4. Vliegticket naar Nieuw Zeeland

166 8 0
                                    

Er staat:
Faye,
Heel erg gefeliciteerd (nogmaals) met je verjaardag! Ik hoop dat je me het vergeeft dat ik het niet heb verteld en als je op zoek gaat naar je moeder, je dit boekje gebruikt als reisdagboek. Het vliegticket is voor een vlucht naar het Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Vanaf daar kan je makkelijk naar Thibia, denk ik. Ik hoop dat je besluit te gaan, of Fin ook wil weet ik niet.
Liefs, je vader.

Ik stop het vliegticket weer in het boekje en loop met het boekje in mijn hand naar de kamer van Fin. Ik klop op de deur.
"Fin? Mag ik binnenkomen?"
"Ja, kom maar," hoor ik vanachter de deur. Ik doe de deur open ik loop de kamer van Fin binnen. Hij zit achter zijn bureau en zoekt iets op op zijn laptop. Naast de muis zie ik een zelfde boekje liggen als ik heb, maar in een andere kleur. Ik kom achter hem staan en zie wat hij opzoekt.
"Je zoekt naar Thibia? Heeft mam je niet geschreven dat mensen het eiland Maria Theresa noemen?"
"Ik wou weten of er niet toch iets over te vinden is op internet," zucht hij.
"Misschien moet je Maria Theresa eens intypen," stel ik voor.
Fin typt het in en er verschijnen ongeveer 43.100.000 zoekresultaten. De eerste is 'Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780) - Wikipedia'. Die niet. De tweede lijkt er meer op. Het is een Wikipedia pagina over "Maria Theresa". Fin klikt erop en komt bij een Wikipedia pagina waarbij je kan kiezen uit 'Maria Theresia van Oostenrijk' (net als eerder) en het eiland dat wij bedoelen. Fin klikt op 'Maria Theresa (eiland), een eiland in de Stille Oceaan' en komt bij de goede pagina. We lazen dat het ten oosten van Nieuw-Zeeland ligt en er begon zich een idee in mijn hoofd te vormen.
"Fin, wat heb jij van pap gekregen?" vraag ik. Stel je voor dat Fin geen vliegticket had gekregen, en ik wel. Dat was dan niet zo leuk geweest.
"Een notitieboekje, waarin hij wat heeft geschreven, en een vliegticket naar Wellington."
"Ik ook," en ik denk na. Op hetzelfde moment openen Fin en ik onze mond om iets te zeggen. Tweeling telepathie.
"Ga jij maar eerst," grijnst Fin. Zo te zien dacht hij hetzelfde als ik.
"We kunnen samen opzoek naar mam, naar Thibia. Als we in Nieuw-Zeeland een motorbootje huren of kopen, kunnen we kijken of we het kunnen vinden," zeg ik.
Fin knikt en antwoord, "Oké, vind ik best. Maar als we Thibia vinden, en aan land gaan, hoe weten we dan wie mam is? En of ze nog leeft?"
Ik dacht na over wat Fin net zei. Hij had wel een punt. Wat als mam plotseling was overleden, en de andere Feeën niet de moeite hadden genomen het tegen pap te zeggen? Dan komen we daar en vragen naar haar en blijkt ze dood te zijn. Of vertrokken naar een andere plek, waar wij haar niet kunnen vinden. Mijn hoofd was plotseling vol met twijfels. Het plan, dat mij eerst zo goed leek, vervaagde in mijn hoofd en leek opeens een stuk minder goed.
Toen voelde ik een arm om mij heen. Fin? Meestal zijn we niet zo knuffelig naar elkaar toe. Ik keek opzij, naar degene die een arm om mij heen had geslagen, en zag dat het mijn vader was. Ik was zo in gedachten verzonken geweest dat ik niet door had dat mijn vader de kamer binnen was gekomen en ons gesprek had gehoord.
"Het komt wel goed. Ik weet zeker dat als er iets met jullie moeder was gebeurd, de Feeën de moeite hadden genomen iemand hierheen te sturen om het mij te vertellen."
"Weet je dat zeker?" vroeg ik bezorgd. Hoe weet pap dat nou zeker? Kent hij de Feeën zo goed?
"Heel zeker. Ik ben een paar maanden bij hen geweest, om jullie moeder op te zoeken. Jullie waren toen nog maar 7 jaar en logeerden bij opa en oma. Zij wisten ervan. Doordat jullie half Fee zijn, is de kans groot dat binnenkort jullie krachten naar buiten komen. Dat gebeurt bij Feeën als ze ongeveer 15 jaar zijn, zoals jullie nu. Als jullie de krachten dan krijgen, kan dat maar beter in Thibia zijn, dan dat het hier, in de gewone wereld, gebeurd. Daar weten ze wat je moet doen."
"Hoelang kunnen we er eigenlijk blijven," vroeg Fin, "En wat voor krachten kunnen we eigenlijk krijgen?"
Helaas weet mijn vader dat ook niet. Hij laat ons weer alleen en loopt naar beneden om het eten klaar te maken. Fin en ik praten nog even over wat we allemaal mee moeten nemen.
"Lange broek, T-shirts," som ik op, "Sokken, schoenen, slippers voor als het warm wordt, trui voor als het koud is, korte broeken. Denk je dat we ook zwemspullen mee moeten?"
"Ik heb trouwens kleren van mam gekregen. Kleren die ze hier niet dragen, maar op Thibia waarschijnlijk wel. Jij ook?" vroeg Fin.
"Ja. Misschien moeten we die dan ook maar mee. Lijken we ook wat meer op de mensen daar," antwoord ik. Ik had het nog niet bedacht, maar waarschijnlijk heeft mam het ons expres gegeven, met die reden.
Toen riep mijn vader van beneden dat het eten klaar was en we gingen naar beneden.
Na het eten ging ik weer naar boven en toen ik boven was, liet ik me met een luide zucht op mijn bed vallen.
Niet te geloven, dat dit allemaal nog maar één dag was... het voelt alsof er al een hele week voorbij is. Ik pak mijn laptop, start hem op en ga naar Skype. Sacha, Nayla, ik en nog een paar vrienden hebben een groep op Skype en als Skype geladen is, zie ik dat er een paar mensen aan het praten zijn. De muis gaat al naar het icoontje, maar ik klik er niet op. Ik ben te moe. Ik zet mijn laptop weg en ga rustig liggen. Sacha en nog een paar vrienden hebben we pas op de middelbare ontmoet, maar er zijn ook een paar uit onze basisschoolklas meegegaan naar de nieuwe klas.
Toen Nayla en ik op de allereerste schooldag op de middelbare naar het gymlokaal liepen; de allereerste les, zagen we Sacha al staan. Ze praatte met een paar andere mensen, die nu ook bij ons groepje zitten en zij van de basisschool al kende, maar ze keek op toen wij aankwamen en liep naar ons toe. We begonnen te praten en er was meteen al een klik tussen ons. Een soort vriendschap-op-het-eerst-gezicht.
Al denkende viel ik blijkbaar in slaap, want ik werd de volgende ochtend wakker van de eerste zonnestralen die door mijn raam naar binnen vielen.

FayeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu