Een naam, iets wat jou jou maakt. Iets wat je je hele leven met je mee draagt, Het is een woord waar je naar luistert. Een woord dat jou omschrijf, een woord die je ouders voor je bedenken. Het is een woord die jou uniek maakt. Ik droeg ooit de naam Aisha tot die op een brute manier van mij werd afgenomen, mijn naam was niet meer van mij. Mijn naam hoorde niet meer bij mij, het was niet meer mijn indentiteit. Het was enkel een herinnering, een herinnering aan mijn vrijheid. De vrijheid die ik nooit meer zal terug krijgen. En al zou ik de vrijheid terug krijgen dan nog zal ik voor de rest van mijn leven de littekens met mij mee dragen, de littekens waar ik nooit om heb gevraagd. Ik was verloren, ik had geen schijn van kans. Alles werd van mij afgenomen, en het enige wat ik kon doen was toe kijken. Ik zag hoe alles van mij werd afgepakt, maar kon het niet voorkomen. Ik was verloren, ik had geen schijn van kans. Ik was machteloos. ~ "Je bent ziek!" Ik schreeuw de woorden vol in zijn gezicht, ik weet niet waarom ik dat deed. Ik denk dat ik hoopte op een menselijke reactie, ik hoopte op spijt of op zijn minst een vleugje medelijden. Maar wie houd ik voor de gek, tuurlijk kreeg ik dat niet als reactie. Finn begon keihard te lachen, hij greep me opnieuw vast bij me haren waardoor ik weer wild om me heen begon te slaan wat natuurlijk geen enkel nut had. "Ik ben niet ziek Aisha, jij moet verdomme leren wie de baas is." Ik zet mijn handen ruw op de rand van het bad en probeer me met al mijn kracht boven het water te houden, maar Finn is veel te sterk. Voor ik er benul van heb bevind ik me weer met mijn hoofd onder water.