03. Zoen.

13 1 0
                                    

'Hoe is het met haar?' Bij het horen van Devons vertrouwde stem word ik wakker en kijk om me heen. Er lopen slangetjes van mijn lichaam naar verschillende apparaten die naast het bed staan. Ook voel ik dat er een slangetje over mijn gezicht zit, die me zuurstof geeft via mijn neus.

'Op een paar gekneusde ribben en een gebroken hand na, gaat het goed. Zolang ze pijnstilling krijgt.' Een vrouw met rood haar schrijft dingen op een klembord en verlaat de kamer.

'Hé, ben je eindelijk wakker?' De man lijkt opgelucht te zijn dat ik wakker ben. 'Dat ben ik zeker. Ik was bang dat je niet meer wakker zou worden.' Hij streelt mijn wang zacht. Ik til mijn hand op, om die op de zijne te leggen en zie dat er verband om mijn hand zit. Waarom? Wat is er gebeurd? 'Weet je dat niet meer?' Ik schud mijn hoofd, maar heb daar meteen spijt van als ik vreselijke pijn in mijn hoofd krijg. Als ik naar de vampier naast me kijk, zie ik dat hij ook onder het verband zit. Wat is er met hem gebeurd? 'Weet je nog dat twee vampiers je aangevallen hebben?' Ik herinner me iets van vallen en Dawn voor me uit gooien. Maar verder niets, omdat mijn hoofd te veel pijn doet. 'Ga nog maar weer slapen, liefje. Dat kan je zeker wel gebruiken.' Meteen voel ik me erg moe worden en zak in een diepe slaap.

~

Als ik weer wakker word, zie ik Devon met zijn hoofd op mijn buik slapen. Zijn hoofd gaat zacht op en neer door mijn ademhaling. Wat is hij toch vreselijk schattig. Ik laat mijn goede hand zacht door zijn haar gaan en vraag me af hoe het is om een vampier te zijn. Zou het pijn doen om verandert te worden? Ik kan me eigenlijk geen voorstelling maken van hoe dat zou moeten voelen. Brandend? Prikkend of stekend? Misschien alles wel tegelijk? Langzaam gaan de ogen van de vampier open en kijkt hij me aan.

'Hoe voel je je nu?' Hij gaat rechtop zitten en rekt zich uit.

'Beter dan eerder.'

'Gelukkig.' Hij drukt op een knopje op de muur en niet veel later komt de roodharige vrouw de kamer binnen.

'Ah, jullie zijn allebei weer wakker. Mooi.' Ze doet bij ons beide wat testjes en noteert alles op haar klembord. 'Je mag naar huis. Ik denk dat je daar het best kan herstellen.' Ze lacht vriendelijk en richt zich naar Devon. 'Denk goed om haar en wees voorzichtig. Ook met jezelf.'

~

'Eerlijk is eerlijk. Jij zorgde voor mij en nu zorg ik voor jou.' Devon lacht terwijl hij me op de bank zet, naast de slapende Dawn. Hij doet een lampje in de vensterbank aan omdat het al donker wordt buiten en komt naast me zitten. 'Voel je je nog steeds oké?' Bezorgd kijkt hij me aan en ik zie meteen de rode gloed.

'Ja, ik voel me prima.'

'Als je pijn krijgt moet je dat zeggen. Dan geef ik je weer pijnstilling.'

'Zal ik doen.' Met mijn goede hand veeg ik mijn haren naar één kant zodat mijn hals blootligt.

'En wat denk jij te doen?'

'Je moet drinken. Ik zie het in je ogen.' Ik schuif een stuk op, zodat ik dichter bij hem zit.

'Je bent daar nu veel te zwak voor.' Zegt hij ongelovig.

'Jij anders ook. Je kan wel wat bloed gebruiken om aan te sterken.'

'Maar waarom zou ik dan van jou drinken? Dan verzwak ik je nog meer.'

'Geeft niet, ik sterk ook wel weer aan.' Het maakt me niet uit dat het me verzwakt. Ik wil dat hij snel weer de oude is. Wat nou als die twee vampiers hem weer aanvallen, of ons beide, en hij niet terug kan vechten omdat hij zwakker is dan normaal?

'Dat je dit echt wil doen.' De man zucht en buigt naar me toe. Op het moment dat zijn tanden in mijn hals zinken, loopt Tess nietsvermoedend de woonkamer in en geeft een geschrokken gil. Ik gebaar dat ze stil moet zijn en zeg geluidloos dat ik het haar straks uitleg. Ze knikt begrijpend en verlaat de woonkamer weer. Devon drinkt rustig door en ik vraag me af of hij meegekregen heeft dat Tess net binnen kwam. Ik voel zijn hand naar de mijne zoeken en als hij mijn goede hand gevonden heeft vlecht hij zijn vingers met de mijne. Of hij merkte het inderdaad dat mijn beste vriendin er was, óf hij doet dit om me te plagen omdat hij mijn gedachten over hem gelezen heeft gister en vandaag. Ik moet echt leren niet op die manier te denken bij hem in de buurt. Zou hij het erg vinden om zulke dingen over zichzelf te horen van iemand die hij niet kent? Hij is nog niet weggerend, dus ik kan er denk ik van uitgaan dat hij het niet zo erg vindt? Misschien moet ik stoppen met deze dingen denken. Straks heeft Devon alles gehoord. Ik hoor hem lachend lucht door zijn neus blazen en weet al zeker dat hij mijn gedachten gelezen heeft. Weer kan ik wel door de grond zakken. Hij haalt zijn gezicht uit mijn hals en likt de restjes bloed van mijn hals en zijn lippen. 'Je breekt je hersens nog eens als ze zo blijft piekeren over alles.' Hij drukt een snelle kus op mijn voorhoofd en tilt me op. In de keuken zet hij me op het aanrecht en zoekt in de kastjes.

Schemering. [OP16+]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu