Zonder iets tegen elkaar te zeggen zitten we naast elkaar in de auto, ieder in zijn eigen gedachtes. Voorzichtig observeer ik hem. Het is me nooit echt opgevallen hoe knap hij eigenlijk is. Zijn kapsel en zijn baardje staan hem goed. Ik snap er ook helemaal niks van dat hij single is. Natuurlijk snap ik dat hij na zijn relatie met Fransje even een pauze wil, maar dat is al weer acht maanden geleden, en dat is lang voor Evert, wetend dat hij iemand is die van gezelschap houd, en dan vooral die van de vrouwen. Bijna wil ik er naar vragen hoe het nu zit met een mogelijke relatie, maar ik weet me in te houden. Het zijn immers mijn zaken ook niet. Snel kijk ik weer de andere kant uit, naar buiten, het nou niet helemaal de intentie dat ik betrapt wordt. Nog steeds hebben we geen woord met elkaar gewisseld, maar de sfeer die er heerst is prettig, wat mij verbaast. Wanneer we voor een stoplicht staan te wachten kijkt hij even opzij, precies op hetzelfde moment als ik hem ook aankijk. Even verdrink ik in zijn ogen, maar snel wend ik mijn blik en kijk ik strak vooruit, wetend dat hij nog steeds naar mij kijkt. Het stoplicht springt op groen, maar na vijf seconden is hij nog steeds niet weggereden. "Evert" zeg ik zachtjes. "Het stoplicht staat op groen." Zonder nog wat terug te zeggen richt hij zijn blik weer op de weg en rijdt hij weg. Nu is de sfeer vrij ongemakkelijk geworden, gelukkig zie ik het bureau al. Echt, ik snap er helemaal niks van dat hij zolang naar mij aan het kijken was, zo leuk ben ik ook al weer niet. Misschien vindt hij jou wel leuk zegt een klein stemmetje in mijn hoofd. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan, dat dacht ik even niet. Snel zet ik mijn gedachten op nul, ik kan dit nou niet gebruiken. Gelukkig stopt de auto, we zijn bij het bureau.
Als wij aan komen lopen zien we dat het rest van het team er al is. "Zo, mooi op tijd" zegt Bram. Ik rol met mijn ogen, hij ook altijd met zijn opmerkingen. "Tsja, Fenna nam haar telefoon niet op" zegt Evert. Gadverdamme. "Tsja Evert, ik weet niet wat jij doet, maar ik ga niet met mijn mobiel onder de douche." "Nee, ik ook niet, maar ik houd mijn telefoon ten minste altijd binnen handbereik." "Zo he, toppertje hoor" zeg ik sarcastisch. Voordat Evert weer kan reageren komt Menno er tussendoor met zijn psychologische stem (dat vind ik tenminste). "Even ophouden, jullie allebei. Serieus, af en toe lijken jullie wel een getrouwd stel." Naast mij barst Bram in lachen uit. "Ik zie het al voor me" hikt hij. Tot mijn ergernis begint de rest ook te lachen, behalve Evert natuurlijk. Even wisselen we een blik, en ik kan daaruit wel opmaken dat hij hetzelfde denkt als ik; ze deugen echt niet hier. "Al bijna uitgelachen?" zeggen we tegelijkertijd. Dit zorgt ervoor dat ze nog harder gaan lachen, en bij Bram lopen de tranen al over zijn wangen van het lachen. "Nou we zijn er, wat hebben we?" vraagt Evert. Liselotte stopt als eerste met lachen, en al snel houd de rest ook op. "Klaas van der Sandt, 32 jaar. Hij is vanmorgen gevonden in zijn auto, die tegen een boom is aangereden. De technische jongens zijn er mee bezig, maar het lijkt erop dat hij uit de bocht is gevlogen." vertelt Liselotte. "Zijn er verdere bijzonderheden?" vraag ik. "Qua lichamelijke omstandigheden niet, vergeleken met soortgelijke ongelukken, maar zijn vrouw is kortgeleden overleden." "Wat was de oorzaak van haar dood?" vraagt Evert. "Ze heeft zichzelf opgehangen in het trapgat" vertelt Menno, en hij laat een paar foto's zijn. "Ik heb na die tijd met hem gepraat, hij was helemaal geschokt, had het niet aan zien komen. Hij vertelde dat zij het enige was wat hij nog had, de rest van zijn familie is overleden" vertelde hij verder. Ik wend me tot Liselotte. "Zal het kunnen dat hij zichzelf expres tegen die boom heeft aangereden?" vraag ik haar. "Het is in principe mogelijk, maar persoonlijk ga ik er eerst vanuit dat het een ongeluk was. Zoals ik al eerder zei, de technische jongens zijn er mee bezig, ik kan elk moment het rapport binnen krijgen" antwoord ze. Carla neemt het woord over. "Liselotte en Bram, jullie wachten het onderzoek af en gaan het p.d. (plaats delict) voor andere mogelijke bijzonderheden. Menno, zou jij het psychologisch onderzoek van Van der Sandt willen bestuderen? Deze is opgemaakt na het tragische besluit van zijn vrouw." Menno knikt. "Komt goed." "Fenna en Evert, ik wil dat jullie langsgaan bij het huis van Van der Sandt langsgaan, mogelijk is er een afscheidsbrief achtergebleven." Weer wisselen Evert een blik, en hij knipoogt. Huh? Wat? Waarom? Hoe? Ik voel hoe mijn wangen rood worden. Op dit moment heb ik echt de neiging om hier weg te gaan, en dat ga ik doen ook. "Ik moet even..." Zonder mijn zin af te maken loop ik naar de wc's. Even een moment alleen. Ik verklaar mezelf compleet voor gek, wat in mij zorgt ervoor dat ik moet blozen? Ik bloos nooit. Alleen Mark kon mij laten, als ik iets verkeerd deed en dat hij daar gekscherend een opmerking over maakte. Ik kijk naar mezelf in de spiegel. "Fenna, nu ga je je normaal gedragen en niet meer blozen" zeg ik hardop tegen mezelf. Met mijn handen ga ik door mijn haar, een zenuwtrekje. Wauw, ik ben zenuwachtig. Langzaamaan wordt ik steeds gekker van mezelf, van mijn gedachtes, mijn gedrag. Snel neem ik nog een paar slokken water uit de kraan, en al snel voel ik me weer wat beter. Hij is irritant, een bemoeial en geeft jou altijd de schuld, je vindt hem niet leuk prent ik mezelf in mijn gedachten. Weer kijk ik snel even in de spiegel, ik zie er vrij normaal uit, niet anders dan anders tenminste. "Oké Fenna, let's go. Met deze woorden verlaat ik de wc's en stap ik naar buiten.
JE LEEST
Can we be one? - Moordvrouw ✓
FanficFenna irriteert zich enorm aan Evert, een van haar collega's, en dit gevoel is wederzijds. Maar ineens veranderen de gevoelens van hen voor elkaar.