29| Waarheid is Macht II

28 2 0
                                    

Er wordt zachtjes op de deur geklopt

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Er wordt zachtjes op de deur geklopt. Ik ben inmiddels gestopt met huilen. Alleen mijn ogen zijn nog een beetje rood en opgezwollen. Ik huilde niet alleen omdat hij die opname nu zou luisteren, want dat zou wel erg overdreven zijn, maar gewoon om alles. Al die keren dat ik dacht dat ik een juiste keuze maakte, en mezelf daarmee eigenlijk meer klem zette dan ik mezelf al had gezet. Het maakt me bijna ziek als ik er weer over nadenk.

‘Ik kom eraan.’ Mompel ik. Ik gooi nog vlug een plens water op mijn gezicht, droog mijn gezicht af en loop dan de kamer weer in. 

‘Dit is ziek, dit is echt ziek.’ Zegt Ivan direct. Hij wrijft een keer over zijn voorhoofd. ‘En beschamend.’

In de montage die ik heb gemaakt van alle interessante stukjes ben ik inderdaad ook niet vergeten het stukje weg te laten waarin hij het tegen Dagmar had over mij. Niet alleen omdat dat het enige is waar ik nog een beetje om kan lachen, maar ook omdat dat stukje bewijst dat ik dit niet in elkaar heb gezet om Dagmar vals te kunnen beschuldigen. Maar eerlijk is eerlijk, het zien van zijn rode en beschaamde gezicht is het allemaal waard. 

Ik ga op het bed zitten en grijns zowaar. ‘Dat laatste zeker. Ooit aan gedacht om later romantische liefdesbrieven te schrijven voor lovers in nood?’ Vraag ik op een pesterig toontje. 

Hij werpt me een ongeïnteresseerde blik toe. ‘Niet grappig.’ Zegt hij droog. Hij gaat op de rand van het bed zitten en haalt zijn handen door zijn haar. ‘Maar dit- dit kan niet. Dit is mijn moeder ze zou dat nooit doen het kan niet.’

‘Denk je dat ik zomaar iets uit mijn mouw klop?’ 

‘Nee, nee absoluut niet. Ik-ik kan er gewoon even niet bij. Ik kan niet geloven dat mijn bloedeigen moeder zoiets zou doen en ik kan niet geloven dat jij hier gewoon al twee volle dagen mee rond hebt gelopen zonder ook maar iets te laten merken, terwijl dit ons allemaal eigenlijk aangaat. En nu weten we niet eens wat ze gaat doen en het is al bijna klaar.’ Zegt hij gestresst. Hij gaat verder op het bed zitten en zet zijn handen in zijn haar. 

Even weet ik niet wat ik moet doen. Hij lijkt compleet de kluts kwijt te zijn, en dat zal waarschijnlijk ook niet voor niets zijn. Ongetwijfeld heeft zijn paniek te maken met heel zijn leven waar hij is opgevoed door Dagmar en Grover. Hij weet niet beter dan het mysterie en hardheid van zijn moeder, en nu valt alles op zijn plek.

Een tikkeltje onzeker leg ik mijn hand op zijn schouder en knijp ik er even in. ‘Hé.’ Hij kijkt naar me op. ‘Niet in paniek raken, oké? Ik weet dat het lastig is, maar dat moet je niet doen. Je maakt het op die manier alleen maar erger voor jezelf. Er is nu toch niks aan te doen.’

Hij knikt slechts. ‘Is zij de reden waarom je opgesloten hebt gezeten in die kamer?’ Vraagt hij dan.

Ik pluk een beetje aan het deken. ‘Deels.’ Zeg ik. 

‘Vertel het.’

‘Weet je het zeker?’

‘Ja.’

Ik richt mijn blik strak op het raam als ik mijn mond open trek. ‘Ze zei me dat ik haar moest volgen en dat er iemand voor me was. Ze leidde me naar die kamer en hield in eerste instantie de deur open, wat me een klein gevoel van vertrouwen gaf, zo naïef als ik dacht.’ Begin ik. Ik slik een keer. ‘Het was Lotus. Ze had zich verstopt in de kamer en wilde met me praten. Ze zei me dat ik Dagmar en Grover niet kon vertrouwen, en dat zij wilden dat ik weg zou lopen zodat ze vrij baan zouden hebben en me neer konden halen. Ze zei me dat Dagmar me als bedreiging zag voor alles wat ze gepland hadden en dat ik te goed voor haar was. Het was niet wat ze moest zeggen, maar ze had gezworen me te helpen. En toen sloot ze me op. Heb een paar minuten lang op de deur staan rammen voordat ik in slaap was gevallen.’

Voordat hij ook maar iets kan zeggen ga ik stug verder. ‘Ik was degene die jullie hoorden in het ventilatiesysteem. Ik ben de vracht gaan checken die die morgen is geleverd in de kelder. Ik zat verstopt tussen de dozen toen jij ook een kijkje kwam nemen.’ Ik laat hem de foto’s op mijn mobiel zien. ‘Het is niet veel of wat ik verwacht had te vinden, maar het is iets. Het enige wat mijn aandacht trekt is de putdeksel. Het is sowieso een nooduitgang, maar waarom daar?’

Terwijl ik een beetje roerloos naar het scherm van mijn mobiel aan het staren ben, voel ik dat zijn blik is gebrand op mijn gezicht. En ik kan niet ontkennen dat ik me er enorm nerveus bij voel. Heb ik iets op mijn gezicht zitten ofzo? Ik hoop het niet. 

‘Je bent werkelijk ongelofelijk, dat weet je toch?’ Vraagt hij dan opeens serieus. 

Ik lach een keertje achterlijk en begin weer aan het deken te plukken. ‘Ik weet niet of je het ongelofelijk of ongelofelijk roekeloos moet noemen, maar als jij het zegt.’

‘Jouw zelfbeeld is wel erg negatief.’ Merkt hij op.

‘Totdat de klus geklaard is, ja, inderdaad.’ Zeg ik eerlijk.

‘Maar is dit jouw taak dan?’

Hier moet ik even over nadenken, maar ik kom gauw genoeg met een antwoord. ‘Als ik dingen weet die de anderen niet weten, voel ik me verantwoordelijk. Als er iets gebeurd waar ik uiteindelijk niet achter ben gekomen, voel ik me schuldig. Dat wil ik niet, en ik weet niet of ik dat nog wel zou kunnen hendelen.’

‘Nou, nu weet ik het ook, dus kunnen we het leed in dat geval delen. Maar dat gaat niet gebeuren, want ik heb alle vertrouwen in je en ik ga je helpen. En dit keer beloof ik dat met heel mijn hart.’ Zegt hij serieus. ‘Je bent hier niet alleen, dat weet je en dat moet je blijven onthouden. Je hoeft niet te zwijgen of te liegen om alles zelf maar weer op te lossen, want meestal is dat niet de oplossing. Soms is de oplossing gewoon om het iemand te zeggen, wat je ook maar van die persoon mag denken. Samen sta je sterker.’

Hoewel het helemaal tegen mijn principes in gaat en het absoluut niet mijn stijl is, kan ik mezelf niet tegenhouden en sla ik stevig mijn armen om hem heen. De eerste paar seconden blijft hij daarom ook roerloos zitten, twijfelend wat hij nu moet doen, maar als mijn ogen zich eenmaal vullen met een paar tranen van geluk en mijn armen lichtjes beginnen te trillen, besluit hij om ook mij vast te pakken. 

‘Rustig aan.’ Zegt hij zachtjes. 

Het enige wat ik nodig had was een beetje emotionele steun, en voor het eerst in mijn leven komt dat besef bij mij binnen. Al die tijd had ik gedacht dat ik het in mijn eentje wel zou kunnen, maar nu realiseer ik mij dat ik dat niet aan had gekund. Bij Annabelles zaak zat ik ook op het randje, puur omdat ik dacht dat ik het alleen wel zou kunnen en ik geen andere mensen in gevaar wilde brengen. Soms heb ik gewoon een flinke schop onder mijn kont nodig om erachter te komen wat ik mis en nodig heb, en dit is het eerste zetje de goede kant op. 

De vraag van vandaag:

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

De vraag van vandaag:

Zijn deze twee niet onwijs schattig samen? :)

Liefs,

Pageotte

Detective UndercoverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu