1: Inleiding

158 2 3
                                    

Nienke

Het is zover. Met trillende benen en een brok in haar keel staat ze voor het internaat. Boven de voordeur staat met ietwat griezelige letters "Het Huis Anubis". Nienke slikt. Oma zal wel weten waar ze haar naartoe stuurt. Het zal wel goed zijn, denkt ze. Ze zal haar uiterste best doen haar vooroordelen te negeren. Toch is er ergens een gevoel diep in haar hart dat het wel een tijdje zal duren voor ze hieraan gewend is.
Zullen de medebewoners een beetje aardig zijn? Hoe is de conciërge nou écht? Hoe zal het op school gaan? Zal ze veel vrienden maken?
Hoofdschuddend pakt ze haar koffer van de grond. Met nog steeds haar ogen gericht op het gigantische, duistere huis, loopt ze naar de voordeur.
Zonder aarzelen drukt ze op de deurbel. Als ze geen tijd heeft om na te denken, maakt ze het zichzelf alleen maar gemakkelijker.
De voordeur gaat open. Voor haar staat een man met een donkerblauwe overall.
"Nienke Martens?" vraagt de man, die haar met fronsende wenkbrauwen en een streng gezicht blijft aankijken.
"Ja," antwoord Nienke, zo zelfverzekerd mogelijk.
"Kom maar binnen."
Nienke krijgt er geen "dankjewel" meer uit. Ze wurmt zich zo soepel mogelijk langs de man en werpt haar blik op de schilderijen aan de wand. Het enige geluid wat ze hoort is het tikken van de klok.
Alsof de man haar gedachten kan lezen begint hij over de stilte.
"De andere bewoners zitten nog op school," vertelt hij, en gooit de deur achter zich dicht.
Nienke wipt even omhoog van de schrik en knikt dan vlug.
"Daar ga ik in ieder geval van uit," voegt hij er zuchtend aan toe.
"Zo, dan zal ik je nu even een korte rondleiding geven."
Nienke neemt zonder na te denken haar koffer met zich mee. Ietwat moeilijk sjouwt ze achter de man aan naar de woonkamer.
"Dit is de woonkamer. Het is de bedoeling dat iedereen voor tien uur in zijn of haar kamer is en na tienen wordt er niet meer rondgespookt door het huis," vertelt hij, terwijl hij zijn handen in zijn zakken steekt.
Nienke knikt goedkeurend. Ze kan de man amper volgen van de zenuwen, maar ze zal er vanzelf aan herinnert worden.
"Iedereen heeft recht op één telefoontje per dag, één uur computeren en er mag één uur televisie gekeken worden. Is dat duidelijk?"
Nienke kijkt op van de vazen waarnaar ze aan het kijken was en knikt opnieuw.
"Ja."
De man loopt richting de keuken. Nienke loopt wederom achter hem aan en bedenkt zich dan dat hij zich nog helemaal niet aan haar heeft voorgesteld. Ze heeft in ieder geval begrepen dat hij de conciërge is.
"Dit is de keuken. Hier rechts hangt een corvee-rooster, iedereen dient zich daaraan te houden. Ik zal ervoor zorgen dat ook jij op de lijst komt te staan. Ik duld geen tegenspraak over de taken en onderling wordt niet geruild. We hebben een huishoudster, haar naam is Trudie. Trudie heeft geen vaste dagen maar zal onder andere zorgen voor het eten, de boodschappen en de schoonmaak. Helder?"
"Ja," antwoord Nienke, ditmaal wat luider.
Nienke laat haar ogen glijden over het corvee-rooster. De namen dringen niet tot haar door maar de taken enigszins wel. De was draaien, opvouwen, stofzuigen, afwassen...
"Dan lopen we nu door naar de gang waar de jongens slapen," zegt de man, waarop Nienke vlug achter hem aan hobbelt.
Zonder de deuren te openen wijst hij naar de kamers.
"Dit is de slaapkamer van Appie en Jeroen. Op de kamer daarnaast slapen Fabian en Mick. Je zal zodra het gespuis weer terugkomt van school wel kennismaken met iedereen," mompelt hij, waarna hij weer langzaam richting de voordeur sjouwt.
Nienke pakt onhoorbaar zuchtend haar koffer weer beet en loopt achter hem aan de trap op. Onder de trap richting de slaapkamers van de jongens was nog een deur te zien, maar ze besloot niet te vragen wat daar was. Voor ze de trap op liep zat rechts nog een deur, die wagenwijd open stond. Ze keek vlug naar binnen en trok de conclusie dat dat het washok zat.
"Dit is mijn domein, daarbij dus ook verboden terrein," vertelt hij, met zijn blik streng op Nienke gericht.
Ze knikt braaf en volgt hem richting de gang met nog meer slaapkamers.
"Dit hier is de slaapkamer van Patricia en Joyce, hier rechts bevind zich de badkamer en hier..." De man opent de deur naast de andere slaapkamer.
"...hier slaapt Amber, vanaf nu dus samen met jou."
Nienke kijkt nieuwsgierig om zich heen.
Het is een behoorlijk roze kamer, met allerlei frutsels en knipsels van beroemdheden en vakantiefoto's.
Nienke zet haar koffer opgelucht naast haar bed en knikt goedkeurend.
"Oké," antwoord ze schor. "Dank u wel."
"We zijn nog niet klaar," bromt de man, die zich omdraait en de kamer verlaat.
Nienke's wenkbrauwen springen op en wandelt snel achter hem aan. De rondleiding lijkt geen einde te hebben. De deur trekt ze zachtjes achter zich dicht en blijft hem afwachtend aankijken.
"Achter deze deur bevind zich een trap naar de zolder. Daar slaapt Noa," vertelt hij. "Dan weet je nu alles te vinden. Trudie zal ook zo terugkomen van de supermarkt, dus mocht je klaar zijn met uitpakken dan verwachten we je beneden."
Met die woorden liep de man bij haar weg.
Nienke twijfelt even, maar besluit hem er toch op aan te spreken.
"U heeft zich nog niet voorgesteld," zegt ze voorzichtig.
De man draait zich om en kijkt haar emotieloos aan.
"Mijn naam is Victor Emanuel Rodenmaar. Ik ben de opzichter van dit internaat."
Nienke slikt en frutselt wat met haar handen. Ze tovert een klein glimlachje op haar gezicht en knikt dan. Vervolgens verlaat de man de gang en laat ze opgelucht haar adem los. Met snelle passen loopt ze naar haar slaapkamer en sluit de deur. Met een diepe zucht en gesloten ogen blijft ze even tegen de deur aan leunen. Ze rilt van de zenuwen en trekt een vies gezicht.
"Creep."
Ze loopt naar haar bed toe en begint met het opmaken ervan.

Het Huis Anubis: Hoe het allemaal begonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu