Ik word wakker. Ik lig op de grond. Ik kijk om me heen maar ik zie alleen maar zwart voor mijn ogen. Ik sta op en ik word draaierig. Ik word opeens heel erg misselijk. Waar ben ik? Ik denk na. En dan weet ik het weer, ik ben in de kelder, de politie heeft me opgepakt en me naar m'n ouders gebracht. En nu? Nu ben ik in de kelder... Alweer... En dan bedenkt ik me opeens iets. Me zusje!! Waar is ze!? Ik heb haar niet meer gezien. Is alles goed met haar? Ik moet haar vinden! Maar ik heb geen idee waar ze is. Misschien bij het verlaten huis, daar waar de politie kwam, maar, ik kan me daar niets meer van herinneren. Ik herinner me alleen nog dat de politie achter ons aankwam en dat we toen allebij een andere kant op gingen, misschien hebben ze haar niet gevonden en is ze nu ergens alleen in het bos! Ik moet hier weg! Ik word al misselijk van het idee dat ze misschien ergens in het bos ligt zonder eten en drinken en dat ze zich uit hongerd en misschien is ze nu wel dood! Ik moet haar vinden! Ik loop naar de deur van de kamer. Hoe kom ik hieruit? Maar ik voel me heel erg misselijk en opeens voel ik me heel erg zwak. Ik word draaierig en draai rondjes, ik heb geen evenwicht meer en val op de grond. Ik heb het gevoel dat ik moet kotsen, maar er komt niets me mond uit... Ik probeer op te staan maar val weer op de grond. Me ogen vallen dicht, nee! Ik mag niet slapen nu! Ik moet mijn zusje vinden! Ik sta op en zoek iets waarmee ik de deur kan open slaan. Ik zie een houten paal op de grond liggen, zou dat lukken? Ik probeer het maar gewoon. Ik pak de paal en en ren op de deur af, ik ren en ren, zo hard ik kan! De stok komt me een volle snelheid tegen de deur, maar er komt geen beweging in. Ik gooi de stok op de grond en zoek naar iets anders. Dan zie ik een metalen buis, het is wel dik en stevig dus ik denk dat dat wel moet lukken. Ik ga klaar staan, ik sta recht tegenover de deur. Ik ren er opaf, nog harder dan net. Dan hoor ik een hele harde klapen val op de grond, ik voel een schok door me lichaam. Ik kijk naar de deur en ik zie dat hij een stukje opengaat. Yes! Gelukt! Ik sta op en doe rustig de deur verder open. Misschien is het zo dat m'n vader achter de deur staat. Ik kijk of er iemand achter staat maar dat is niet zo, voor de zekerheid neem ik de houten balk mee. Ik loop de trap op en kijk om me heen, ik zie niemand, ik loop rustig naar de deur en wil hem open doen. maar dan merk ik dat de deur op slot is. Dat kan een goed teken zijn, of een fout teken. Het kan dat me ouders er niet zijn, maar het kan ook dat ze er wel zijn en dat ze me zien en me weer terug de kelder in gooien. Ik probeer geen geluid te maken en kijk de woonkamer in, ik zie niemand. Ik kijk in de laade waar de sluitel ligt en pak hem, ik loop weer rustig naar de deur en draai het slot eraf. Maar dan hoor ik opeens van buiten een autodeur dichtgaan en ik hoor gepraat, het zijn mijn ouders! Ze komen thuis! shit! Ze lopen naar de deur. Ik ren snel naar boven. Ik hoor de deur open gaan. Ik hoor ze binnenkomen, maar ik sta al bovenaan de trap, ze kunnen me niet zien. Dan hoor ik m'n vader; ''Shit!! De kelder deur staat open! Hij is ontsnapt!''. Ik schrik, mijn ogen worden groter en ren snel naar de kamer van m'n ouders. Ik hoor m;n vader schreeuwen en hij rent de trap op! Hij komt hier naartoe!! Ik ren snel naar het raam en gooi het open. M'n vader komt de kamer binnen! ''HE!!!'' schreeuwt hij. ''Hier blijven jij!!'' Ik klim snel het raam uit en spring op het dak waar de fietsen in staan. ik sprink het dak af en ren de straat op. M'n vader komt achter me aan. Ik ren snel weg, en ik zie dat m'n vader me niet kan bijhouden. Ik zie een bus stilstaan en ren er gauw naartoe. De deuren zijn nog open en ik ren de bus in. De deuren gaan dicht en ik zie dat mijn vader nog aankomt gerent maar de bus rijd al weg.
Ik kom aan in de stad waar het verlaten huis ligt, en stap uit. Ik ren gauw naar het huis maar ik merk dat ik al gauw moe ben en dat het huis nog ver is. Ik vraag aan een fietser of hij me een lift wil geven, maar dat wil hij niet. Ik loop verder en even later zie ik het huis. Ik ren er naartoe maar er staat een hek voor, geen groot hek, ik kan er nog net overheen en ren dan snel het bos in. Ik kijk om me heen en schreeuw mijn zusje's naam. Maar er komt geen reactie. Maar in de verte zie ik iets liggen, ik ren er naartoe, ja hoor, het is der. 'Hey! Word wakker!' zeg ik, maar er komt geen reactie. Ik roep om hulp. ''HELP!!!'' ''alsjeblieft!! Help me!!'' Maar ik zie niemand en er reageert ook niemand. Ik til haar op en loop naar het huis. Ik probeer haar over het hek heen te krijgen en het lukt. Ik neem haar op me rug en loop naar het centrum. terwijl ik loop roep ik op hulp. Ik kom bij een centrale weg maar geen auto wil stoppen, fietsers ook niet. Maar dan komt er een auto naast me staan, de bestuurder doet z'n raam open en zegt; ''Hey, zoek je hulp jongen? Kom maar ik help je wel!''. Hij komt de auto uit en belt de ambulance. Even later komt de ambulance en we rijden naar het ziekenhuis.
JE LEEST
Gemene en Geweldadige vader.
ActionDit verhaal gaat over een jongen die thuis mishandelt word door zijn vader. Het is een heel spannend verhaal!! :)