Wegwezen!

83 6 2
                                    

We zijn klaar mete eten. Opeens horen we gebok op de deur. Huh? Wat heeft dit te betekenen. Ik loop naar de deur en kijk door het kleine glazen gaatje wie het is. Het is m'n vader. Wat doet die nou hier!? We moeten stil zijn. Hij is boos. Hoe heeft hij ons kunnen vinden? Ik zeg tegen m'n zusje dat we weg moeten hier. We pakken onze spullen, hoe moeten we hier uit komen? ''Via het raam'' zegt m'n zusje. Ik kijk uit het raam, we zitten op de 5e verdieping. We moeten wel! M'n vader bonst nogsteeds tegen de deur. Ik klim eerst naar buiten en dan m'n zusje. Wij hebben geen balkon maar de kamer onder ons wel. We springen het balkon op. Ik zie dat naast het raam een ladder tegen de muur staad. We klimmen er snel op en klimmen naar beneden. We zijn op de grond en rennen weg. Ik zie m'n vader op het balkon staan, hij ziet ons, hij rent naar binnen, ik denk dat hij naar beneden gaat en achter ons aan gaat. Ik ben bang en weet niet wat ik moet doen. Ik ren maar gewoon weg. Ik ben bij een plein en zie m'n vader niet. Maar dan zie ik m'n zusje niet meer, ik dacht dat ze achter me rende, maar ze is weg. Waar is ze? Ze kan toch niet ver zijn? Ik ren terug naar het hotel, maar daar is ze niet. Misschien heeft me vader haar!? Ik ren naar huis. Het huis ziet er uitgestorven uit. Ik heb m'n sleutels bij me. Ik doe de deur voorzichtig open en loop naar binnen, ik zie m'n moeder. ''mam, waar is m'n zusje?'' vraag ik. Ze kijkt de gang. Ik ren de gang op. Waar is ze nou!? ''MAM!!!! Waar is ze!!!??'' schreeuw ik hard. De kelder! Ik ren naar de kelder en trek aan de deur, maar de deur gaat niet open. Ik schreeuw haar naam maar ik hoor niets. Ik bonk op de deur:''HEYY!!!!!'' ''HEYYYY!!!!!!!'' Ik blijf maar geen reactie krijgen, ik word bang. Ik ren naar m'n vaders kamer. Hij zit in z'n kamer met tv's en computer's. Ik bons op de deur maar ik weet dat hij daar in zit! ''HEY!! IK WEET DAT JE HIER ZIT!!!'' schreeuw ik. 'HEYY!!!'' ''Wat ben jij slap zeg!''. Maar dan smijt hij de deur open en duwt me op de grond. ''Waar is ze!!?'' Schreeuw ik. ''Waar denk je! In de kelder dombo!!'' Schreeuwt hij terug. IK duw hem op de grond en pak de sleutel. Ik sleep hem z'n kamertje in en doe de deur op slot. Ik ren naar de kelder en doe de deur open. Ze is geslagen! Ze bloed en ligt op de grond. Ik apk haar en leg haar op bed, ze doet niets en ze beweegt niet. Ze moet naar een docktor of een ziekenhuis! Ik pak haar op, pak de auto sleutels en leg haar in de auto. Ik ga achter het stuur zitten, ik mag nog niet rijden! Shit! Toch ga ik rijden, snel! Het gaat niet goed mer haar! Ik rijd naar het ziekenhuis. Ik ben er en ren naar binnen, de verpleegsters nemen het over en ik moet in een wachtzaal wachten.

Even later mag ik naar haar toe. Ze ziet er al beter uit. Ze mag morgen weer weg zegt de verpleegster. Ik blijf bij haar de helenacht, dat heb ik haar beloofd. Dit moet stoppen!! Hij slaat m'n zusje het ziekenhuis in!! De tijd gaat snel het is avond en m'n zusje ligt al te slapen. Ik denk aan m'n vader en val later ook in slaap.

Ik ben wakker, ik ben sins vanacht al wakker, ik heb niet kunnen slapen. Me zusje word ook wakker.´´Hey broer, ben je al alng wakker?''. ''nee, net pas'' Dat loog ik dus. ''lekker geslapen?'' vraag ik. ''ja hoor'' zegt m'n zusje. ''m..maar, kommmt pppapa oooook??'' zegt ze. ''Nee!! door hem lig je hier!'' zeg ik. ''mooi!'' zegt ze. Dan komt de docktor naar binnen en hij zegt dat we weg mogen, we pakken al onze spullen en gaan.

We zijn het ziekenhuis uit en lopen op straat. ''we moeten de stad uit'' zeg ik dan. Me zusje schikt, ''maar waarom?'' zegt ze. ''omdat papa ons komt opzoeken'' zeg ik, ''maar ik moet eerst geld hebben''. ''Ik vraag het wel aan mama, die geeft het echt wel'' zegt m'n zusje. ''oke doe maar'' zeg ik en we gaan naar huis. We gaan naar binnen en m'n zusje vraagt het aan m'n moeder. m'n zusje komt weer aan gelopen. ''oke dat is klaar'' zegt ze. we lopen naar buiten, gelukkig was m'n vader er niet. We kopen een buskaart en gaan naar de andere stad. Bijn elk hotel waar we langs zijn gekomen hebben we geen geld voor. Ik zie langs de weg een leegstaand huis staan. een paar ramen zijn kapot en het staad niet te koop, het lijkt me voor een paar nachtjes wel een mooi plekje. We zien niemand en lopen naar binnen, niemand mag weten dat we hier zijn dan zijn we het kwijt. Er zijn twee slaapkamers. Ik schuif het ene bed naar de andere kamer dan slapen we op een kamer, dat lijkt me beter en veiliger. Het is een vrijstaand huis met een tuin, er staad ook een hek omheen, er is geen elektrischietijd maar dan kopen we wel een zaklamp. ''we gaan zo wel naar een winkel en kopen we een zaklamp en nog meer spullen'' zeg ik. We leggen onze spullen neer in de slaapkamer en gaan naar beneden, er staad een nog best mooie bank en we gaan erop zitten. Maar voor de rest is het maar saai hier. We gaan naar het centrum, het is een beetje eng hier omdat ik hier nognooit ben geweest. we kopen wat te eten en drinken, plastic borden en bestek,  een paar zaklampen, een klok en nog wat spelletjes zodat we ons niet vervelen. Het is wel fijn want de ramen zijn verdonkerd dus kunnen mensen moeilijk zien dat er licht brand. Ik denk dat we snel ondekt zullen worden, maar dat zien we dan wel weer. We gaan weer terug naar het huis. Ik hang wat zaklampen op terwijl m'n zusje wat broodjes maakt. Ik heb een BBQ gezien in de tuin dus we kunnen daar wel wat op koken, maar nu nog niet. We gaan wat eten, doen wat spelletjes en gaan dan slapen. het is best eng hier, maar we moeten wel.

Huh? Wat hoor ik? Ik sta op, m'n zusje slaapt nog. Ik loop naar beneden. de deur staad open, het heeft geen slot, het waait hard en de deur klappert. Ik doe de deur dicht, maar hij blijft maar open gaan. Ik zie een kastje waar bijna niets in zit en zet het ervoor. ''zo! Dat is ook weer klaar!'' zeg ik tegen mezelf. Ik ga weer naar boven en ga weer slapen.

Ik word weer wakker, m'n zusje slaapt nog, ik kijk op de klok het is 9uur. Ik sta op en loop naar beneden, Ik ga een ontbijt maken! Ik pak wat spullen van wat we gisteren gekocht hebben en maak er een lekker ontbijt van, ik leg het op de oude tafel die er staad en wacht tot m'n zusje komt. het ziet er eigenlijk best als een gezellig ontbijtje uit. Me zusje komt naar beneden.''tada!!'' zeg ik. Ze kijkt heel blij en we gaan aan tafel. ''Zo! Wat gaan we vandaag doen zusje?'' zeg ik. ''ik weet niet, ik ben bang dat papa ons opzoekt'' zegt ze. ''rustig maar! Dat gebeurt niet!'' zeg ik, ''Hij kan ons hier nooit vinden!''. Ze glimlacht en ik ruim de broden op. ''Ga jij maar douchen'' Zeg ik tegen haar.

''Ben je klaar??'' Schreeuw ik naar m'n zusje. ''Jaa! Ik kom eraan!'' Schreeuwt ze terug. M'n zusje is boven zich aan het klaarmaken en ik ben ook al klaar. Ze komt de trap af gerent en doet haar jas en schoenen aan. We gaan het huis uit en lopen de weg op. We gaan naar het centrum. Ik weet dat m'n vader ons hier niet kan vinden maar toch ben ik een beetje neveus... We lopen alle twee een beetje gespannen in het winkelcentrum. ''Dus.. Waar wil je in zusje?'' Zeg ik. ''Ik weet niet, maar ik ben een beetje bang...'' Zegt ze. ''Ik ook zusje, stil maar...'' Zeg ik weer. Maar dan voel ik opeens een hand op m'n schouder. ''WHAA!!! BLIJF VAN ME AF!!!'' Schreeuw ik keihard. Iedereen hoort me. ''Oh sorryy.. Ik wist niet dat je zo zou schrikken..'' Zegt een jongen. ''Oh sorryy.... Ik dacht dat je iemand anders was..'' Zeg ik met schaamte. ''Ik zie dat er wat is, wat is er met jullie?'' Vraagt de jongen lief. Hij is denk ik 19 jaar en ziet er heel aardig uit. ''En wat doen jullie alleen in de stad!?'' vraagt de jongen bezorgt.''Oh we lopen alleen even'' Zeg ik snel. ''Nee.. Ik zie dat er wat is'' Zegt de jongen weer. Hij kijkt me recht aan met een sirrieuse blik. Ik kijk snel weg en zeg tegen m'n zusje dat we moeten gaan. Ik pak m'n zusje bij der arm en loop snel weg. De jongen komt achter ons aan, maar ik reageer niet op wat hij allemaal zegt.

Gemene en Geweldadige vader.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu