Ik open met moeite mijn ogen, het voelt alsof die dichtgelijmd zijn. Ik lig op een bed en om me heen zie ik een aantal mensen in witte jasjes. Ze zijn allemaal kaal dus ik neem aan dat ze van het mannelijk geslacht zijn. 'Waar ben ik?' probeer ik te vragen terwijl ik verschrikt overeind kom, maar alles wat er uit mijn keel komt zijn een paar schorre, dierlijke geluiden. 'Blijf liggen liefje, we leggen dadelijk alles uit,' zegt een van de kale koppen met een vrouwelijke stem. Ik merk dat ze vol afschuw en walging naar mijn haar staat te staren en vervolgens iets tegen haar collega fluistert wat iets te hard werd gezegd. 'Dat gaat er zo wel af, hè?'
Het volgende moment wordt ik naar een kamer gebracht, die compleet uit spiegels bestaat. In het midden staat een grote glazen tafel, waar hooguit een paar mensen zitten. 'Goedemorgen Demaria. Hoe voelt u zich vandaag?' vraagt een oude man aan het hoofd van de tafel met een lage stem. Opeens herinner ik me het weer. Wie ik ben, waar ik ben en wie zij zijn. 'Prima, meneer,' zegt ik uiterst beleefd, maar mijn nieuwsgierigheid neemt over: 'waar zijn mijn zusjes en broertje?'
'Nog in het ziekenhuis,' antwoordt een vrouw die naast hem zit.
'Ik wil ze zien!' roep ik en ik sta op.
'Ik heb eerst nog wat zaken met u te bespreken, mevrouw,' zegt de man, 'Allereerst wil ik u welkom heten in het jaar 2999. Er zijn wat belangrijke punten die u absoluut moet weten, allereerst..' Mijn gedachten dwalen af en ik denk aan vroeger, aan mama en papa.Dit is dus nu mijn leven, in 2999, maar ik ben geboren in 2018. En nee, ik ben niet 981 jaar oud. Laten we zeggen dat de tijd voor mij gewoon stil is blijven staan. Ik had een perfect leventje vroeger: mijn ouders waren multi-millionairs, ik had een perfect lief vriendje, een prachtig huis en de leukste familie. De reden dat wij zo ontzettend rijk waren, was omdat mijn ouders een kerncentrale runden. Natuurlijk deden ze voorzichtig, maar blijkbaar niet voorzichtig genoeg, want eerst kreeg mijn vader te horen dat hij kanker had en een paar jaar daarna mijn moeder ook. Wat voelde we ons dom, dat we dit niet zagen aankomen. Logisch was het ook eigenlijk, maar er we stonden gewoon niet bij stil dat de maatregelen niet streng genoeg waren. Alsof het allemaal nog niet erg genoeg was, bleek het dat mijn broertje ook een uitzaaing had. Hij heeft waarschijnlijk een kleine hoeveelheid radioactive deeltjes opgevangen via mijn ouders. Triest was dat eigenlijk, zo'n klein kind moest plezier maken zolang het nog kon, niet nadenken over de gevolgen van zo'n vreselijke ziekte. Maar goed, mijn ouders hadden dus een oplossing: ons in laten vriezen. Ze vertelden het alleen aan mij, want Amariss, Maidey en Dionn, mijn kleinere zusjes en broertje, zouden er toch niks van snappen. Ik was destijds 17 jaar en hun nog een paar jaar jonger, maar zelfs ik schrok even van het idee: we zouden onze ouders en vrienden voor altijd achter moeten laten. Hun idee was best logisch: ons in laten vriezen en laten ontdooien over meer dan 1000 jaar, dan was er waarschijnlijk al wel een geneesmiddel uitgevonden voor kanker. Het zou duur zijn, maar geld hadden we genoeg. Voor mijn ouders was het al te laat dus voor hen had het geen zin meer. De volgende dag overleed mijn vader en drie dagen later mijn moeder, die alleen maar had kunnen huilen. Het waren donkere dagen, maar gek genoeg moest ik niet huilen. Natuurlijk miste ik mijn ouders en rouwde ik om hen, maar tranen waren er gewoon niet. Ik denk dat het vergelijkbaar is met als je het zó koud hebt, dat je de kou uiteindelijk niet meer voelt. Zo voelde ik me ook: ik had zo veel verdriet, dat ik het niet eens meer kon voelen.
JE LEEST
Wake me up when it's 2999
De TodoDemaria, een 17-jarig meisje die voor bijna 1000 jaar bevroren is geweest, wordt wakker in een totáál andere wereld, maar zelfs daar is niet alles perfect...