Hoofdstuk 25

1.4K 21 8
                                    

POV BRITT:
Ik word langzaam wakker en draai me om om tegen Matthy aan te liggen, maar ik voel niks.
"Matthy?" Zeg ik met een slaperige stem. Ik probeer mijn ogen verder open te krijgen en dan zie ik dat hij er niet meer ligt. Vermoeid stap ik het bed uit en trek ik een simpel outfitje aan, ik kijk op mijn horloge "10:22" fluister ik tegen mezelf. Ik loop naar beneden, ik heb een vreselijke koppijn. Ik doe de deur open en dan zie ik Koen, Noa en Rob maar nogsteeds geen Matthy, ik vraag aan Koen of hij weet waar Mat is maar Koen heeft ook geen flauw idee. Hij hoorde vanmorgen rond 8 uur wel de deur maar hij dacht dat dat Raoul was. Ik zucht en stuur Matthy een berichtje om te vragen waar hij is, ik maak een simpele salade klaar en pak water. "Sinds wanneer doe jij zo gezond" zegt Koen met een vragende blik. "Sinds vandaag" reageer ik een beetje kortaf. "Dit moet in de krant!" Zegt Koen lachend.
Ik probeer een beetje mee te lachen maar het lukt niet, mijn hoofd bonkt te erg. "Ehm Koen hebben jullie een paracetamol voor mij?" "Eh ja, in dat kastje daar" hij wijst naar een kastje en ik trek ik open, ik zoek naar de paracetamols. Als ik er 1 gevonden heb leg ik die op mijn tong, neem een slok water en slik de paracetamol weg. Ik loop de kamer uit en ik ga op de bank zitten naast Noa en Rob. "Gaat alles wel goed met je?" Vraagt Noa als ze me een tijdje aangestaard heeft. "Ja" het gaat eigenlijk helemaal niet.. "heel zeker? Je ziet wit Britt" "ik heb koppijn oke? Ik heb nog nooit zulke erge koppijn gehad"
"Ga dan naar huis Britt" "nee Noa dan laat ik jou hier alleen achter, en we zijn met 1 auto gekomen remember?" Dan mengt Rob in ons gesprek, "ik kan Noa wel weer thuis brengen, lukt het om thuis te komen?" "Tuurlijk!" Ik sta op en blijf even staan, 5 secondes later lig ik weer op de bank. "Ja oke jij gaat niet rijden Britt, ik breng je met mijn auto naar huis en dan kan Noa later nog terug komen met jou auto oke?" Zegt Koen. Ik knik. Dan sta ik voorzichtig op en gebruik Koen als steuntje. Als ik bij de deur sta roep ik naar de rest doeg en stap dan de deur uit in Koen zijn auto. "Britt ik maak me zorgen om je.. gaat het wel?" Koen kijkt me erg bezorgd aan.. "het gaat wel i guess" "moet ik Matthy volspammen en zeggen dat hij naar jou moet komen? Dan blijf ik bij je totdat Mat er is oke?" Ik kijk Koen aan en knik. Ik ben aan het dagdromen.. ik vraag me af waar Matthy is.  Het is ondertussen al 11 uur en nog steeds geen berichtje of belletje. Ik zucht en kijk uit het raam. "Het komt wel goed he, waarschijnlijk is zijn telefoon leeg ofzo. Maar hij zou je nooit achterlaten zonder iets te zeggen" "ik hoop het"  als we aangekomen zijn bij mijn huis doe ik de sleutel in de voordeur en draai hem open. Mijn hoofd voelt zwaar dus ik ga op de bank zitten, trek mijn schoenen uit en dan ga ik liggen. Koen is nog nooit in ons huis geweest. "Waar staan jullie mokken?" Ik wijs naar het linksbovenste kastje. "Top!" Koen komt na een minuutje aangelopen met 2 mokken in zijn handen waar thee in zit. "Dankjewel" "Geen probleem" ik ga wat rechter zitten om thee te gaan drinken. Ik proef de smaak van kersen. "Hoe wist je dat dit mijn favoriete thee smaak is?" "Je drinkt het 24/7 bij ons en Matthy heeft het ooit gezegd" ik glimlach en neem nog een slok. Koen pakt zijn telefoon en gaat Matthy volspammen. "Ik ga even iets comfy's aantrekken, ben zo terug" "isgoed Britt" Terwijl ik een zwarte joggingbroek aandoe en een zwart topje hoor ik Koen praten, hij is aan het bellen.. ik vraag me de hele tijd af waar Matthy kan zijn,  er zou toch niks met hem gebeurd zijn he.. als ik weer naar beneden loop, zie ik Koen met zijn jas aanstaan, hij gooit een paracetamol en een fles water naar me toe. "Jas aan, SNEL" ik ben een beetje verward maar ik doe wat Koen zegt, ik doe mijn jas aan en ren naar buiten. Ik doe de deur opslot en stap dan in Koen zijn auto. "Waarom hebben we zo'n haast? En waar gaan we heen??" Koen kijkt me een beetje verdrietig aan "het ziekenhuis" dan geeft Koen vollop Gas en rijden we naar het ziekenhuis. Ik heb mijn paracetamol ondertussen ingeslikt en nu gaat het opzich iets beter met me. Maar in mijn gedachtes vraag ik me af wat er met Matthy gebeurd is. we komen aan bij het ziekenhuis en worden door gewezen naar een kamer. Ik duw gelijk de deur open en dan schrik ik me kapot. Ik kijk Koen aan en dan ren ik naar Matthy toe. Hij ligt vermoeid in het ziekenhuis bed maar heeft wel door wat er gebeurt. Als ik hem een knuffel geef hoor ik hem zachtjes "schatje toch..." na een paar secondes laat ik hem los en kijk ik hem aan. Koen komt er ook bij zitten "bro waarom de fuck lig jij in een fucking ziekenhuis?!" Matthy slikt en dan verteld hij het verhaal: "Ik ging rond 8 uur naar buiten naar de bakker, ik wilde verse broodjes voor ons gaan halen en ontbijt op bed maken voor jou," hij knikt mij aan "toen ik wegliep werd ik besprongen door iemand, ik kon niet zien hoe diegene eruit zag. Hij heeft me twee keer gestoken in mijn buik en één keer in mijn arm, ik viel neer op de grond.. blijkbaar op een steen en het is een wonder dat ik nog leef" verteld Matthy vermoeid. Ik voel dat ik erg kwaad word en ik zie aan Koen dat hij zich amper kan inhouden, hij staat op en loopt kwaad naar de deur. Mat probeert nog te vragen wat hij gaat doen maar het kwam zijn mond niet uit. "Schatje.. ik was doodsbang!" Zeg ik tegen Matthy met tranen in mijn ogen.. "ik had je gewoon kunnen verliezen..." nu rollen de tranen over mijn wangen heen en ik voel Matthy zijn armen om me heen.. "doe maar rustig..ik ben er nog, je hebt me nog en je zal zeker niet makkelijk van me afkomen" ik maak me los van Matthy en geef hem een kus.
"Ik hou van je.." ik kijk Matthy aan, mijn hart slaat over.  "Ik ook van jou Mat" dan zoen ik hem tot er een dokter de kamer binnenloopt en kucht. Ik schaam me een beetje, ze komt mijn kant opgelopen en geeft me een hand. "Esmee van Dongen" "Britt Brekers" "aangenaam" ik geef een knikje. "Aan de wonden te zien is het al best ver geheeld, en hoe gaat het met uw hoofd? Veel last ervan?" "Nee helemaal niks" antwoord Matthy. "Ook niks van de hechtingen?" "Niks" "Oke, we willen u een nachtje hier houden voor de zekerheid.. Uw vriendin mag hier ook blijven slapen als u wilt?" Ik kijk Matthy aan en zeg dan dat ik dat erg fijn zou vinden. Ik pak Matthy zijn hand vast.. ik vind het erg kut voor hem. "Waarom moet ik hier nog een nacht blijven als alles gewoon goed met me gaat?" "Ik weet het niet schatje.. gewoon zodat ze zeker zijn dat het goed gaat" de tijd is voorbij gevlogen.. het is nu half 3.
"Kun je mijn telefoon aangeven?" "Ja sure, hier" "oh fuck laat maar hij is leeg" ik geef hem mijn telefoon.
"Thankss" ik kijk met hem mee maar zo te zien is hij Koen aan het appen.  Na een uurtje stapt Koen de kamer binnen met mijn tas "dankjewel Koen," ik sta op en geef  hem een knuffel.  "Voor alles vandaag"
"Tis al goed" reageert hij. Ik kruip tegen Matthy aan.
"Ey maar je weet echt niet wie je aangevallen heeft?"
"Nope" "Is de politie al gekomen?" Vraagt Koen aan Matthy. "Ja, ze hebben wat vragen gesteld en ze zijn nu bezig met een onderzoek" "ah okey.. maar ehm, ik laat jullie alleen. Ik zie je morgen maatje" "tot morgen" het is eventjes stil en ik kruip nog dichter tegen Matthy aan. Na een tijdje verbreekt Matthy de stilte. "Het spijt me.." "voor wat?" "Voor dat ik je zo hard heb laten schrikken en ik je niet geappt heb"
"Maar dat maakt toch helemaal niet uit? Jij kan er helemaal niks aan doen schat! Ik ben al blij zat dat ik in je armen kan liggen" "alsnog.. je hebt al veel van je dierbaren verloren.." ik krijg kippenvel "daarom ben ik ook blij dat jij er nog wel bent Mat"  om 10 uur vallen we beide in slaap..

Lloret de mar met de bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu