Er zijn al weer weken voorbij sinds die eerste week. James en ik hebben onze eerste vijftig keer strafwerk gehad en alleen professor Asperr van verweer tegen de zwarte kunsten vindt ons nog aardig. Hoewel, stiekem vinden de andere leraren ons ook wel aardig, maar ze laten dat niet erg merken.
Nog twee weken tot de kerstvakantie. Mijn ouders zijn nog steeds woedend omdat ik in Griffoendor zit, maar ik moet verplicht naar huis komen in de kerstvakantie. Elk jaar hebben we thuis een "Black Christmas Party". Dan komen bijna alle zuivere toverfamilies bij ons thuis om samen kerst te vieren. Zwadderaars. Stuk voor stuk. Nog nooit heb ik een leuke kerst gehad. Natuurlijk zouden mijn ouders liever willen dat ik hier bleef, op school. Ik wil dat zelf ook. Maar dat zou vragen oproepen, en daar zijn mijn ouders niet bijzonder fan van.
'Sirius! Opstaan! Het is zaterdag! Om half tien is de Zwerkbalwedstrijd!' Ik kreun en kijk op mijn horloge. 'Half tien! We hebben nog drie en een half uur de tijd! Het is zes uur 's ochtends James.' Jammer genoeg voor mij herinnert hij zich hoe ik de eerste schooldag uit bed kwam. Met een luide strijdkreet springt hij boven op me. Ik slaak een gil, en val uit bed. James valt er achter aan. Ik probeer me onder zijn lichaam uit te worstelen, maar James houdt me in de houdgreep. Remus staat lachend te kijken. 'Help me dan!' Langzaam komt hij naar ons toe en trekt James van me af. 'Het is niet de bedoeling dat Sirius straks op de ziekenzaal ligt tijdens de wedstrijd,' zegt hij. Ik kijk hem verontwaardigd aan. Met mijn neus in de lucht loop ik de slaapzaal uit. Ik wil al door het portretgat klimmen als ik besef dat ik mijn pyjama nog aan heb. Rood loop ik terug. James schatert het uit. Met alle waardigheid die ik nog heb kleed ik me aan en loop opnieuw weg.
Als ik slechtgehumeurd ben eet ik meer. Ik ben dus net aan mijn zevende boterham begonnen als de anderen komen. 'Hoi Sirius,' zegt James overdreven vrolijk. 'Heb je lekker geslapen?' Ik grom iets terug. Remus kijkt me aan terwijl ik nog een boterham pak. 'Hoeveel boterhammen heb je al op?' Hij is nog steeds niet aan mijn eetlust gewend. 'Zeven,' antwoord ik kortaf. Nu kijkt ook James me verbouwereerd aan. 'Zeven? Je eet altijd belachelijk veel, maar niet meer dan zes!' Ik kijk nors terug. 'Wel als ik chagrijnig ben.'
'Als je maar op tijd bent voor de wedstrijd!' Ik kijk hem vuil aan, grijp nog een boterham mee en been weg naar de leerlingenkamer. Ik ben eigenlijk niet echt boos; daarvoor mag ik James te graag. Maar dat hoeft hij niet te weten. Natuurlijk wil ik ook voor geen goud de wedstrijd missen, maar dan hoef ik er nog niet zes uur uit! Ik maak snel en niet erg grondig mijn huiswerk. Nog even een uurtje luieren en dan is het tijd om te gaan.
De zon schijnt buiten. Het is prachtig Zwerkbalweer.
Enthousiast ren ik tussen de mensen door, op zoek naar James. Het duurt niet lang voor ik hem vind. Ongemerkt blijf ik stil staan. Mijn mond hangt open. James is compleet gehuld in het rood en goud, de kleuren van Griffoendor. Nu ik er op let zie ik dat hij niet de enige is. Overal zijn mensen met rood en goud. Behalve op de noordelijke tribune. Daar is alleen maar groen en zilver, afgezien van het gewone zwarte schoolgewaad van tovenaars en heksen die geen zin hadden om zich te verkleden, zoals ik. James wenkt me enthousiast en ik ren naar hem toe. Ik zie dat Remus en Peter bij hem zitten. We kletsen als een stel meiden tot de madame Vlught zegt: 'aanvoerders, geef elkaar een hand.' Lucius Malfidus, de aanvoerder van het team van Zwadderich, doet zo te zien zijn uiterste best om de hand van Samantha Patil, de aanvoerder van Griffoendor, fijn te knijpen, maar Patil geeft geen kik. Na elkaar een dreigende blik toegeworpen te hebben lopen ze allebei terug naar hun team. Ze stappen op hun bezems en madame Vlught geeft het signaal dat de wedstrijd begint. Veertien spelers schieten de lucht in. 'En ze zijn weg!' roept Barend Kannewasser. 'Patil van Griffoendor grijpt de slurk, en gaat als een speer op de ringen van Zwadderich af. Kwast van Zwadderich slaat een beuker, Patil moet uitwijken, en gooit de slurk naar Bell. Bell volgt Patils voorbeeld en stormt naar voren. Ze gaat sco... Nee! Valdez van Zwadderich blokt haar, ze gooit naar Patil, die gooit naar Vonk, terug naar Patil, Vonk,' Kannewasser had nu alleen nog maar de tijd om de namen te noemen. 'En Vonk scoort! 10-0 voor Griffoendor!' Een luid gejuich stijgt op vanuit het publiek. Ik juich net zo hard mee terwijl James en ik elkaar grijnzend aankijken. 'Bullemans van Zwadderich vangt de slurk en laveert tussen de spelers door, Bell probeert de slurk te pakken maar Bullemans duwt haar aan de kant. Overtreding! Griffoendor krijgt een strafworp. Bell neemt hem. Ja, die zit.' Mijn gedachten dwalen af. Ik heb echt totaal geen zin in de vakantie. Terwijl de rest van de school vol spanning naar de wedstrijd kijkt probeer ik manieren te verzinnen om maar niet naar huis te hoeven, maar ik weet dat het zinloos is. Mijn ouders zullen nooit toestaan dat ik hier op school blijf. Ik schrik op uit mijn gedachten als iedereen opeens met ingehouden adem op het puntje van hun stoel zit. Ik richt mijn aandacht weer op het spel en zie dat de Zoekers in volle vaart, eh... vlucht, op een klein gouden stipje afvliegen. 'Turpijn heeft de snaai! Griffoendor wint de wedstrijd met 180-40!' roept Kannewasser, maar niemand hoort het. Een oorverdovend gejuich is opgestegen vanuit het publiek. Nog steeds juichend lopen we weer terug naar binnen. Er wordt een groot feest georganiseerd ter ere van de overwinning op Zwadderich. Samen met James haal ik eten uit de keukens. Yenn geeft ons zoveel eten dat we er een week op zouden kunnen leven. Eenmaal in de leerlingenkamer geef ik het eten af aan de hongerige leerlingen. Zelf heb ik niet zo'n honger en ga in een stil hoekje zitten. James ziet het en komt naar me toe. 'Sirius, wat is er? Waarom eet je niet?' Ik kijk op. Opeens rolt alles er uit. Ik vertel hem over mijn ouders, en de kerstvakantie. James kijkt me even aan en zegt dan: 'kom bij mij logeren. Ik weet zeker dat mijn ouders dat goed vinden.' Ik schud mijn hoofd. 'ik moet naar die "Black Christmas Party".' 'Daarna dan,' dringt James aan. 'Dan heb je wat om naar uit te kijken. Ik laat je echt niet in de steek om je familie, hoor.' Ik voel me dankzij James een stuk beter en glimlach. 'Dank je,' zeg ik. Dan roept mijn maag en val ik aan op de enorme hoeveelheid eten.
JE LEEST
Sirius Zwarts (Harry Potter fanfiction)
FanficDit is het verhaal van Sirius Zwarts vanaf het moment dat hij naar Zweinstein gaat tot aan zijn dood. Sirius is de ik-figuur. Als jij van de Harry Potter serie houdt, is dit (misschien)wat voor jou. Bijna alle plaatsen en personen enz. zijn door J...