2. Big New World

609 30 2
                                    

'...Snapt u dat, mevrouw?' vraagt de man sterk articulerend. Opeens ben ik weer in de echte wereld.
'M-m,' antwoord ik op een geïnteresseerde toon, zodat het lijkt alsof ik opgelet heb.
'Goed dan gaan we nu verder, loop maar mee.' We lopen een aantal gangen door en stappen vervolgens in een lift die ons naar een andere verdieping leidt. Als de liftdeuren open gaan zie ik ze. Daar staan ze: mijn zusjes en broertje. Heel even blijf ik verstijfd staan. Ze rennen huilend van blijdschap en misschien wel opluchting naar me toe en omhelzen me. In de tijd dat mijn ouders ziek waren, ben ik de moeder-figuur voor hun geweest. Ik denk dat dat onze band sterker heeft gemaakt. Ik kijk specifiek naar Dionn, maar hij ziet er vrolijk en gezond uit, dus ik neem aan dat hij genezen is.

Gibbson - want zo heet de kale man die me begeleid heeft blijkbaar - gebaart dat we verder moeten gaan. We lopen met z'n alle naar een nieuwe kamer waar vier mensen staan. Gibbson zegt dat ze onze begeleiders zijn. Een jonge man, die eigenlijk best wel knap is, loopt naar me toe. Hij steekt zijn hand uit en stelt zichzelf voor: 'Hoi, ik ben Thomas en ik zal jouw begeleider door deze wereld.' Hij eindigt de zin charmant met een lief klein lachje.

We lopen weer verder, deze keer naar buiten. De deuren zijn gemaakt van spiegels en er gaat een diagonale lijn overheen, waar de twee deuren los van elkaar komen. Als we buiten zijn verstijf ik even: er staan dui-zen-den mensen voor ons met dunne, zwarte plaatjes in hun handen die naar mij gericht zijn. Achter mij mompelt iemand iets over paparazzi, dus ik neem aan dat die zwarte plaatjes gewoon hele dunne camera's zijn. Oké, blijkbaar zijn wij nu beroemd dus.. Ik ga mee met de flow en zwaai koninklijk naar iedereen.

Opeens komt er een soort glazen helikopter voor ons landen. Het lijkt op een helikopter, maar deze versie maakt geen geluid, heeft een strakker design en heeft geen propellor. Ik probeer te achterhalen wat hem dan omhoog brengt, want gas komt er ook niet uit, maar ik faal. We stappen in de helikopter en vliegen meteen weg. De lucht ziet er zó veel anders uit dan vroeger. De zon lijkt vele malen groter, er schieten rare voertuigen door de lucht en de wolken zijn weg.

We landen ergens in iets wat op een winkelcentrum lijkt, waar ik mijn ogen uit kijk. Wederom is bijna alles in de architectuur gemaakt van glas en spiegels. We stappen een klein winkeltje binnen. De man achter de kassa komt meteen naar mij toe lopen en mompelt wat over dat ze mij echt nieuwe kleren moeten laten kopen. Ik word meegenomen naar een aparte ruimte. De man pakt mijn linkeronderarm en legt daar een doorzichtig plaatje op. Het lijkt wel te zinken in mijn huid! Nadat de man een paar keer op mijn arm tikt, licht er een schermpje op in mijn arm. Het praat zelfs: 'Welkom Demaria.'

Met stomheid verslagen kijk ik naar het apparaat in mijn arm. 'Mooi, hè? De Quemtres 273AX leeft op jouw hartslag. Elke hartslag zorgt voor een frequentie die dit prachtige apparaatje omzet in elektriciteit,' legt de kassaman met trots uit. 'Geen oplader?' vraag ik onbegrijpend, maar het enige antwoord wat ik krijg is hard gelach. 'Meisje toch, ze hebben je echt werkelijk niks uitgelegd hè.' De man haalt een soort lens tevoorschijn en gebaart dat ik het in mijn oog moet plaatsen. Ik gehoorzaam en op het moment dat ik hem erin doe, ontstaat er een totaal nieuwe wereld. Ik kijk naar de man en links van hem verschijnen wat woorden in de lucht:

Naam: Bertulus Grenterman
Geboortedatum: 07/10/2947
Getrouwd met Neertje Grenterman
Functie: elektronisch engineur

Precies op het moment dat ik de laatste letter heb gelezen, verdwijnen de woorden weer. Dan kijk ik naar Thomas en Gibbson, maar hun informatie vertelt mij niks nieuws.

'Nog één ding,' zegt Gibbson en hij neemt me mee naar een andere winkel. 'Je valt zo veel te erg op met die kleren en dat haar..'

In de winkel aangekomen komt meteen een man op mij afgelopen. 'Demaria! Klaar voor je makeover schatje?' Hij zet me neer op een stoel en haalt een glasplaatje tevoorschijn waar laserstralen uit komen. 'Wacht, nee! Haalt dat mijn haar eraf?'
'U-huh.' De man haalt het apparaat dichter en dichter bij mijn bruine, krullende lokken.
'Ik wil m'n haar er niet af!' piep ik. De man kijkt me even raar aan en wendt zich dan naar Gibbson, die goedkeurend een knikje geeft.
'Goed dan, maar die kleding kan écht niet, be right back honey..'
Hij komt terug met een raar apparaat waar licht uit komt en richt het op mij. Het ene moment heb ik mijn oude versleten kleren aan, en het volgende moment een zwart leren pakje met bikerboots - bizar!

We lopen weer naar buiten en de helikopter arriveert weer. Na een paar minuten vliegen, landen we ergens op een klein eilandje gelegen op een groot meer. Midden op het eiland staat een práchtige villa. Zo'n eentje waar supersterren vroeger ook in woonden. De kust bestaat uit een strand met allemaal palmbomen en het water is zo mooi helder. Hoewel de temperatuur rond de 31 graden is, voelt het totaal niet benauwd aan. Dit eiland is zo'n plek waar je op vakantie naar zou kunnen gaan. 'Van wie is dit?' vraag ik. Thomas antwoordt: 'van jullie' en er verschijnt een big smile op mijn gezicht. Een vakantie die voor eeuwig zou duren!

We lopen naar binnen en het ziet er van binnen net zo betoverend uit als buiten. Mijn zusjes kijken gehypnotiseerd naar de prachtige grote kristallen lamp die in het midden van een grote kamer hangt (ja, alles is hier groot) en mijn broertje rent met zijn begeleider meteen naar de garage, waar blijkbaar een peperdure sportwagen staan. Ik krijg ondertussen een begeleiding door het huis. In de keuken - nou ja, 't is maar wat je een keuken noemt want deze bestaat uit een gat in de muur waar eten uit komt zodra je het besteld hebt en een tafel met stoelen - valt mijn oog op een brief die op de tafel ligt. Eindelijk iets van vroeger! Ik pak het op en verstijf als ik het handschrift zie. Ik herken het uit duizenden - dit is zonder twijfel door mijn moeder geschreven. Mijn vingers glijden over de mooie sierlijke letters. Thomas onderbreekt het emotionele moment: 'Ik herken het uit de geschiedenis les, dat papier. Tegenwoordig schrijven we met onze vingers op glas en je kan soms zelfs met je ogen schrijven - het glas 'leest' dan je ogen.'
'Oh..'
Thomas snapt de hint: 'Ik laat je wel even alleen,' en hij loopt naar een andere ruimte. Ik pak de brief en begin met lezen..

'Lieve, lieve Demaria,

Ik weet dat woorden niet goed kunnen maken wat wij gedaan hebben, maar alles wat we wilden was het beste voor jullie. Je vader en ik houden zo ontzettend veel van jullie en dat doen we nog steeds, vanuit boven.
Er waren nog zo veel situaties die ik graag had willen meemaken, zoals het ontmoeten van je toekomstige liefde, je afstudering, je huwelijk, het oppassen van je toekomstige kinderen, hoe jullie later op ons zouden passen als we oud waren... Maar ons lot heeft dat afgepakt. Ik hoop dat je je niet teveel van je verleden aantrekt en dat je je leven vol energie blijft leven, met of zonder ouders. Dan kunnen wij het vanuit de hemel toch nog meemaken en trots zijn op onze kinderen. Je hebt nog een hele toekomst voor je, Demaria, en het is aan jou wat je ermee doet. We zullen altijd achter je staan. Ik heb geen idee hoe het er in de toekomst uit zal zien, maar ik hoop dat jij kan genieten van alle goede dingen daar.
Onthou alle mooie herinneringen die we hebben meegemaakt. We houden zo veel van jullie Demar, van jou, Amariss, Maidey en Dionn. Je bent een sterke vrouw en we hebben alle vertrouwen in je.

Een laatste knuffel,
je o zo trotste moeder.'

In de brief staan overal hartjes, misvormde hartjes, maar dat was hoe mijn oncreatieve moeder ze tekende en daarom vind ik ze zo mooi.

Ik neem de brief mee en ren huilend naar buiten - ik wil niet dat iemand me zo ziet. Het voelt alsof dit mijn privé-leven is en dat zij daar in proberen te breken. Ik vind een plekje op het strand onder een paar palmbomen en terwijl ik naar de schemerige lucht kijk, denk ik aan vroeger. Ik weet dat mijn moeder me zo niet zou willen zien - ze zou me liever lachend zien, genietend van het leven - maar het feit dat ze weg zijn voor eeuwig en dat ik geen goed afscheid heb kunnen nemen van hun voelt als een mes in mijn hart.

Op dat moment wordt de lucht opgelicht met prachtig vuurwerk - letterlijk de hele lucht. Voor mij, achter mij, boven mij: overal de zelfde mooie goude sierlijke vuurpijlen.
Nadat ik nog een paar uur ben blijven kijken naar de steeds weer veranderende lucht, komen Dion, Amariss, Maidey, hun begeleiders en Gibbson naast me zitten met glazen chapagne. Op een gegeven moment hoor ik van alle kanten mensen aftellen - 10... 9... 8... 7... 6... 5... 4... 3... 2... 1.....
Dan verschijnen in de lucht levensgrote cijfers: '3000.'

Een nieuw milleniumjaar.

Een paar seconde later hoor ik oorverdovende knallen. Eerst dacht ik dat het bij het vuurwerk hoorde, maar van dit geluid zou je serieus doof kunnen worden. Verderop komen vlammen uit een straat en er ontstaan wilde golven rond het eiland.

'Vlug, iedereen naar binnen, NU!' beveelt Gibbson. Ik ren zo snel als ik kan naar binnen met mijn jongste zusje in mijn armen, maar ver kom ik niet - één bom ontploft vlak achter ons en ik wordt gevloerd. De begeleiders trekken ons verder de villa in. In de villa binnengekomen lopen we direct naar een ruimte onder de kelder, waar Gibbson denkt dat we wel veilig zijn.

'Wat, in godsnaam, was dat?' vraag ik overweldigd. Een stilte volgt, die na een paar minuten onderbroken wordt door Gibbson. 'De Indianen,' zegt hij zachtjes op een ernstige toon.

Wake me up when it's 2999Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu