Wolf

96 3 0
                                    

Het was twee uur ’s nachts. Ik vloog weer door het bos. Het was mijn manier om tot rust te komen. Toen ik weg ging, lag Jared te snurken in een van de gigantische hemelbedden van de Cullens. Ik had geen zin om te slapen. De meeste waren aan het jagen. Het huis was stil, apart van het snurken.

            Opeens ving ik de geur van Edward en Bella. Nieuwsgierig volgde ik het pad dat hun geur maakte. Ik ving ook een andere geur op. Het was een vreemde geur, niet van een mens maar ook niet van een vampier. Het rook naar muskus. Een dierlijke geur. Ik rende verder en de eigenaardige geur werd sterker. Ik vertraagde. Mijn instincten roken gevaar. Maar mijn nieuwsgierigheid maande me om verder te gaan.

            Ik voelde een aanwezigheid in het bos. Recht voor me. Ik bleef stilstaan. Het maanlicht brak door de bomen heen. Ik keek rondom me. Er bewoog iets voor me. Twee lichtgevende ogen boven mij doemde op. Er kwam een zware grom uit die richting. Mijn lichaam spande zich op. Er kwam weer een vijandige grom uit het wezen. Het leek op een dierlijke grom. Maar een dier zou van mij wegrennen. Het zou mijn aanwezigheid vrezen. Het dier nam een stap naar voor, het maanlicht in. Het was een gigantische wolf. Zijn ontblootte tanden bezorgde me een rilling. Ik was bang… En verbaasd. De wolf zette zich klaar om mij aan te vallen. Geen normaal dier zou mij durven aanvallen. Ik zette me schrap. Er ontsnapte een grauw uit mijn mond. De wolf sprong op me af, maar ik was sneller. Ik sprong over hem heen. Nu stond ik op zijn oorspronkelijke plaats. Ik besloot om weg te rennen en de hulp van Jared of een van de Cullens in te roepen. Ik wist niet in wat de wolf in staat was. Ik zoefde met een hoge snelheid in een grote boog voorbij hem. Ik hoorde dat hij de achtervolging inzette. Ik wou hem verrassen. Ik draaide me plots om en duwde hem tegen zijn flank weg. Hij vloog tegen een boom. De boom kraakte onder zijn gewicht. Snel sprong de wolf weer op en gromde. Ik rende weer weg. “ Jake! Stop! Ze hoort bij ons!” Ik werd verrast door de stem van Edward. Door de verrassing vertraagde ik onbewust. De wolf kreeg mijn been te pakken. Ik voelde een felle en vreselijke pijn. Mijn schreeuw deed vogels opvliegen. Er duwde iemand de wolf van me af. Ik hoorde weer een boom vervaarlijk kraken. Ik voelde warme handen mijn been vastgrijpen. Ik keek op en mijn ogen keken in de warme gouden ogen van Edward. De wolf had zich weer herstelt en gromde. Zijn ogen bleven mij in het oog houden. Maar Edward nam een beschermende houding voor me in. “ Jacob, ze is geen bedreiging. Ze is een oude vriendin van Alice.” Legde hij uit, maar hij hield zijn beschermende houding aan. “ Ik weet het. Ze is geen gewone vampier.” Hij antwoordde de gedachten van de hond. Ik begreep niks van de situatie. Mijn handen dichtten de wond. Er stroomde bloed uit. De wolf verdween in het donkere bos. Een paar seconden later verscheen er een bruine jongen uit de plaats waar de wolf verdwenen was. Nog meer verwarring. De jongen keek naar mij. “ Het spijt me. Ik wist niet dat je een gast van de Cullens was. Ik dacht dat je een bedreiging vormde voor Bella.” Bella. Dit moest haar beste vriend Jacob wel zijn. Ik gromde naar hem. Hij grinnikte. Edward zat nu gehurkt naast me. Zijn warme handen onderzochten de wonde op mijn been. “ Dat ziet er niet prettig uit.” Mompelde hij. “ Je zou het niet zeggen!” beet ik hem toe. Hij grinnikte. Ik probeerde hem te negeren. Zijn lach leidde me op een of andere manier af. Ik negeerde het gevoel en probeerde me recht te zetten. Ik wou naar huis. Jacob wou me te hulp schieten, net als Edward. Ik grauwde naar hen allebei. “Blijf van me af!” Edward lachte weer. “Jacob, zou jij even op Bella willen letten. Ik zal deze dame naar huis brengen.” Het leek alsof Jacob het niet fijn vond dat hij de bevelen van Edward moest opvolgen, maar hij knikte gehoorzamend. “Nog eens sorry he, vreemde bloedzuiger.” Zei hij terwijl hij weer in het donkere bos verdween. “Hond.” Grommelde ik. Er klonk een blaffende lach uit de duisternis. Edward lachte naast mij ook. Opeens trok hij me in zijn armen en stond op. “ Wat denk je wel dat je aan het doen bent?!” Snauwde ik. “Ik breng je naar huis.” Zei hij simpel. “ Zet me onmiddellijk neer!” Schreeuwde ik. Hij stond stil en liet me op de grond zakken. Mijn been begaf het meteen. Voor ik op de grond belandde, had Edward me alweer in zijn armen getrokken. Ik gromde naar hem. “Je hebt twee opties: Ik draag je naar huis of je kruipt naar huis.” Zei hij terwijl hij naar me neerkeek. Er speelde een lach om zijn lippen. Ik keek hem boos aan. “Wel? Wat zal het zijn?” Ik kruiste mijn armen om mijn borst. “ Goed dan.” Mompelde ik. “ Dat dacht ik al. Hij begon te rennen. Hij rende niet op topsnelheid. Mijn broek was gescheurd door de beet van de hond. De hand van Edward had me vast aan mijn naakte been. Op die plaats gloeide mijn huid. Een gevoel dat ik nog nooit had gehad. Misschien kwam het wel door de beet van die hond. Ik fronste mijn wenkbrauwen en probeerde uit allemacht niet de blik van Edward te beantwoorden. Ik zag uit mijn ooghoeken dat hij me spottend aankeek. De vijandigheid van de vorige dagen was volledig verdwenen. “Wat voor een hond was dat eigenlijk?” Vroeg ik hem na een tijdje stilte. “ En wat deed hij daar?” Zei ik voor hij kon antwoorden. “ Jacob is een weerwolf. Hij is de beste vriend van Bella. Hij woont in La Push met zijn roedel. Weerwolven bestaan door de aanwezigheid van vampiers.” Legde hij rustig uit. “ Er zijn er nog meer?” Vroeg ik verbaasd. Ik keek met tegenzin naar hem op om zijn gezicht te meten. Zijn ogen brandde in de mijne. “ Ja, hoe meer vampieren, hoe meer wolven.” “ Waarom was hij hier?” Hij trok zijn schouders op. “Hij wil Bella beschermen en hij vertrouwt ons niet. Daarom blijft hij in de buurt van haar huis en overal waar ze gaat.” Het leek alsof hem dat stoorde, maar hij kon het goed verstoppen. Hij glimlachte naar me. Zijn lach was oogverblindend. Ik fronste. Die gedachte stond me niet aan. “ Wat is er? Je kijkt zo kwaad.” Hij legde een van zijn lange vingers op de plaats waar mijn wenkbrauwen bij elkaar kwamen. Hij droeg me maar met 1 arm. Ik schudde zijn hand van mijn gezicht. Nu droeg Edward me weer met twee armen. “ Ik ben net aangevallen door een hond. Je zou voor minder kwaad zijn.” Hij lachte. Ik probeerde me niet te laten afleiden door de belletjes in zijn lach. Ik keek weg van hem naar het voorbij zoevende bos. We waren bijna thuis.

            “ Ellis? Wat is er gebeurd?” Vroeg Alice bezorgd toen Edward en ik het huis benaderden. Ze had ons zien aankomen. Alice kwam ons tegemoet. Jared kwam ook naar buiten. Er lag een bezorgde blik in zijn ogen. “ Ze is aangevallen door Jacob. Hij dacht ze een bedreiging was voor Bella.” Antwoordde Edward voor mij. Ik keek hem boos aan. Toen Jared dicht genoeg was, nam ik zijn hand vast. Maak je geen zorgen. Ik overleef het wel. Er leven hier weerwolven. Hij staarde me verward aan. Weerwolven? Zijn ogen gleden naar de wond in mijn been. Auwtch, dat ziet er pijnlijk uit Ellis. Ik rolde met mijn ogen. Allee seg, het voelt gewoon alsof er poesjes aan gelikt hebben hoor. Edward grinnikte. Jared keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Captain Jared Obvious. Jared en Edward lachten om mijn gedachten. Inmiddels waren we binnen in de woonkamer. Edward legde me voorzichtig in de zetel. Carlisle kwam al aanlopen met een verbandkoffer. “ Ik denk niet dat dat gaat helpen, Carlisle. Je kan haar niet hechten zoals een mens. Wij genezen vanzelf, maar wel sneller dan een mens. Over een dag kun je nog maar een klein roos litteken zien.” Zei Jared. Carlisle keek verwonderd. “Echt? Dat is opmerkelijk, dan is hebben jullie toch wat gemeenschappelijk met de weerwolven. Ze genezen ook snel.” Ik snuifte. “Zeg mij alsjeblieft niet dat ik iéts gemeenschappelijk heb met een hond.” Gromde ik. Iedereen in de kamer lachte. Enkel één lach leidde me af, die van Edward. Dat frustreerde mij. “Ik begrijp je volkomen, Ellis. Niemand van ons wil dat.” Stelde Edward me lachend gerust. Ik snoof. Edward stond op en zette zich in een zetel rechtover die van mij. Moest hij niet terug naar zijn Bella?

            “ Elizabeth schat? Heb je iets nodig? Iets om te eten of te drinken of iets anders?” Vroeg Esmée bezorgd. “Nee dank je Esmée. Dat is heel vriendelijk.” Iedereen in de kamer bleef me aankijken alsof ik in vuur zou opgaan. “He, jullie mogen nu verder doen met wat je bezig was hoor. Ik ga niet dood.” Ze grinnikten en lieten me met rust. Edward nam zijn ipod en stak de oortjes in zijn oren. Jared kwam naast me zitten op de bank. Hij legde mijn benen op zijn schoot. Uit gewoonte nam hij mijn hand vast. Waarom was Edward in de buurt toen die wolf je aanviel? Vroeg Jared me. Ik was in de buurt van Bella ’s huis. Hij moest ons gehoord hebben. Jared keek bedenkelijk voor zich uit. Hij is precies wel anders he? Tegen jou? Hij liet me beelden zien van de vorige dagen. Beelden waarin Edward, mij vooral, vijandig aankeek. Alsof ik Bella elk moment zou opvreten. Ik trok mijn schouders op.  Hij heeft er waarschijnlijk veel plezier in dat ik gewond ben geraakt. Onwillekeurig keek ik naar Edward. Hij had zijn ogen gesloten maar er speelde een glimlach om zijn mond. Hij was waarschijnlijk aan het luisteren naar ons gesprek. Eikel. Jared keek me verbaasd aan maar hij volgde mijn blik naar Edward. Zijn ogen waren nog steeds gesloten maar hij schudde door zijn zachte lach. Ik rolde met mijn ogen en richtte me weer op Jared. Hij keek me met een vragende blik aan. Een achterdochtige blik. De vraag die in zijn ogen branden liet hij niet in zijn gedachten verschijnen. Hij was bewust van de aanwezigheid van de gedachtelezer. Ik schudde mijn nieuwsgierigheid van me af. Ik denk dat ik even ga slapen. Misschien is de pijn weg tegen dat ik wakker word. Mijn ogen vlogen willekeurig naar het gezicht van Edward. Het leek alsof zijn wenkbrauwen bezorgd fronsten, maar het was even snel weg als het kwam. Ik kon het mij ingebeeld hebben. Oké, slaapzacht zus. Jared drukte een kus op mijn voorhoofd en legde zelf zijn hoofd tegen een kussen neer.

NieuwkomersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu