(Tessith pov)
Ik kijk nog snel even naar Milenth, Mirroth en Sirath voordat ik mijn ogen sluit. Ik concentreer me op mijn drakengedaante en voel hoe de draak in mij tot leven komt, hoe de vleugels uit mijn rug groeien en zich uitspreiden, hoe mijn huid en hoofd veranderen van vorm en textuur. Ik ben een Draak.
Als ik om me heen kijk zie ik dat de anderen ook veranderd zijn en dat aan Milenth en Mirroth het tuig met de bagage erin wordt gehangen. Dan zie ik Faye en Fin, die zich een beetje afzijdig hebben gehouden. Omdat ik in mijn Draken-vorm niet kan praten, wenk ik Faye met mijn hoofd. Ze loopt voorzichtig naar mij toe en aait voorzichtig over mijn hals.
'Het voelt als een krokodil,' lacht ze. Ik wenk nogmaals met mijn kop, en dit keer snapt ze wat ik bedoel. 'Ik klim nu op je rug, Tessith.'
Ik zak door mijn knieën zodat ze er makkelijker opkomt en voel hoe ze pogingen doet om op mijn rug te komen. Na een paar pogingen lukt het haar op mijn rug te klimmen en gaat ze beter zitten. Haar benen plaatst ze achter mijn vleugels.
Inmiddels zit Fin op de rug van Sirath en is het tuig aan Milenth en Mirroth gehangen. Op het teken van Hirador spreid ik mijn vleugels en haal nog een keer diep adem. Dan zet ik me af tegen de grond en voel hoe mijn vleugels grip krijgen op de wind. Met een paar stevige slagen van mijn vleugels ben ik in een mum van tijd vijf meter boven de grond.
Als ik naar beneden kijk, zie ik hoe Kalurth, onze begeleider, verandert en naar ons toe vliegt. Ondertussen voel ik hoe Faye op mijn rug ook naar beneden kijkt. Inmiddels in Kalurth op gelijke hoogte aangekomen en in mijn gedachten hoor ik hem zeggen, 'laten we gaan!'
Kalurth vliegt voorop, daarachter vliegen Mirroth en Milenth en achteraan vliegen Sirath en ik.
'Hoever is het naar Thibia?' vraag ik in gedachten aan de rest. Omdat we als we Draken zijn niet kunnen praten, communiceren we via onze gedachten.
'Ongeveer drie uur vliegen,' antwoordt Kalurth.
'Dank je.'
Dan zijn we weer stil. Fin en Faye praten, of liever gezegd roepen, met of naar elkaar.
'Dit is stukken beter dan met dat kleine bootje!' horen we Faye roepen.
'Helemaal gelijk, zussie,' antwoord de lage stem van Fin.
'Moet je dat uitzicht zien,' zegt Faye vol bewondering, maar het is te zacht voor Fin om te horen. Ik daarin tegen hoor het wel, maar wat kan ik zeggen? Ze hoort me toch niet. Daarom beweeg ik mijn kop op en neer in de hoop dat ze snapt wat ik bedoel.
'Jij vindt het wel mooi, Tessith?' vraagt Faye aan mij. Gelukkig, ze snapt wat ik bedoel. Ik beweeg nogmaals mijn kop op en neer.
'Ben ik eigenlijk zwaar?' vraagt ze nieuwsgierig. Daar moet ik even over nadenken. Dan beweeg ik mijn kop heen en weer. Niet echt.
'Gelukkig maar,' lacht ze. 'Volgens mij is het nog best wel ver, maar ik zit wel lekker.'
Als we ongeveer op de helft zijn meld Kalurth het aan ons.
'Jongens, we zijn al op de helft. Op Thibia kunnen we vast wel even rusten.'
'Bedankt Kalurth,' denkt Milenth.
'Ja, wat hebben Fin en Faye eigenlijk allemaal mee?' vraagt Mirroth zich af. 'De spullen zijn best zwaar.'
'Zeurpiet,' antwoord Sirath in gedachten. 'Jij hoeft alleen maar spullen te dragen, en ook nog samen! Ik moet Fin dragen. Weet je wel hoe zwaar hij is?'Ik moet lachen. Op zich is Faye niet zwaar, maar als je haar drie uur op je rug moet dragen, lijkt haar gewicht een stuk meer. Fin moet dan nog zwaarder zijn. Maar ja, Sirath is ook een jongen, en die hebben meer en verder ontwikkelde spieren. Daar moet hij dan maar tegen kunnen.
'Wat is er?' vraag Faye aan mij. 'Wat deed je net?'
Als we in Draken-vorm lachen, kringelt er rook uit onze neusgaten en maken we een snuivend geluid. Geen wonder dat ze zich afvraagt wat ik net deed. Helaas kan Faye nog steeds mijn gedachten niet horen, dus schud ik mijn kop maar weer, ik leg het later wel uit.
'Oke,' ik voel hoe ze haar schouders ophaalt.
De rest van de vlucht verloopt rustig. Op een gegeven moment vliegen we een stukje tegen de wind in, dus dan gaan we wat trager, maar verder gaat het snel in na ongeveer drie uur kan ik het eiland al zien.
Draken hebben scherpere ogen dan mensen, dus Faye en Fin zien het nog niet, maar dat duurt niet lang meer.
'Land in zicht!' denkt Mirroth.
'Jongens, nog even volhouden,' denkt Kalurth. 'Nog maar een half uurtje.'Helaas, Kalurth had niet helemaal gelijk. Dat er nog een half uurtje bijkomt is waarschijnlijk door die zware wind.
Zo'n tien minuten nadat wij de contouren van Thibia zagen hoor ik dat Fin en Faye het eiland ook zien.
'Zussie, volgens mij zie ik Thibia,' zegt Fin met een opgewonden ondertoon.
'Ja,' antwoordt Faye opgelucht. 'Het bestaat echt!'
Niet lang daarna vliegen we boven het strand van Thibia en maken we ons klaar voor de landing. Het landen gaat soepel, zelfs bij Milenth en Mirroth, terwijl het best moeilijk is om als je aan elkaar zit met een tuig tegelijk te landen. Fin en Faye stappen van de ruggen van mij en Sirath en als wij en Kalurth terug veranderd zijn maken we het tuig dat Mirroth en Milenth bij elkaar houd los. Ook zij veranderen nu terug.
'Hèhè,' zucht Mirroth. 'Best zwaar nog, al die spullen van jullie. Wat hebben jullie allemaal mee?'
'Ehm,' bloost Faye. 'De nodige dingetjes. Hoezo? Was het te zwaar?' ze klinkt verontschuldigend.
'Nee joh!' lacht Milenth. 'Het viel best wel mee hoor.'
'Zullen we met jullie mee, opzoek naar de Feeën?' stelt Kalurth voor.
Fin en Faye knikken opgelucht. 'Laten we gaan,' zegt Fin opgewekt.
(a/n)
Ik hoop dat jullie het tot zover een beetje leuk vinden. Een vriendin van mij schrijft ook een leuk boek. Ze heet Duplicatus en schrijft een HP fanfic. Ga het vooral lezen! ;-)

JE LEEST
Faye
FantasyFaye is een doodgewoon meisje dat samen met haar vader en tweelingbroer in Apeldoorn woont. Ze zit in de derde klas van de middelbare en leidt een heel normaal leven. Dat alles verandert als ze op haar vijftiende verjaardag een brief krijgt van haar...