Sirius Zwarts (Harry Potter fanfiction)

Mijn dieptepunt van het jaar

Ik ben mijn spullen aan het pakken. Zwijgend leg ik mijn schoolboeken terug in mijn koffer. Tergend langzaam doe ik hem dicht. Ik heb nog nooit ergens zo tegen op gezien. Overmorgen vertrekt de Zweinstein Express. James komt aanlopen. 'Alsjeblieft,' zegt hij. Hij geeft me een briefje. Ik lees het vlug door en zie dat het een adres is in Londen. Ik vouw hem op en doe hem in het zijvakje van mijn tas. Dan kijk ik James aan. 'Is het al tijd?' Met een brede grijns knikt hij. Hij slaat de onzichtbaarheidsmantel om ons heen en we lopen door de leerlingenkamer naar het portret van de Dikke Dame. James en ik hebben besloten om voor de vakantie nog één keer het kasteel op stelten te zetten. Remus staat aan de andere kant om het wachtwoord te zeggen. Vorige week heeft James hem en Peter de mantel laten zien. Aangezien dit ook een beetje is om mij op te beuren gaan Remus en Peter vandaag niet mee. Hoewel ik ze allebei graag mag is James toch mijn beste vriend. Peter en Remus weten en begrijpen dat.
Ik heb iets tegen Slakhoorn, en zijn clubje met favoriete leerlingen: de Slakkers. Hij is dus ons doel. James heeft een paar delfstoffers. Vraag me niet hoe hij er aan komt, maar hij heeft ze. Ik neem er één van hem over terwijl we door de gangen schuifelen. Er is niemand. We durven nu iets sneller te gaan. Ondertussen stribbelt mijn delfstoffer behoorlijk tegen. We komen aan bij het lokaal van Slakhoorn. Ik probeer de deurklink, maar hij zit op slot. James en ik trekken onze toverstok, en fluisteren tegelijk: 'alohomora!' Met een zachte klik springt de deur open. Het verbaast me dat hij het niet beter heeft beveiligd. Ik laat de delfstoffer los en hij schiet weg. James volgt mijn voorbeeld, en ook zijn delfstoffer schiet weg. Delfstoffers kunnen een enorme ravage aanrichten, en James en ik kijken een paar minuten toe hoe de delfstoffers hun werk doen. Dan sluipen we terug naar de leerlingenkamer.

'Wakker worden! Word wakker, slaapkop,' Frank Lubbermans schudt me heen en weer. 'We hebben toverdranken het eerste uur, en Slakhoorn is in een pesthumeur. Ik wil wedden dat hij iedereen strafwerk geeft die ook maar een seconde te laat komt.' Ik grijns, want ik kan wel bedenken waarom hij een pesthumeur heeft. Ik schiet in mijn kleren en ren naar de Grote Zaal. Inderdaad lijkt Slakhoorn behoorlijk chagrijnig. Ik begin te eten. Niet veel later valt Slakhoorn uit tegen Anderling, duidelijk hoorbaar voor de hele zaal. 'Het waren die ellendige leerlingen! Dat weet ik gewoon, Minerva.' Zijn stem klinkt woedend, en zijn ogen spuwen vuur. 'Ik zal blij zijn wanneer ik deze ellendige school kan verlaten,' sist hij, iets zachter. Nog steeds is hij duidelijk te verstaan. 'Het waren vast Potter en Zwarts,' hoor ik hem nog zeggen. Ik stik bijna in mijn boterham. Hij verdenkt ons. Een kwaadaardige lach verschijnt op mijn gezicht, hoewel ik niet kan zeggen waarom. Ik weet dat ik straks zal moeten oppassen. Als ik ook maar iets verkeerd doe zal hij me strafwerk geven, en niet zo'n beetje ook. Ik moet me netjes en braaf gedragen.

Ons netjes en braaf gedragen ligt niet in onze aard. James en ik zijn in de prijzenkamer. We moeten alles schoonmaken, terwijl Vilder in onze bek hijgt en ons nauwlettend in de gaten houdt. 'Daar zit nog een vlekje,' wijst hij. Mijn woede inhoudend maak ik de beker die ik als vier keer heb schoongemaakt nog een keer schoon. Vilder knikt met tegenzin dat er niks meer op te zien is. Hij wijst op de volgende beker, en ik ga zuchtend aan de slag. Drie uur later laat Vilder ons eindelijk gaan. Zuchtend en kreunend lopen James en ik naar de leerlingenkamer. 'Morgen vakantie,' verzucht James. 'Geen huiswerk, geen strafwerk, helemaal niks.' 'Ja,' stem ik in. 'Alleen maar een paar ouders die je niet mogen en het ergste broertje die je je maar kunt wensen. Ik kan mijn geluk niet op,' zeg ik sarcastisch. James beseft onmiddellijk wat ik bedoel en verontschuldigt zich. 'Sorry, jongen. Daar had ik aan moeten denken. Maar na dat idiote feest kom je naar gelijk naar ons, en dan krijgen we verder een geweldige vakantie.' Ik glimlach. 'Dank je, James.'

'Au!' Ik schreeuw het uit. James ligt boven op me. 'Sorry,' zegt hij haastig, 'maar we moeten opschieten. De trein vertrekt over een half uur!' Kreunend kom ik overeind. James is op me gesprongen om me te wekken. Dat verzin je toch niet? Maar hij heeft wel gelijk. Ik trek snel mijn kleren aan. Samen met James loop ik naar de Grote Zaal. Ik eet zes boterhammen en drink een glas pompoensap. 'Over tien minuten vertrekken de koetsen!' roept professor Anderling door de zaal. Ik ren met James, Peter en Remus in mijn kielzog naar buiten. Ik zoek een lege koets en ga er in zitten.

Heey,
Vandaag een wat korter hoofdstukje. Ik maak wel verschillende fouten, zoals ik jullie al eerder heb verteld. @DaanCL2003 merkte op dat Lucius Malfidus een eerstejaars was, maar ook aanvoerder van het zwerkbalteam. Dat heb ik aangepast. Lucius is geen eerstejaars meer. 😉
Comment, vote and enjoy,
Esther