deel 4

10 1 0
                                    

Bij het kamp

Alle leerlingen zien hoe Carla naar de EHBO post wordt gebracht.

'Haalt ze het?' snikt Johan.

Mevrouw Frankema en Leeuwerik zitten bij het kampvuur en zuchten diep.

Ilse holt heen en weer en juicht het uit. 'Ik heb een date met Jasper', lacht Ilse.

'Carla is zojuist overleden!' zucht Wijnsma triest. 'Het derde slachtoffer van de Ardennen.'

'Ik wil nou wel eens weten wie er schuldig is aan al die doden', zucht Rutger.

'Meneer Wijnsma, hij moet het zijn', fluistert Matthijs. 'Hij is altijd als eerste ter plaatse.'

'Ja, maar Helmus en de rest ook altijd', zucht Henri verbaasd.

'Oja', zucht Rutger.

'Laten we maar op het lijstje zetten dat Wijnsma niet deugt', zucht Johan.

'Ik maak vast een aantekening', lacht Marco Woldhuis en hij loopt naar hun blokhut.


Bij de eettent

'Jongens, we gaan kanoën en kajakken', zucht Wijnsma. En iedereen pakt zijn bagage.

Ze proppen alle bagage in de bus en alle leerlingen en docenten stappen de bus in.

'Hebben we ieders bagage?' zucht Johan de buschauffeur.

'Ja', lachen alle leerlingen.

En de bus rijdt naar het beginpunt om te gaan kanoën.

'Iedereen een boot?' zucht Leeuwerik.

'Maar nog even de regels uitleggen, voor wie dat nog niet weet', zucht Frankema. '1: kijk niet om. 2: ren nooit weg. 3: doe wat er gevraagd wordt!'


Tijdens de tocht

Alle leerlingen varen heen en weer en proberen over de rotsen te peddelen.

Een donkere schim vliegt steeds heen en weer en lacht gemeen naar de mensen.

'Ik zag wat', hijgt Lisa. En ze peddelt gauw verder.

'Je zag zeker Kevin', lacht Nalio.

'Natuurlijk niet, die zit in Berlijn', kreunt Breda.

'Je weet maar nooit', zucht Vanja.

Dan klinkt er een plons en de kano van Lientje, Hester, Nicole en Daylies valt om.

Een schim in het bos lacht tevreden en rent weer verder langs de bomen.


In Delfzijl

'Meneer Hartman, mag ik even bellen naar Ayse?' zucht Dominique.

'Natuurlijk, dat mag altijd!'

En Dominique pakt haar mobiel en de telefoon gaat over: 'Ayse, neem op ...' gilt Dominique.


In de kano

De telefoon van Ayse gaat en ze neemt op. 'Ja, zeg het maar', lacht Ayse. 'Hoi, Dominique. Of alles oké is? Er zijn drie doden gevallen: Melanie, José en Carla. Dus even optellen: drie dode meiden', giechelt Ayse aan de telefoon.


In Delfzijl

'Meneer Hartman er zijn drie dode leerlingen in de Ardennen', gilt Dominique hard.

'Je hoeft niet zo hard te schreeuwen, ik ben niet doof', zucht meneer Hartman geïrriteerd. 'Dominique, alles komt in orde', kucht meneer Hartman en hij loopt naar mevrouw Van der Veen.


Bij de eindbestemming

Alle leerlingen klimmen hun kano uit. Iedereen stapt met hun droge kleren de bus in.

En de bus rijdt zonder file terug naar Delfzijl. En hij stopt bij het Fivelcollege.

'Alles is gelukkig afgelopen, helaas zijn er drie doden gevallen', zucht Helmus.

'Meneer Wijnsma, u wordt gearresteerd in verband met moord!' zucht mevrouw Van de Veen.

'Ik heb helemaal niets gedaan', zegt Wijnsma bang. 'Ik liep vooraan in de dropping.'

'Maar als Wijnsma het niet is, wie dan wel?' gilt Lisa.

Er is een brief voor Hartman. En meneer Hartman leest de woorden voor die in de brief staan. I will return!

De bus rijdt langzaam weg. En er klinkt een kille, langzame, gemene lach!


EINDE??

Een Nachtmerrie Houffalize!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu