Hoofdstuk 19 | Save Me

245 8 2
                                    

Het was alsof ik viel uit mijn droom en ik zat in een seconde overeind. Het zweet liep over mijn hoofd. Mijn ademhaling ging tekeer. Ophef nachtkastje stond een wekker. Het was 01:00 in de nacht. Pfff, ik word echt een nachtbraker. Met mijn hand wreef ik even in mijn ogen tot er opeens een naam in mijn gedachten vloog.
'Dragos.' fluisterde ik en gooide de dekens van mij af. Heel hard begon ik te denken wat hij had gezegd. De kerkers, maar die werden volgens Camilla al een eeuw niet meer gebruikt. Hij had echt kerkers gezegd. Een kijkje nemen kon geen kwaad.

Met blote voeten liep ik naar de kast om mijn zwarte zijden kamerjas aan te trekken. De deur was van het slot, omdat Gabri mij was gaan vertrouwen. Waarschijnlijk omdat ik al drie maanden in mijn kamer verbleef en ik het vertikte om eruit te komen.
Heel kort keek ik om het hoekje van de deur. Er stonden gelukkig geen wachters. Was Gabri echt zo stom? De deur sloot ik achter mij. De deur viel iets te hard in het slot. Shit, dit moet iemand gehoord hebben. Inderdaad, Aan de andere kant van de gang om het hoekje hoorde ik voetstappen aan komen lopen. Als de bliksem rende ik mijn kamer weer in.
'Uwe hoogheid?' Vroeg een onbekende mannenstem.
'Wacht even, ik kom eraan.' Zei ik.
'Nee laat maar, we wilden even checken of u er nog was.' zei de stem weer. Stomme wachter.
'Ja nog steeds na drie maanden ben ik er.' Zei ik geïrriteerd. 'Ga lekker Gabri vervelen.'
Mijn oor hield ik tegen de deur om te luisteren of ze weg gingen en gelukkig gingen ze na vijf minuten weer weg.
'Poging 2.' Fluisterde ik en deed heel zachtjes de deur weer open. Ik keek om het hoekje, maar ik zag niemand meer. Nu deed ik de deur zachtjes dicht. Pfew, dat is gelukt.

Sluipend liep ik over de gangen. Aan het einde van de gang was de trap naar de ontvangsthal beneden. Ik hoorde niemand en sloop de trap af. Aan de andere kant van de ontvangsthal was de ingang naar de kerkers. Er stonden twee wachters ervoor. Shit, hoe kwam ik daar ooit langs! Even zag ik Mena lopen met een andere dienstmeid. Ze giechelden.
'Op naar bed, Gabri was weer een klootzak als altijd.' Dacht Mena. Ik glimlachte. De wachters keken hen na. Plots kreeg ik een idee. Misschien kon ik mijn gedachten naar haar sturen.
'Mena, leid die wachters af.' Probeerde ik. Mena draaide om en keek om haar heen. Ze nam snel afscheid van de andere dienstmeid. 'Wie is dit?' Hoorde ik haar denken.
'Lily, ik moet de kerkers checken, maar kan niet in verband met de wachters.' Dacht ik. Ze knikte. Mena liep rustig naar de wachters. Ze deed net alsof ze flauwviel. Een van de wachters ving haar op.
'We brengen haar naar de ziekenzaal.' Zei de wachter die haar opving. Ze tilden haar samen op en liepen weg.

De deur naar de kerkers was onbewaakt. Nog even keek ik rond, maar zag echt niemand meer en rende er naar de deur toe. De deur was echt verouderd. Het hout was al gaan rotten. 'Alles of niets.' Fluisterde ik en opende de deur.
De korte gang naar de kerkers was redelijk donker. Aan het einde van de gang liep een trap. Deze was van steen en er hingen fakkels aan de muren. Hoezo middeleeuwen....

Voorzichtig liep ik de trap af. Gelukkig kon ik goed in het donker zien. Een voordeel van half vampier zijn. Ik snoof in. Een bekende geur kwam lichtjes langs drijven. Mijn pas versnelde. De meeste cellen waren vergaan. Camilla had gelijk. De cellen waren ongebruikt, maar waarom rook ik een bloedgeur?

Ik volgde de geur en kwam bij een houten deur. Er zat een klein raampje met tralies ervoor. Mijn hart klopte hard. Ik keek door het raampje. Tranen sprongen in mijn ogen.

Dragos zat halfnaakt vastgebonden aan de muur. Zijn handen zaten aan kettingen vast, waardoor zijn handen omhoog gingen. Zijn borst zat onder de zweepslagen. Dragos zijn hoofd hing voorover. 'Dragos!' Zei ik in paniek. Ik trok hard aan de deur, maar die zat muurvast. Mijn vinger legde ik op het slot. 'Nepo esaelp.' Fluisterde ik en het deur ging van het slot. Als een gek rende ik naar Dragos toe en pakte zijn gezicht vast. Zijn ogen waren gesloten. 'Dragos. Ik ben het.' Fluisterde ik, terwijl ik zijn gezicht vastpakte. Ik begon te huilen. 'Please Dragos.'
Zijn ogen gingen open. Ze waren volledig zwart. Hij had dorst. Ik wist dat ik zelf aardig zwak was en uitgehongerd, maar Dragos was de enige die ons allebei hier uit zou kunnen redden. Zijn hoektanden groeide en Dragos siste naar mij. Ik ging voor hem zitten en boog mijn hoofd. 'Drink.' Fluisterde ik en sloot mijn ogen. Zijn hoektanden schraapte over mijn nek. De beet gaf een explosie van vonkjes. Mijn mond viel lichtjes open. Zachtjes genas hij de beetwondjes en ik voelde kusjes op dezelfde plaats.
'Zo ontzettend gelukkig dat ik je weer zie.' Fluisterde hij in mijn oor. Mijn ogen deed ik open en ik keek in twee twinkelende zwarte ogen. Ik begon te huilen en omhelsde hem. Dragos bekeek mij en keek kwaad. 'Vertel mij alsjeblieft wat hij je heeft aangedaan. Je ziet er zo ondervoed en teer uit'
'Hij heeft mij mishandeld.' Huilde ik zachtjes. Zijn ogen rond zijn pupillen werden weer zwart. Dragos zijn huid werd rood. Hij was in zijn duivelse gedaante. Ik kon je vertellen dat hij enorm kwaad was. De kettingen om zijn polsen smolten weg. De seconde dat Dragos zijn polsen los kwamen, drukte hij mij dicht tegen zich aan. 'Ik dacht je... nooit meer te zien...'Fluisterde ik. Hij ging met zijn hand door mijn haar en kuste mij.
'Sorry dat het zo lang duurde. Camilla en Emily zijn lang bezig geweest om een poort te vinden en te openen.' Zei hij. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder. Mijn keek brandde. Voorzichtig tilde Dragos mij op.
'Hoelang heb je geen bloed en eten meer genomen?' Vroeg hij bezorgd.
'Drie maanden.' Zei ik zachtjes.
'We moeten nu gaan voor Gabri lucht krijg dat je weet dat ik hier ben. Camilla gaat de poort over een kwartier openen.' Zei hij. 'Als we veilig thuis zijn, krijg je meteen bloed.' Ik knikte. Dragos keek mij met een glimlach aan. 'Dit heb ik zo gemist.' Zei hij en kuste mij vol passie op mijn mond en tilde mij om. Ik glimlachte en legde mijn hoofd op zijn borst. Zijn geur was op dit moment onweerstaanbaar, maar ik hield mij in.

Dragos liep sluipend met mij naar boven. De wachters waren nog steeds niet terug. Mena kwam wel weer het hoekje om lopen. Dragos siste meteen.
'Niet haar, Dragos. Zij heeft mij geholpen. Neem haar mee. Hier is ze niet veilig.' Zei ik. Mena keek geschrokken naar Dragos. Ik gebaarde dat ze met ons mee moest.
Met zijn drieën rende we naar buiten en richting de poort. Toen we bij de poort waren, zette Dragos mij op de grond. Hij liep naar de poort.
'Kom op, Camilla.' Zei hij. Mena kwam bij mij staan. 'Is de aarde niet eng?' Vroeg ze. Ik voelde dat ze zenuwachtig was. Ik schudde mijn hoofd. 'Het is als een avontuur.' zei ik.
Na vijf minuten hoorde ik Gabri schreeuwen. 'Hij komt eraan, Dragos. Hij weet dat ik weg ben.' Zei ik angstig. 'Over vijf minuten opent Camilla de poort.' Zei Dragos. In de verte zag ik Gabri. Mena en ik gilde.
Opeens lichte de poort op. 'NU!' Schreeuwde Dragos. Mena pakte mijn hand en ze trok mij  door de poort.

Opposite Mates (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu