Die ouders van tegenwoordig

524 10 0
                                    

( De moeder is aan gekomen in het ziekenhuis)

'Liefje toche wat is er aan de hand, Lars zij dat je kleding voor 3 dagen nodig hebt'. 'Er is niks ernstich mam, het hart van het jongentje gaat iets te langzaam'. 'Dus jullie krijgen een jongetje'. 'Bijna goed we krijgen een jongtje en een meisje'. 'Aah dat is geweldig'. 'Maar over paar minuten gaan we het eerste testje doen'. 'oke '. 'Bel maar als je naar huis mag'.

( na drie dagen)

'Zo madam u mag naar huis'. 'Ja dat is fijn'. 'Komt iemand u ophalen'? 'Ja Lars is nu me ouders aan het bellen'. ( lars komt binnen) 'Liefje je moeder kan ons niet komen op halen ze is bij je tante Rosa'. 'En jouw ouders'. die willen geen contact meer met me'. 'Oo jij hebt toche een rij bewijs'? 'Ja hoezo'? 'Nou anders loop je naar huis en pik je de auto op het is toche maar 3 minuten lopen'. 'Ja is goed'.

( als ze in de auto zitten)

'Liefje wil je langs het huis van me ouders rijden'? 'Ja waarom'? 'Omdat mama iets smste dat ik even moest langs komen ze wou me iets vertellen'. 'Oke moet ik mee naar binnen straks'? 'Nee joh wacht jij maar in de auto'. 'Meen je dat'? 'Natuurlijk niet gekkie ik vind het juist fijn als je mee gaat'. 'Ja is goed hoe lang is het rijden'?  'Zoon 50 kilometer'. 'Oke dat valt ook nog mee'. 'Lars je weet dat we af gesproken hadden om daar te komen eten'. 'Ja weet ik toche'.

( Een maal binnen bij de ouders van Lara',

'Aah daar zijn jullie het eten staat al klaar'. 'Maar mam wat was er zo dringend'. 'Dat komt na het eten Wel Lara'.

( Na het eten )

'Lara zo als je weet zijn we nog al boos dat je het kind houd'. 'Ja maar jullie willen me steunen toche'. Lara dit was een hele moeilijken beslising we willen liefer geen contact meer met je'. 'Wat krijgen we nu'. 'Jullie wouden mijn steunen'. 'Ja bij je abortus'. 'Dit is wat heel anders'! 'Hou je klep pa'! 'Lara je kan boven je spullen halen'. ( Lara rent naar boven) 'He zus wat is er '. 'Weet je wat het is me ouders gooien me gewoon uit huis dat is er'. 'WAT'! 'Omdat ik me kind wil houden gooien ze me uit huis'. 'Maar ik pak me spullen en ben weg'. 'Waar ga je dan heen'. 'Ik ga bij Lars wonen'. 'Maar dat huis is te klein voor jullie en de baby's'.  'We gaan ook nog verhuizen'. 'Stuur je me het aderes dan kan ik eens langs komen als jullie dat goed vinden'. 'Zal ik doen Johan'.( Lara gaat weer naar beneden ) 'Stuur je een kaartje als de baby's zijn geboren'. 'Want ik wil weten hoe mijn klein kinderen er uit zien als ik op hun ga passen'. 'Dacht het niet, je zet mij nu uit huis en wilt geen contacht meer dan krijg je ook de kinderen niet te zien'. 'Maar daar heb ik recht op'. 'Ja en ik heb recht om hier te wonen maar dat krijg ik ook niet'. 'stuur je dan wel een kaartje'. 'Vliker toche op mens'. 'Kom Lars we kunnen gaan'. 'Lars jij stuurt toche wel een kaartje'.  'Nee ik ben het met Lara eens'.

( een maal bij Lars thuis)

'We moeten een woning zoeken'. 'Ja maar van welk geld'. 'Nou ik heb nog wat spaar geld'. 'en ik wil een baantje erbij nemen'. 'Ja en ik heb ook nog wel wat spaar geld'. 'Maar hoe zit het met school'. 'We moeten nog studeren'. 'De studie betalen je ouders toche'. 'Ja hoezo'? 'Nou anders kan je een online curses doen en dan kan je 2 dagen in de week naar een school'. 'En op die dagen waar gaan de kinderen dan naar toe'? 'Dat regelen we wel met school'.'Oke we kunnen op Markt plaats wel naar een aparte mentje en spulletjes voor de baby zoeken'. 'Ja dat kan'. 'Dit gaat ons lukken'.

zwanger...wat nu?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu