zwaaien, als hij door begint te krijgen dat dat niet helpt gaat hij weer op het dek staan ​​en klimt dan op de kapiteins hut. als hij eenmaal boven is gaat hij roepen en zwaaien. "Help help!" roept Noah niet veel helpt het maar na een roept toch de vissers boot in de richting van Noah varen. als de boot eenmaal stopt naast die van Noah slaat hij een zucht van opluchting. zou hij eten aan boord van het schip krijgen? zou hij wel aan boord mogen komen, of zouden ze hem niet vertrouwen? hij vraagt ​​het zich maar af, maar gaat dan toch van de kapiteins hut af en loopt naar de vissers boot toe. hij stopt bij de reling van zijn schip en bekijkt de vissersboot goed. "wat is het ding groot" zegt Noah tegen zich zelf. Noah kijkt zelfs nog of iemand naar buiten komt. dat gebeurd niet dus hij gaat maar roepen "hallo? is daar iemand" Noah krijgt geen antwoord maar hij hoort wel dat beweegt op de vissersboot. er komt een man uit met een vis in zijn hand en kijkt Noah lang aan. "* qui êtes vous?" Noah kijkt verward naar de man, hij kan helemaal geen frans. Noah trekt zijn schouders op. hoe moet hij nou zeggen dat hij niet frans is? de man kijkt omhoog naar de mast van Noah's boot "tu n'es pas français?" de man kijkt weer naar Noah die kijkt terug. "aah, tu n'es pas de france" en de man wenkt Noah dat hij hem mag volgen. Noah weet niet hoe hij moet zeggen dat hij honger heeft? of zouden ze ook een klein beestje Nederlands kunnen? Noah loopt via de plank de vissers boot op bij de eerste stap op de boot kraakt het al enorm. hij vraagt ​​zich af of het schip wel stevig is, maar Noah trekt de gedachten van zich af en loopt de man achter na. als de man stopt ziet Noah dat er een grote tafel is waar een kaart ligt, de man loopt er heen Noah volgt. als ze bij de tafel met de kaart zijn aangekomen wijst de man naar de kaart. Noah denkt te begrijpen wat hij bedoeld, als hij niet hun taal kan, kan Noah wel aan wijzen waar hij vandaan komt. dus Noah wijst Siam aan, hij komt er niet vandaan, maar hij woonde er wel, hij is geboren in Nederland maar ze gingen verhuizen toen hij zin vader verloren had naar Siam in Azie, maar hij kan helemaal geen thai's dus wijst hij toch snel Nederland aan. de mannen knikken een van hen stelt een vraag, waar Noah natuurlijk niks van begrijpt. Even later komt er een anderen Visser met 3 dingen in zijn handen naar Noah toe. Hij heeft: vis, een kaart en een stuk brood, alsof de vissers weten wat Noah wil, alleen de kaart begrijpt Noah niet zo goed als begint zijn maag wel al te knorren bij het kijken naar de vis en het brood. De visser legt de kaart, de vis en het brood op tafel. Nog later geeft de visser De vis en het brood aan Noah en de kaart rolt de visser open. Noah kijkt verbaast naar de kaart, hij had verwacht dat het een rechthoekige kaart was, maar dat is het niet, het is juist een ronde kaart. De man wijst naar een kruisje op de kaart, dat staat vaak bekend als een schat op een kaart. De man ratelt wat en kijkt dan naar Noah die zijn schouders op trekt. "Ik kom uit nederland", zegt Noah. De man kijkt verward naar Noah. Ik wil hier weg, zegt Noah tegen zich zelf. Hij weet niet eens wat ze dat zeggen is niet het ergste, wat willen de mannen van hem en waarom wijst de man in godsnaam naar een kruisje op een kaart. De man probeert blijkbaar wat meer Nederlands te praten. "Kruize op kaarte, is schat" zegt de man. Noah kan het half verstaan ​​Kruis op de kaart, is schat. Vertaalt Noah voor de man. De man knikt draaft alsof hij de hoogste berg heeft beklommen. Noah lacht een beestje ongemakkelijk. De man gaat verder met praten. "Wij u nodig" en hij duwd de kaart in Noah's handen. Nu begrijpt Noah er helemaal niks meer van, zij hebben hen nodig? "Ik, begrijp u niet" zegt Noah dus maar. "Die steen, is sleutel" het wordt steeds gekker, maar toch kijkt Noah naar de robijn aan zijn ketting waar de man naar wijst. "U bent piraat" Noah begint het heet en benauwd te krijgen en wil zo snel mogelijk weg van deze rare mensen, hij wilden alleen maar zelfs eten, maar daar heeft hij nu ook niet echt zin meer in. "Ik ga weg!" Roept Noah en hij staat op. Ook de vissers staan ​​op en proberen Noah tegen te houden. "Ik ken je vader" zegt een visser die best goed English kan praten. Noah staat meteen stil. "Rustig, jij bent Noah , niet waar?" En de visser houd een hand op Noah's schouder. "Hoe kent u mijn vader?" En Noah draait zich om. "Ik was een van zijn bemanningsleden, ik heb jou toen ook gezien aan boord" Noah bekijkt de man goed. "Hoe heet u dan?" De man fronst zijn wenkbrauwen. "Je kent me vast niet meer, het is ook al 4 jaar geleden, ik was goed bevriend met je vader" de man houd even een hap lucht en gaat dan weer verder met praten. "Ik had je vader gewaarschuwd voor de duivels driehoek, Als ik de parel heb? Wat ik dan doen om mijn vader te redden?" De man knikt "dat is een slimme vraag, maar ik weet het niet alleen dat je naar de duivels driehoek moet gaan met de parel, meer weet ik niet" Noah knikt met een sip gezicht en loopt dan de deur uit. ", Zegt de man, Noah draait zich onmiddellijk om." "Je kompas" en de man komt met de kompas achter Noah aan rennen, maar dan rent de man plots weer terug. Noah kijkt verward op als de man weer weg rent, maar dan begrijpt Noah het. De man komt terug Rennen met een hele bak vol met brood en een flesje van leer. "Hier je kompas en nog wat brood" Noah overhandigd het brood en de kompas, het zijn zoveel broden dat er zeker wel al 4 zijn gevallen. "En de kaart?" Vraagt ​​Noah . De man kijkt naar Noah die staat te wankelen om niet het brood te laten vallen. " Ook Noah overhandigd de kaart en het flesje van leer en loopt daar mee weer naar zijn eigen schip. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. En dus loopt Noah het schip af zij eigen schip op legt daar de broden neer en het kompas en loopt weer de vissersboot op, daar staat Sebastiaan al te wachten met een nieuwe lading. Ook Noah overhandigd de kaart en het flesje van leer en loopt daar mee weer naar zijn eigen schip. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. Als Archer het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet lachen . De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. En dus loopt Noah het schip af zij eigen schip op legt daar de broden neer en het kompas en loopt weer de vissersboot op, daar staat Sebastiaan al te wachten met een nieuwe lading. Ook Noah overhandigd de kaart en het flesje van leer en loopt daar mee weer naar zijn eigen schip. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. En dus loopt Noah het schip af zij eigen schip op legt daar de broden neer en het kompas en loopt weer de vissersboot op, daar staat Sebastiaan al te wachten met een nieuwe lading. Ook Noah overhandigd de kaart en het flesje van leer en loopt daar mee weer naar zijn eigen schip. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. En dus loopt Noah het schip af zij eigen schip op legt daar de broden neer en het kompas en loopt weer de vissersboot op, daar staat Sebastiaan al te wachten met een nieuwe lading. Ook Noah overhandigd de kaart en het flesje van leer en loopt daar mee weer naar zijn eigen schip. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door. En dus loopt Noah het schip af zijn eigen schip op legt daar de broden neer en het kompas en loopt weer de vissersboot op, daar staat Sebastiaan al te wachten met een nieuwe lading. Ook Noah overhandigd de kaart en het flesje van leer en loopt daar mee weer naar zijn eigen schip. Als Noah het op het dek heeft neergelegd hij zich om en bedankt de man vriendelijk. "Dankje, ik hoop dat u nog veel vissen vangt vandaag" en Noah moet gniffelen. De man knikt en dan gaat de vissersboot er van door.