Hoofdstuk 44

7 0 0
                                    

Het is avond en ik zit in onze achtertuin bij ons ouderlijk huis. Ik staar voor me uit naar de verwaarloosde bloementuin die ooit prachtig was gemaakt door mijn moeder. We zijn nu een uur thuis nadat we alles in het ziekenhuis hebben geregeld voor de uitvaart. De hele rit naar huis heb ik niks gezegd. Ik heb alleen maar gehuild of ik staarde in de verte. Of beide. Eenmaal bij ons ouderlijk huis aangekomen voelde het kil. Ondanks dat mijn vader al lange tijd niet meer thuis was geweest voelde het nu anders nu hij er niet meer was. Een nieuwe traan verlaat mijn ooghoek als ik opeens een omhelzing krijg en een zacht gefluister hoor. "Ik ben bij je". Oliver gaat naast me zitten op de schommelbank en houdt me stevig vast. Een lange tijd zitten we stil op de schommelbank. Oliver houdt me beschermend vast terwijl ik vermoeid voor me uitstaar en enkele tranen over m'n wang laat glijden. Uiteindelijk weet ik toch een paar woorden uit te brengen. "Hij heeft gewacht op mij". Oliver zet me wat rechter en kijkt me verward aan. "Letterlijk nadat we met elkaar gesproken hadden vanochtend en het hadden bijgelegd is hij overleden" leg ik hem snikkend uit. Ik voel me schuldig. Schuldig over het feit dat ik zo egoïstisch ben geweest en niet eerder ben gekomen. Hij heeft dagenlang extra pijn geleden omdat ik er niet was. Alsof Oliver gedachte kan lezen pakt hij mijn kin op zodat we elkaar recht aan kijken. "Hey Tes, het is niet jouw fout oké? Zijn gezondheid was slecht. Jij hoeft je niet schuldig te voelen". Ik kijk hem even diep aan als ik dan in tranen uitschreeuw "Waarom voelt het dan als mijn schuld!".

1 week later

Het is een week later. De dag van de begrafenis. Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Ik heb een zwart jurkje aan met hakken en mijn haar los langs mijn gezicht. Ik herken mezelf niet meer terug. Ik zie niet meer de Tessa zoals ik was. Ik zie een leeg omhulsel. Donkere kringen onder mijn ogen, bleke huid en magerder. Nauwelijks heb ik kunnen slapen of eten omdat het me gewoon niet lukt. Als Oliver de kamer op komt om me te halen kijkt hij me met bezorgde ogen en medeleven aan. Ik weet wat hij denkt. Ik zie er nog slechter uit dan dat hij me ooit heeft gezien. Maar dat is wat rouw met een mens doet, of in iedergeval met mij.

Een uur later is de dienst net gestart. Zowel Austin als ik spreken over onze vader. Over wat voor warm hart hij had en waarom hij de beste vader voor ons was. Ik kijk naar de mensen in de zaal. Ik zie ooms en tantes, nichten en neven en ook vrienden van mijn ouders zitten. En natuurlijk Oliver. Ik zou veel meer willen vertellen over mijn vader maar dat lukt me niet. Ik ben te vermoeid en sta op instorten. Na een uur is de dienst voorbij en lopen we allemaal de zaal uit achter de kist waar mijn vader in zit. Eenmaal in het pad op het kerkhof slik ik. We hebben besloten mijn vader naast mijn moeder te begraven. Ik ben hier al een hele lange tijd niet meer geweest. Oliver loopt achter mij samen met onze familie. Austin houdt mijn hand vast en geeft een bemoedigend kneepje. Eenmaal voor beide graven geef ik het op. Ik val op mijn knieën neer en huil. Waarom moet dit leven zoveel pijn doen? Waarom verlies ik de mensen waar ik zoveel van houd? Austin en Oliver hurken naast me en slaan een arm over me heen. Ik blijf huilen maar merk dat mijn energie op begint te raken. Als Austin en Oliver me overeind helpen wordt alles vaag en val ik weg.

A new beginningWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu