Vrienden of meer...

Nieuwe vriendschap?

Dat weekend heb ik weer met eva afgesproken. We hebben alles goed uitgepraat en besproken waarom ze zo deed. Ze vertelde mij dat ze bang was voor lisette en kim. We zijn er samen uit gekomen en zijn weer de beste vriendinnen! Nog sterker dan hiervoor. We hadden het ook over die nieuwe van school. Nick. Hij is zo knap. We zaten al helemaal uittekijken naar maandag. Het was weer maandag. Eva en ik fietsten samen naar school toe. Toen wij richting de kluisjes liepen om onze boeken te pakken kwam nick naar ons toe lopen. Hey anna wie is je vriendin? Vroeg nick. Ik ben eva. zei eva. Hoi ik ben nick zei hij. Weet ik zei eva. Hoeweet je dat? Vroeg hij. Eva en ik keken elkaar aan. Ohh ik snap het al zegt hij. Wat bedoel je? Vraag ik. Jullie praten over mij. Zegt hij. Eh nee helemaal niet zeggen we in koor. Ha jullie hebben t over me! Zegt hij lachend terwel hij naar de les loopt. In de les krijgen we te horen dat we een presentatie moeten houden in twee tallen. Eva & bas, mark & lisette, kim & kevin en anna & nick.

Ga in deze twee tallen naast elkaar zitten en maak een begin van de presentatie. Jullie moeten na school hier ook samen mee bezig. Ik wil volgende week de eerste presentaties zien. Jullie mogen zelf een onderwerp bedenken ik let vooral op het spreken en spelling zegt de leraar. Eva ging naast bas zitten en nick kwam naast mij zitten. Waar zullen we het over hebben zegt hij gelijk. Ehm nou we kunnen het doen over iets wat we allebei leuk vinden? Of t moet iets persoonlijks van ons allebei zijn. Zegt nick. *trinnngg* we kunnen naar school wel bij mij afspreken mijn moeder is toch niet thuis zeg ik. En je vader dan? Vraagt nick. Ehm ja mn ouders zijn pas gescheiden zeg ik. Mijne ook zegt nick omlaag kijkend. Mischien kunnen we het over scheidingen houden? Vraag ik voorzichtig. Als dat niet te gevoellig ligt? Dat is een heel goed idee! Zegt nick. Het is persoonlijks en iets volwassens. Ja daarom! Vanmiddag na school beginnen we er gelijk me. Zegt nick. En als het te zwaar wordt voor 1 van ons 2 dan zijn we er voor elkaar. Ja goed plan zeg ik. Toen de school uit was zijn we samen naar mijn huis gefietst. Wil je wat drinken? vraag ik hem. Een glaasje fris mag wel zegt hij terwel hij op de bank gaat zitten. Ik kom met drinken de kamer binnen en ga naast hem op de bank zitten. Waar zullen we beginnen? Zullen we eerst elkaars verhaal aan horen zodat we weten hoe wij er in staan? Zegt nick. Ehm ja is goed. Zeg ik tegen hem terwel ik een beetje moeilijk kijk. Ik wil wel beginnen als je dat liever hebt zegt hij. Isgoed. Zeg ik terwel ik hem aankijk.