3. Ontsnapt?

46 4 0
                                    

Vrijheid.

De maan scheen een verlegen licht uit. Tessa stond in het midden van een weide in een gebied dat voor haar onbekend terrein was. Ze had geen aangepaste kleren voor dit koude seizoen. Bibberend en knarsetandend sloeg ze haar armen om zich heen. Toen het besef dat ze van hen was weggeraakt doorgesijpelde, sprongen tranen van geluk haar in de ogen.

Eindelijk. Vrijheid.

Na vier jaar hopeloze pogingen was het haar gelukt. Weliswaar met hulp van buitenaf, maar toch: het was haar gelukt. Als ze de persoon die de deur voor haar geopend had ooit nog eens zou tegenkomen, mocht ze niet vergeten die te bedanken.
Met haar schoenloze voeten begon ze te rennen. Na een poosje veranderde het gras in een aardepad. Uitgeput zakte ze neer tegen een boom langs de weg. Haar buik gromde gemeen.
'Excuseer,' hield ze een passerende vrouw tegen. 'Weet u soms waar ik iets te eten kan krijgen?'
De voorbijgangster had bruin haar in een vlecht en keek het meisje nors aan. 'Wat verderop is een stad', meende ze.
'Dankuwel!' antwoordde Tessa beleefd. De vrouw stak haar hand op en wandelde verder.

Nog even rusten en dan naar die stad, dacht ze bij zichzelf, terwijl ze tegen de boom aanleunde en zich klaar maakte om een snel dutje te doen.

'Is het wel veilig om hier in slaap te vallen, dametje?'

Haar ogen schoten meteen weer open als reactie op die kille stem. Zonder op te kijken en te checken of het wel degelijk díe man was, probeerde ze weg te kruipen in een struik maar ze werd ruw teruggetrokken aan haar enkel. 'Nee!' gilde ze, spartelend zo hard als ze kon, maar tevergeefs.

Ze kon een glimp opvangen van de man die haar weer gevonden had. Hij was gigantisch en had een bruine, leren jas aan. Zijn haar was in een klein dotje opgeknoopt en rond zijn voeten zaten dure, zwarte laarzen, met een gigantische hak die hij in haar onderrug duwde.
'Je zou verwachten dat iemand van vier jaar dienst niet meer zou proberen te ontsnappen, maar helaas. Mevrouw moest per se weer eens speciaal doen.'
Hij hield haar in wurggreep en klopte met zijn elleboog keihard tegen haar schouder, waardoor Tessa begon te kermen van de pijn.
'Vertel me eens, Tessa,' spuugde de man. 'Wie heeft je helpen ontsnappen? We weten allebei dat je het zonder hulp van buitenaf nooit zou gekund hebben.'

Tessa mompelde iets onverstaanbaars waardoor ze nog een stoot tegen haar ribben kreeg.
'Spreek duidelijk!' beveelde de man.
'Ik weet het niet!' gilde Tessa. Haar pogingen om zich uit de greep te bevrijden waren nog steeds hopeloos.
'In dat geval zal ik het uit je moeten persen.'
Ze voelde hoe de man haar ruw omdraaide en de achterkant van haar T-shirt kapot sheurde zodat haar rug ontbloot werd. Ze wist wat er nu ging komen.
'Ik weet het echt niet! Ik meen het, geloof me nu toch!'
'Leugenaar!' schreeuwde hij, en met de hak van zijn laars schuurde hij over haar rug. Het meisje krijste terwijl de tranen los over haar wangen heen liepen. Wanneer de man beslist had dat er genoeg littekens aangebracht waren, plaatste hij zijn knie op de wonden en zette haar hals tussen zijn elleboog, terwijl hij zo haar hoofd dichter bij zijn mond trok.
'Niemand houdt van je, Tessa', grinnikte de man kwaadaardig in haar oor.

Op dat moment klonk er een schot. Ze voelde hoe de greep van de man verslapte en ze hoorde vuile woorden van zijn lippen komen. Tessa zag haar kans schoon en vluchtte van de man weg, maar botste tegen een gestalte op. Voor haar stond een jongen, twee of drie jaar ouder. Hij was zeker een kop groter dan haar en keek haar met een geruststellende blik aan. Zijn pikzwarte haar viel langs de rechterkant voor zijn donkere ogen. Hij had een groene sweater en een jeans aan, met een gereedschapsriem rond zijn heupen. In zijn hand hield hij een zwart pistool. Ondanks haar angst voor het andere geslacht intrigeerde hij haar al door haar gewoon aan te kijken.
De jongen knikte haar toe. 'Blijf achter mij', beveelde hij haar. Tessa knikte verlegen en krabbelde naar een boom achter hem.
'Klootzak!' schreeuwde de man in de leren jas. Uit zijn rechterhand vloeiden dikke klodders bloed.
'Ik heb meer reden om jou zo te noemen, Salamander.' antwoordde de jongen.
Tessa kon de man nu beter bekijken. Het was zeker hem, het wreedste lid van de Rode Salamander, de bende die haar al die tijd als een werktuig had behandeld. Omdat hij altijd dezelfde leren jas en zwarte hakken droeg, noemden zij en de andere meisjes hem Jas. Hij keek licht verbaasd op naar de jongen met het pistool en ontblootte toen zijn tanden.
'Jij moet van dat tuig zijn dat informatie over mijn bende verzamelt en plant ons te stoppen. Hoe schattig.'
Jas lachte vervaarlijk, maar de jongen leek niet bang en schoot een tweede kogel af die net voor zijn hakken belandde, al had Tessa het gevoel dat hij opzettelijk mis schoot.
'Wil je spelen, jongen?' lachte Jas geamuseerd. 'Ik heb ook een wapen, hoor.'
Op het moment dat Jas zijn mes wou bovenhalen, schoot de jongen nog eens en deze keer raakte hij zijn arm. De man krijste van pijn.
'Ik zou maar vlug terugkeren naar je basis voor je te veel bloed verliest', dreigde de jongen met het pistool.
Jas' uitdrukking veranderde op slag van geamuseerd naar furieus. 'Ik krijg jou en dat kreng nog,' gromde Jas terwijl hij de weide op rende. 'En die hele bende van je!'
'Probeer maar', was zijn antwoord.

Wanneer Jas bijna volledig uit het zicht verdwenen was, draaide de jongen zich om en hurkte voor Tessa neer. 'Hey, gaat het wel?'
Ze knikte en stak verlegen een lok achter haar oren. Ze was het niet gewend dat iemand haar dit soort aandacht schonk. 'I-ik ben oké... denk ik...'
'Goed.' Hij stond weer recht en stak zijn hand uit. Langzaam trok Tessa zichzelf eraan recht.
'Ik ben Ilja. Wat is je naam?' vroeg hij.
'Tessa', antwoordde ze. Ilja knikte en glimlachte haar vriendelijk toe.
'Heb je nog een thuis waar ik je naartoe kan brengen, Tessa?'
Ze schudde haar hoofd. Een koude windvlaag bereikte haar botten en ze bibberde van de kou. Ilja zag het en keek haar medelevend aan.
'Ik kan je naar een warmere plek brengen, hier maar enkele minuten vandaan.'

Deze aanbieding deed Tessa denken aan het moment dat een Rode Salamander haar vier jaar geleden had meegevraagd naar zijn basis. Eerst deed hij vriendelijk tegen haar en pas later liet hij blijken hoe ze in de val was gelopen. Als een gevangen muis werd ze verpulverd door die bende mannen. Ze hadden geen medelijden gehad.

'Maak je geen zorgen,' voegde hij eraan toe wanneer hij haar angstige blik bemerkte. 'Ik ben geen Salamander en zal er persoonlijk voor zorgen dat je niets overkomt.'

Na die woorden lukte het haar niet haar argwaan te behouden en voor ze het besefte vertrouwde ze de donkerharige jongen met zijn groene sweater en schietkunsten.

'Oké', stemde ze in. Ilja nam haar ijskoude hand en leidde haar via het aardepad naar een nieuw begin.

Vergeet niet te voten en te commenten als je dit een leuk hoofdstuk vond! Een follow is ook altijd leuk :) Xx Anna.

De VloekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu