Een plan

63 2 0
                                    

Ruby gooit de deur achter haar dicht. Ze gaat op de stoep voor haar huis zitten en zet haar loodzware tas naast haar neer. Weer had haar vader haar geslagen, weer hadden ze ruzie om niks. Haar moeder had tegen Ruby geschreeuwd dat ze dood mocht vallen. Ruby had terug geschreeuwd: "Oh ja? Vermoord me dan maar, als je me dood wilt." Toen was Ruby naar beneden gerent en had de deur achter haar dicht gegooid.

Het was nog te vroeg om naar school te gaan. Meestal ging Ruby zo laat mogelijk weg, omdat Ruby werd gepest. Ze had geen vrienden en iedereen noemde haar altijd 'emo'. De leraren wisten dat Ruby gepest werd, maar deden er niks tegen. "Lafbekken" zo noemde Ruby hun.  Kort samengevat, school was een hel!

Inmiddels was het zeven minuten later en Ruby zat nog steeds op de stoep. Ze bedacht zich en stond maar op en liep langzaam in de richting van de metro. De metro was een paar kilometer van haar huis vandaan, dus Ruby fietste er altijd heen, maar haar fiets stond nog binnen, dus moest ze dit keer lopen. Waarschijnlijk kwam ze te laat, want Ruby loopt nooit echt hard en het waaide ook nog eens verschrikkelijk hard.

Ruby zuchtte. Zat ze maar op een andere school, had ze maar andere ouders, had ze maar een paar vrienden. Ruby had één echte vriendin, maar die is naar de andere kant van het land verhuisd. Ze spreken nog wel eens af in de vakanties, maar dat steeds minder. Haar vriendin Samantha heeft nu veel nieuwe vrienden en spreekt heel vaak met haar nieuwe vrienden af. Samantha heeft geen tijd meer voor me, dacht Ruby heel vaak. Samantha was de enige waar Ruby echt van hield. In een vriendschappelijke manier dan.

Ruby liep snel door. Ze liep langs het huis van Mackenzie, een van de populaire 'bitches' die Ruby het meest pestte. Mackenzie dacht altijd dat ze alles was en dat ze helemaal perfect was. Ruby had daar een hekel aan.

Achter Ruby sloeg een deur dicht. Daar was Ruby al bang voor, het was Mackenzie.

"Hey Ruby! Wat zie ik nou? Loop je helemaal alleen in deze kou, magere emo? Waar zijn al je vrienden? Oh, laat me raden, die heb je niet." Mackenzie lachte zo aanstellerig hard dat Ruby er bijna van moest kotsen. Ze had een enorme hekel aan Mackenzie, Ruby negeerde haar ook altijd zodat Mackenzie misschien zou stoppen. Natuurlijk was Mackenzie wel op de fiets. Ze fietste hard door.  Gelukkig was Mackenzie's huis vlakbij het station, wat betekende dat Ruby er bijna was.

Toen Ruby in de metro zat bedacht Ruby zich iets, een plan. Een plan waar ze iedereen plezier mee deed. Een plan wat niemand kon schelen, omdat niemand om Ruby gaf. Een plan dat Ruby veel eerder had moeten bedenken.

VerdwaaldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu