Boem. James en Sirius vallen hard op de grond. 'Sta op, je zit op mijn voet', zegt Sirius. James staat snel op. 'Gaat het?' Vraagt James. 'Mhhh', mompelt Sirius. 'Waarom vielen we ineens uit de lucht?' 'Geen idee', zegt Sirius. 'Komt waarschijnlijk door die ketting'. 'Waar is dat ding eigenlijk?' Vraagt James. De ketting is niet meer in Sirius handen. Samen zoeken ze naar de ketting. Na een paar minuten zoeken geven ze het op. 'Dat ding is nergens te vinden', zegt James. 'Het was maar een ketting, zoveel maakt het niet uit', zegt Sirius. 'Die ketting liet ons zomaar uit de lucht vallen!' Zegt James geïrriteerd. 'Laat het, kom het tussenuur is bijna voorbij, laten we naar binnen gaan'. Samen lopen ze naar binnen. Als ze bijna bij de deur staan staat James ineens stil. 'Die boom was toch niet zo groot'. Hij wist naar de grote beuk die naast de school staat. 'Misschien hebben we er niet goed naar gekeken', zegt Sirius. 'Zou kunnen'. Als ze binnen zijn lopen ze door de gangen. 'Zullen we naar de leerlingenkamer', vraagt Sirius. 'Is goed'. Samen lopen ze de trappen op. Ineens begint de trap te bewegen. 'Hé, de trappen bewegen toch alleen op vrijdag', zegt James. 'Dat is raar'. De trap stopt met bewegen, ze lopen de gang in. In de gang komen ze meneer slakhoorn tegen, als hij de jongens ziet schrikt die en loopt weg. 'Wat was dat?' Vraagt Sirius. 'Misschien komt het door onze laatste grap die we uitgehaald hebben', zegt James lachend. 'Mhh, kan', zegt Sirius niet overtuigd. Als ze de volgende gang in lopen komen ze mevrouw McGonnagal tegen. 'Jongens, wat hebben jullie nou weer gedaan. Kom mee, we gaan naar Dumbledore en daar leggen jullie alles uit'. Sirius en James kijken elkaar raar aan. Wat is er aan hand?
