Nu moest Theseus uit het labyrint zien te ontsnappen. In een hoek zag hij vaag het schijnsel van het gouden kluwen. Hij raapte het op en ging op weg, het garen opwindend terwijl hij voortliep. En de draad leidde hem langs dezelfde kronkelende, bochtige weg weer terug naar de open deur en naar Ariadne.
Toen ging alles verder heel snel. Theseus en Ariadne wekten zijn jonge metgezellen en brachten hen buiten het paleis. Onderweg naar de haven besloot Ariadne samen met hen te vertrekken. Ze mocht Theseus graag en wilde bij hem blijven en bovendien besefte ze dat haar vader wel heel boos zou zijn als hij te weten kwam wat ze gedaan had.
Dus gingen ze allemaal aan boord van het schip uit Athene, de zeelieden werden wakkergeschud en de zwarte zeilen werden gehesen. Ten slotte staken Theseus en de andere jongens - vlak voordat ze Kreta verlieten - koning Minos' grootste en snelste schepen in brand, voor het geval de koning hen zou achtervolgen.