Hoofdstuk 24

1.3K 77 8
                                    

'Je begrijpt toch wel dat ze dat niet aan kan!' schreeuwt Teresa tegen Alby. Het is de volgende ochtend en ik had Teresa verteld wat ik gister met Alby besproken had. 'Dit gaat echt te ver, Alby! Dat arme kind heeft haar broer verloren, heeft voor de rest geen herinnerigen aan hem, en jij wil haar de ervaring geven dat haar broer aan de Grievers gevoerd wordt?!' Alby staat daar maar. Hij heeft zijn armen over elkaar geslagen. Het lijkt hem eerlijk gezegd niet zo veel te interesseren. 'Je bent je Third-in-Command kwijt! Dan organiseer je toch wat fatsoenlijks, of ben ik nou gek!?' Iedereen staart naar ons. Nou ja, de gene die nog wakker zijn. Newt, Minho en Thomas sliepen nog toen wij eruit gingen. Sue was nergens te bekennen. 'We moeten hier zo snel mogelijk weg, en vandaag valt al af omdat we die dienst voor de slachtoffers hebben. En bovendien, we komen hier toch nooit meer terug.' zegt Alby kalm. 'Je weet niet wat je zegt! Zo iets moet goed gebeuren, anders kan ze nooit afscheid van hem nemen!' Alby zucht. 'Teresa, klaar nu. We maken een mooi plekje op in de Maze, en daar leggen we hem op. Ik dult geen tegenspraak.' zegt Alby. 'Maar...'  'Dat is een bevel.' Met die woorden loopt Alby weg.

'GRRR!!! Ik krijg nog wat van die man!!!' roept Teresa later als we aan t ontbijt zitten. De jongens zijn nog steeds niet wakker, maar Sue wel. Ze zit tussen Teresa en mij in. 'Het is heel lief van jullie, maar het is goed zo. Gally... Gally heeft tegen me gezegd dat  hij, als hij niet levend terug kwam, hij niet begraven wilde worden. Maar dat hij het oké vond dat we hem in de Maze zouden leggen.' zegt Sue met een klein stemmetje. 'Sorry, dat had ik eerder moeten zeggen.' Teresa en ik kijken elkaar aan. 'Het is goed, echt waar.' zegt ze nog. Om ons nog extra te overtuigen. Teresa zucht. 'Als jij t zegt...' zegt ze zacht. Ze is het er duidelijk niet mee eens, maar ze heeft er niks tegen intebrengen. Vandaag is de herdenking, morgen gaan we weg. Het zal wennen worden hier niet meer te zijn. Op de een of andere manier, ben ik het hier fijn gaan vinden. Maar aan de andere kant wil ik de wereld zien buiten deze muren. Het is net alsof we gevangen zijn. Hierin zijn gestopt, om niet terug te keren. Of juist wel... Ik weet het niet met deze plek. Wat als ze ons hier voor een reden in hebben gestopt.

'Is iedereen klaar?' vraagt Alby luid. Alle Laarders hebben zich verzameld bij de deuren. Een paar jongens, waaronder Thomas en Minho, dragen op hun schouder een soort tafel zonder poten. Op die tafel ligt Gally. Er ligt een doek over hem heen, zodat we hem niet kunnen zien. Dit worden één van de zwaarste momenten in mn leven. Gelukkig staat Newt naast me, met een arm om mijn middel. Jeff heeft een stok gemaakt waar hij op kan leunen, dus hij kan redelijk lopen. Aan de andere kant staat Sue. Ze heeft mn hand vast. Teresa houdt haar andere hand vast. Ze vind het doodeng. We beginnen te lopen, de poort in. Onze voetstappen echoën tegen de muren. Het is er vochtig en benauwd. We lopen rechts de hoek om. Er is een lange gang die op een gegeven moment naar links wijkt, maar je kan ook nog recht door lopen. Hoe gaan we hier morgen in hemelsnaam de weg uitvinden?

We staan rond de tafel. Het doek ligt nog steeds over Gally heen. Alby haalt het er langzaan van me af. Sue begint naast me te zachtjes te snikken. Ze gooit haar hoofd in me zij en pakt mijn buik en rug stevig vast. Ik sla een arm haar heen. Ik kan haar geen knuffel geven, want met mijn andere hand ondersteun ik Newt. Als ik hem nu loslaat, valt hij boven op Alby, die naast hem staat. Thomas staat baast Teresa en Minho tegen over me. Hij kijkt naar Sue. Het doet hem pijn haar zo te zien. 'Gally...'zegt Alby ineens. Het klinkt zacht, nog maar net hoorbaar. 'Het spijt me dat dit je einde is. Dit heb je niet verdient.' Sue begint harder te huilen. Minho snelt zicht naar haar toe en hurkt op zijn knieën. Sue laat mij meteen los en omhelst Minho gelijk. Snel neemt hij haar hoofd tussen zijn handen en zegt de woorden zo zacht, maar ook zo liefdevol: 'Het is oké om te huilen. Het is niet erg. Ik snap dat je verdrietig bent. Maar het komt goed. En zodra jij hieruit bent, kan hij eindelijk in vrede rusten.' De woorden, en de manier waarop hij ze zegt. Het klinkt niet als Minho. Maar t bezorgd me tranen in me ogen. Hij pakt Sue op en tilt haar omhoog. Hij heeft haar nu vast als een klein kindje, en Sue laat het toe. Minho knikt naar Alby dat hij door kan gaan. 'We gaan hieruit breken. En ik heb groot respect voor je, dat je hebt meegedaan om een weg uit de Maze te vinden. Ook voor je bouwwerk. Want jij was tenslotte de Keeper van de Bouwers.' Alby heeft het moeilijk. Ik zie het aan zijn gezicht. Ik leg mijn hoofd op Newt's schouder. Hij aait over mijn zij. Het is pas alof het nu tot ke door dringt dat Gally echt dood is. Hij ligt daar maar. Zijn ogen zijn dicht, zijn handen die zijn op zijn borst gevouwen en zijn gezicht is bleek. Bleker dan ooit. Gally had altijd een kleurtje op z'n wangen. Dat zie je hier niet meer. 'Wil er iets anders nog wat zeggen?' vraagt Alby. 'Ik...' hoor ik zacht  naast me. Zonder natedenken weet ik dat t Sue is. Minho zet haar neer en ze doet een stap naar voren. 'Gally...' zegt ze voorzichtig. 'Ik... Ik uh...' ze lijkt naar woorden te zoeken. Ze kan het niet, ze kan dit niet alleen. Minho kijkt verdrietig naar haar. Zo heb ik hem nog nooit gezien: vol van medelijden en nietszeggend. Normaal heeft Minho wel eens medelijden, maar dan zegt hij altijd stilletjee wat. Sue heeft nog steeds niks gezegd. Ze kijkt verlamd naar Gally. 'Minho.' fluister ik. Minho kijkt me aan. Ik knik naar Newt. Minho snapt gelijk wat ik bedoel en pakt Newt van me over. Ik doe voorzichtig een stap naar voren. Ik leg mijn hand op de rug van Sue. Ze weet dat ik achter d'r sta, letterlijk en figuurlijk. Ik ben er voor d'r.

Second Girl~The Maze RunnerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu