HEEL lang geleden, in een tijd waarin een wrede vorst aan het hoofd stond van een machtig rijk, vonden vijf arme kinderen een aantal mysterieuze eieren in het grootste woud van het land. Alle eieren hadden een verschillende kleur: grijs, blauw, rood, groen en zwart. De kinderen wisten niet waar ze vandaan kwamen, want eigenlijk hadden ze nog nooit zoiets gezien.
Plotseling bewogen de eieren. Binnen in elke schaal werd er driftig heen en weer geschud, alsof nieuw leven spoedig tevoorschijn zou komen. Hun nieuwsgierigheid won het van hun angst en de kinderen besloten om in het geheim voor hun mysterieuze vondst te zorgen.
De kinderen hielden de eieren warm door ze in de hete assen van een uitgedoofd vuur te leggen, dat ze aangemaakt hadden in het hart van een verlaten grot. Dag en nacht hielden ze de wacht terwijl ze hoopten dat er iets bijzonders uit de schalen zou kruipen. Het duurde lang, zo lang dat ze bijna de helft van het jaar moesten wachten, maar toen, op de heetste zomerdag van het jaar, galmde het eerste gekraak van brekende schalen door de grot. De echo was zo luid dat de kinderen vreesden dat de hele wereld het zou horen.
Een voor een braken de schalen open. Eerst het zwarte ei, bijna meteen gevolgd door het groene, rode, grijze en uiteindelijk het blauwe. In het midden van de schalen zaten vijf identieke kleine wezentjes met glanzende schubben en lange staarten. Aan hun poten zaten grote, glinsterende klauwen. De kinderen wisten absoluut niet wat de wezens waren, want ze hadden nog nooit zoiets gezien.
Ze besloten de dieren draken te noemen, gebaseerd op een oude legende uit het rijk. Volgens de verhalen die ouders aan hun kinderen vertelden in het koninkrijk, waren draken de allermachtigste wezens die er ooit hadden geleefd. Maar omdat ze al eeuwenlang waren uitgestorven, kon niemand zich zelfs maar herinneren hoe zij eruitzagen. Tot nu.
De identieke draken zagen er dus precies hetzelfde uit, op één groot verschil na. Ze werden allemaal geboren met de kleur van het ei waaruit ze gekropen waren. En ze hechtten zich meteen aan de eerste mensen die ze te zien kregen. Elk kind ontfermde zich daarom over één draak. Zo ontstond een hechte, onbreekbare band.
Bang dat de vorst hun de draken zou afnemen als hij hun geheim te weten zou komen, besloten de vrienden om de magische wezens in de grot te verbergen. Maar omdat de draken zo snel groeiden, wisten de kinderen dat dat niet lang zou lukken.
Al snel botsten de draken met hun lange nek tegen de bovenkant van de grot aan en hadden ze te weinig plek om goed te bewegen. Hun staarten gooiden spullen om en hun klauwen maakten diepe krassen in de vloer. Het werd er écht te krap.
De vijf kinderen namen de draken mee naar het hart van de bossen, waar niemand zich ooit durfde te wagen, en trainden hen daar in het grootste geheim op gehoorzaamheid. Ze leerden ook op de dieren te rijden. De draken – zo gehecht aan de kinderen – lieten zich gewillig leiden. Elk kind zorgde voor zijn draak, want hoewel de arme kinderen nauwelijks iets te eten hadden, maakten de draken veel goed.
En toen ontdekten de vijf dat de draken over magische krachten beschikten, waarbij een bepaalde gave hoorde bij de kleur van de draak.
De Blauwe draak kon golven en water controleren. Niet enkel de rivieren en meren vlak bij hun thuis in het bos, maar ook alle wilde zeeën die het rijk kende. Als hij zijn adem uitstootte, konden beken overstromen of traden rivieren uit hun oevers. Gelukkig bleef de Blauwe draak meestal erg rustig en werd hij enkel angstig als hij zich bedreigd voelde.
De Grijze draak kon stormen oproepen. Met zijn adem veroorzaakte hij bliksem, donder, wind en tornado's. Hij was zelfs in staat om een huis omver te gooien, wat hij tweemaal per ongeluk deed. Gelukkig raakte er nooit iemand gewond, omdat er op die momenten nooit iemand thuis was.
De Grijze draak was een erg emotioneel wezen, maar van alle draken was hij wel het gemakkelijkst te temmen.
De Rode draak was niet zo eenvoudig in de omgang. Hij was in staat om enorme vuurhaarden op te wekken. Zo veroorzaakte zijn adem per ongeluk een metershoge brand, waarmee hij zelfs water, dat de kinderen gebruikten om die te blussen, kon doen verdampen. Zijn adem was zo heet dat hij een mens binnen een seconde kon verbranden. De Rode draak bleek ook erg gevoelig voor paniek. Als hij zich in het nauw gedreven voelde, liep het vaak mis. Maar van alle draken hechtte hij zich wel het hardst aan zijn uitverkoren mens.
Dan was er nog de Groene draak, die planten zijn wil kon opleggen. Hij manipuleerde wouden en bossen. Zelfs struiken en bloemen werden als wapen gebruikt. Ook de wortels van bomen, diep onder de grond, luisterden naar zijn wil. Bovendien was hij, van alle draken, de meest vre- delievende soort en bleek zijn ademhaling ook erg goed voor de natuur te zijn. Overal waar hij kwam, barstte het land van nieuw leven.
De laatste draak – de Zwarte – was de meest verwoestende en gevaarlijke van allemaal. Helaas moesten de kinderen dat zelf ontdek- ken. Zijn adem verlamde per ongeluk het kind aan wie hij zich had gehecht, en bezorgde hem drie dagen en drie nachten lang de vreselijkste nachtmerries. 's Nachts moesten de kinderen dikwijls naar de draak zoeken, omdat hij onzichtbaar bleek te worden. Omdat hij volledig in de schaduwen kon opgaan, wist hij zich perfect te camoufleren in de omgeving waarin hij zat. Hij was koppig en erg moeilijk om te temmen, maar toen dat eenmaal lukte, bleef hij zijn kind voor eeuwig trouw.
De vijf kinderen dachten dat het bij deze draken zou blijven, dat er geen anderen meer zouden komen. Maar toen ontdekten ze dat er nog meer eieren in de bossen verstopt lagen. De kinderen brachten ze allemaal naar de grotten waar ze samen woonden.
In de maanden die volgden, werden er nog veel meer draken geboren. Telkens wanneer dat gebeurde, waren de vijf vrienden erbij, zodat de draken zich meteen aan hen zouden hechten.
Een plan groeide bij de vijf kinderen. De draken waren de allermachtigste wezens in het rijk, die allemaal trouw naar hen luisterden. Daardoor konden ze een sterk leger vormen om de wrede vorst te stoppen.
Nu moesten ze dus alleen nog geduld hebben. De vijf arme zielen hadden er genoeg van om uitgebuit te worden door de vorst, en toen de tijd rijp was, kwamen ze in opstand.
Met behulp van hun drakenleger kostte het de vijf vrienden nauwe- lijks moeite om de vorst en zijn leger uit te schakelen. De vreselijke man werd al lang gehaat binnen zijn rijk, waardoor het volk gemakkelijk in opstand kwam. De vorst werd samen met zijn leger verbannen, zijn rijkdom werd eerlijk verdeeld onder de bevolking, en de vijf werden door het volk gezien als echte helden.
De vijf vrienden wilden geen ruzie over wie er vorst zou worden. Daarom besloten ze om het rijk op te splitsen in vijf gelijkwaardige landen. Nachtland – omdat de Zwarte draak de machtigste van allemaal was – kreeg het grootste stuk van hun wereld. Het lag in het midden van het nieuwe rijk, waar het omringd werd door de vier vorstendommen: Zeeland (de Blauwe draak), Stormland (de Grijze draak), Vuurland (de Rode draak) en Woudland (de Groene draak).
De vijf vrienden namen afscheid van elkaar en vertrokken elk naar hun eigen rijk, met hun eigen draken. Ook gaven ze alle mensen de mogelijkheid om te wonen waar ze wilden, om daarna in die landen gezinnen te stichten.
De vrede waar iedereen zo lang over gedroomd had, kwam er eindelijk. Dankzij de machtige draken en de nieuwe, vredelievende vorsten was er eindelijk rust.
Een tijd van welvarendheid brak aan, een langdurige periode van vrede en voorspoed. Generatie op generatie van mens en draak volgde. De hechtheid tussen de landen bleef, de vrede ook.
De vijf vorsten – en later hun nageslacht – organiseerden jaarlijks de Internationale Drakendagen, hét moment van het jaar waar iedereen naar uitkeek. Wedstrijden, waar draak en rijder samen de zwaarste proeven moeten afleggen, om zo te bewijzen wat ze waard zijn.
Nooit gebeurde er iets ernstigs op de Drakendagen. Tot die ene dag, toen het vreselijk misging. En dat zou alles veranderen.
De eeuwenlange vrede stond op het spel.